Bij de strijd tegen cybercrime dreigt de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van internetgebruikers het kind van de rekening te worden.
Die waarschuwing hebben internationale deskundigen dinsdag laten horen tijdens een bijeenkomst in Parijs over het naderende internationale akkoord. Naar verwachting eind dit jaar zullen de Europese landen en wellicht ook de VS een akkoord ondertekenen over de strijd tegen de misdaad op het internet, waarvan het kraken van websites en het verspreiden van virussen de twee bekendste zijn.
Ook de verspreiding van pornografie en schending van auteursrechten zullen in het verdrag worden aangepakt.
Volgens de deskundigen liggen er nog wel een paar problemen. Het belangrijkste daarvan is wie er nu precies verantwoordelijk moet worden gesteld. Fred Eisner, adviseur van onder meer de Nederlandse regering en voormalig directeur van de Nlip (vereniging van Nederlandse Internetservive Providers), stelde dat te snel en te gemakkelijk de verantwoordelijkheid wordt gelegd bij internetproviders. Die moeten hun gebruikers maar in de gaten houden en eventuele overtredingen melden. Maar veel internetproviders voelen er weinig voor om in feite namens de regeringen hun klanten te gaan bespioneren. "Dit verdrag dreigt heel onevenwichtig te worden", aldus Eisner.
Bruce McConnell van internetconsultant McConnell International deelde die mening "De vele surfers die nu al bezorgd zijn over hun privacy, hebben al reden tot zorg. Er is geen balans tussen de macht die de controlerende landen krijgen en het recht op privacy voor internetgebruikers."
Tegenover die critici staan overigens tal van organisaties die juist vinden dat het verdrag niet ver genoeg dreigt te gaan. Het gaat niet alleen om bedrijven wier software en andere digitale producten onbetaald rondvliegen over het web, maar ook om actiegroepen tegen racisme, kinderporno en andere vuigheden. Bekend zijn de Franse actiegroepen die Yahoo! voor de rechter sleepten wegens de veiling van nazi-attributen. Yahoo! Is daar overigens mee gestopt.