Het chique haventje van Cannes ligt vol met jachten die schuil gaan onder spandoeken van Ericsson, Intel, Hewlett-Packard, Philips, IBM. Maar ook kleinere bedrijven zoals de zaktelefoon-starter Sendo heeft een schuitje gehuurd – om de hoek van het grote congrescentrum. ’s Morgens vroeg wordt er nog koffie gedronken, maar vanaf het middaguur komen de eerste flessen champagne tevoorschijn.
Als je niet beter zou weten dan zou je denken dat het de mobiele telefoonwereld, die hier jaarlijks neerstrijkt voor het GSM World Congress, voor de wind gaat. Het aantal mobiele telefoons dat dit jaar wordt verkocht, stijgt dit jaar weliswaar met zo’n 20 tot 25 procent, maar dat is te weinig voor deze verwende industrie die tot vorig jaar gewend was aan een groei van 50 tot 60 procent.
Beleggers hebben al korte metten gemaakt met telefonieaandelen die zo’n beetje zijn gehalveerd in waarde vergeleken met een jaar geleden toen iedereen hier nog luchtkastelen bouwde van WAP en Umts. Mobiel internet zou immers de wereld veroveren, dus telecombedrijven trokken zo’n 140 miljard euro uit voor nieuwe radio-spectrumlicenties in de wetenschap dat de onafhankelijke financiële analisten de scenario’s hadden doorgerekend.
Twaalf maanden later? De 140 miljard was misschien toch een beetje teveel. De telecombedrijven hebben hun huis en hun schoonmoeder moeten belenen om geld bijeen te schrapen voor de licenties en KPN Telecom is op een haar na genaderd tot ‘junk bond’-niveau. In andere woorden, nog een graadje lager en officiële bureaus die de kredietwaardigheid beoordelen, zoals Moody’s, zeggen dat een lening aan KPN gelijk staat aan speculeren.
De vraag is hoe zoveel mensen zich zo enorm hebben kunnen vergissen.
Het blijkt een weloverwogen vergissing te zijn.
Want hoe zit dat? De telecombedrijven gingen natuurlijk niet naar hun bank om een extra PL-etje aan te vragen. Miljardenleningen moeten worden bemiddeld door banken die professionele beleggers zoals pensioenfondsen benaderen. Om deze fondsen te overtuigen hun geld te lenen aan telecombedrijven zetten de banken hun zware geschut in, en dat zijn hun, zogenaamd, neutrale analisten die moeten zeggen dat de miljarden aan de telecombedrijven kunnen worden toevertrouwd, omdat ze een verstandige investering gaan doen.
Natuurlijk is niemand neutraal. Er is zware druk uitgeoefend op deze analisten om hun vooruitzichten tegen beter weten in naar boven bij te stellen, opdat de telecombedrijven hun bank zouden inschakelen om de lening te regelen. Mocht de analist gewetenswroeging krijgen dan zal de eindejaarsbonus die wel doen vergeten.
De geregelde lezer van deze column die vermoedt dat het Londense bankierswereldje behoorlijk verrot is, en dat de Chinese muren die behoren te staan tussen de analisten en de bankiers meer op rijstpapier lijken, wordt andermaal bevestigd in zijn oordeel.
Een van de grote beleggers, een ‘buy-side’ analist, van het soort dat altijd sceptisch is omdat hij degene is die daadwerkelijk investeert, is er met beide benen ingetrapt. Hij zit nu met een portfolio van aandelen die hij alleen kan verkopen met een enorm koersverlies.
Terug naar Cannes. De mobiele telefoonwereld beseft wel degelijk dat het wat heeft goed te maken en ondanks de feestjes in de jachthaven wil het tonen dat het de benen stevig op de kade heeft staan. Er worden hier dan ook weinig woorden vuil gemaakt aan WAP, tenzij deze embryonische vorm van draadloos internet in een bijzin wordt afgedaan als een mislukking. In plaats daarvan wil de telefoonindustrie laten zien dat zij na de hete lucht van vorig jaar ook echte diensten en producten kan leveren.
En zo horen we van British Airways dat ze passagiers automatisch laten inchecken als ze op het vliegveld aankomen. Andere computerdienstverleners hebben werknemers uitgerust met zakcomputers met draadloze verbindingen om ze altijd de juiste verbindingen te geven.
Consumenten moeten vooralsnog even wat minder verwachten. "If you can’t bill it, kill it," is het nieuwe credo, en vooralsnog willen consumenten alleen betalen voor bellen en sms-en, en misschien een paar gokspelletjes. Allemaal zaken waarvoor geen supersnel draadloos internet nodig is. Een opgevoerd GSM-netwerk, ofwel 2,5 generatie Gprs, volstaat.
Om dit langzamere draadloze internet een beetje op gang te helpen en de operators extra inkomsten te bieden, lanceert Nokia multimedia SMS, ofwel tekst met plaatjes en melodietjes. In plaats van een dubbeltje per boodschap denkt Nokia dat multimedia sms-jes een tot vier gulden per berichtje kunnen opleveren. Ook dit lijkt vooralsnog interessant voor zakelijke klanten.
En zo rijgen de aankondigingen zich aaneen totdat duidelijk is dat de operators geen gillende haast hebben om hun derde generatie netwerken uit de grond te stampen. Als de operators hun huidige GSM-netwerken tot de laatste druppel kunnen uitpersen door er enkele Gprs-computers aan toe te voegen, kan het wel tot 2004 of 2005 duren voordat de Umts-netwerken op grote schaal worden uitgerold.
Sandy Aitken, een senior telecomconsultant van Pricewaterhouse Coopers, begrijpt niet waarom iedereen zich zo gek heeft laten maken. "Het duurde tien tot vijftien jaar voordat de GSM-netwerken volledig waren gebouwd." Hans Snook, de bestuursvoorzitter van Orange is evenmin onder de indruk. Zeven jaar geleden dacht iedereen dat draadloos bellen alleen voor de zakenwereld was en dat de groei zou afvlakken, en vervolgens werd een enorme consumentenmarkt aangeboord. De huidige situatie lijkt verdacht veel op die van toen, vindt hij.
De zaktelefoonmakers beseffen in ieder geval dat zij hun producten een stuk slimmer moeten maken om draadloos internet te kunnen bieden en in Cannes gonst het van de geruchten hoe zij toenadering zoeken tot zakcomputermakers. Siemens werkt al met Casio, Samsung en Mitsubishi met Microsoft en Hewlett-Packard naar verluidt met Motorola. Uiteindelijk is een telefoon slechts een applicatie.
En in de jachthaven, waar de boten van de telefoonmakers en de computerindustrie zij aan zij liggen aangemeerd, kun je al bijna zien hoe deze nieuwe geïntegreerde wereld eruit gaat zien.
Lucas van Grinsven werkt als Europees technologiecorrespondent bij een wereldwijd opererend persbureau in Londen. Spreekt dagelijks met Europese technologieondernemers en financiers.