De visie van de Nederlandse overheid op IT staat ver af van de realiteit. Voorlopig komt er niets terecht van Digitale Delta, e-government of het digitale loket. Eerst moet er een betere samenwerking komen tussen overheidsorganen, én een duidelijke implementatievisie. Dit blijkt uit een onderzoek van Giarte Media Group, uitgevoerd in opdracht van Roccade Public.
Terwijl de Nederlandse overheid pretendeert af te stevenen op digitale dienstverlening via internet aan bedrijven en burgers blijken er nog tal van obstakels te bestaan. Uit het rapport van Giarte komt naar voren dat eerst hard gewerkt moet worden aan afstemming van bedrijfsprocessen en integratie van informatiestromen, over de grenzen van organisaties heen. Nu is nog sprake van een eilandmentaliteit, zonder binding met de visie van de centrale overheid.
De onderzoekers hebben gesproken met 170 ict-managers en beleidsmakers bij ministeries, in het onderwijs, bij regionale organisaties en bij zelfstandige bestuursorganen. Gemeenten zijn in het onderzoek buiten beschouwing gelaten. Volgens Marco Gianotten, algemeen directeur van Giarte, waren de ondervraagde ambtenaren blij dat ze eindelijk hun mening konden geven. De visie op it van de landelijke overheid krijgt veel media-aandacht, terwijl er in de praktijk een diepe kloof gaapt tussen de beleidsmakers en de uitvoerders. Voor het onderzoek zijn, aldus Gianotten, juist niet de beleidsmakers van minister Roger van Boxtel ondervraagd.
Mild
De onderzoekers zijn in hun eindrapport nog mild geweest. Wilfred van Barneveld, projectmanager bij Giarte: "Zo’n onderzoek is natuurlijk altijd ‘in opdracht van’. De scherpe kantjes zijn achterwege gelaten. Als ik verder zou gaan, zou ik de nadruk leggen op e-government. Dat dreigt vast te lopen in de diversiteit van de overheid. En daarmee druk ik me voorzichtig uit."
Uit het rapport komt naar voren dat de verbetering van de interne communicatie de hoogste prioriteit heeft bij de overheid. Dienstverlening aan burgers en bedrijven vormt niet het uitgangspunt. Internet wordt vooral gezien als een extra probleem, dat komt bij andere moeilijkheden als gebrek aan personeel, ontoereikende budgetten en gebrek aan implementatievisie.
Van Barneveld: "Opvallend aan de uitkomst vond ik het gebrek aan onderlinge samenwerking, en het gebrek aan afstemming. Dat haal je niet in eerste instantie uit de cijfers, maar uit de gesprekken die je daar met mensen over hebt. Men verdedigt de eigen systemen, en wil ze niet opgeven. Dat is de basis voor hun werk, ze zijn bang hun gezag te verliezen als ze die systemen opgeven. Het gevolg is dat ict nog veel gefragmenteerder is dan bij de grootste multinationals."
Boven aan de lijst met problemen staat dan ook die grote hoeveelheid legacy-applicaties. Gianotten: "Op korte termijn moet de overheid met webgebaseerde software een goede front office bouwen, en zijn processen goed aan elkaar koppelen. Daarvoor is het wel nodig harde keuzen te maken, zoals in het bedrijfsleven gewoon is. De benodigde stringente architectuur is bij de overheid nog lang niet gangbaar, en het is niet ongewoon dat instanties werken met vijf tot tien verschillende systemen. De neiging tot standaardisering ontbreekt."
Frustratie
Het it-beleid bij de overheid wordt in Nederland autonoom opgesteld door de centrale overheid. Dit leidt tot frustratie bij de decentrale organen, die teveel bezig zijn met dagelijkse problemen om zich te herkennen in de ambitieuze plannen van minister Van Boxtel. Slechts 24 procent van de respondenten vindt dat de overheid een duidelijke visie heeft op internet, en nog minder respondenten, 14 procent, vindt dat het internetbeleid goed is afgestemd op de behoeften van burgers en bedrijven.
De situatie in Nederland zou zich volgens de onderzoekers wel eens op dezelfde manier kunnen ontwikkelen als in de Verenigde Staten. Ook daar was in eerste instantie sprake van een top-down aanpak. Door de discrepantie tussen beleidsmakers en uitvoerders liep dat spaak, zodat in de VS het beleid nu wordt afgestemd met de uitvoerende instellingen.
Van Barneveld: "Er is nog een lange weg te gaan. Je moet eerst grootschalig reorganiseren. Er is sprake van twee spanningsvelden: de it-manager en de beleidsmaker. De ministeries werken op it-niveau in het geheel niet samen, al zijn er wel initiatieven om te gaan samenwerken. Beleidsmakers en it-managers zouden meer bij elkaar om de tafel moeten gaan zitten. Dat gebeurt nog te weinig. Ook lopen de initiatieven nog door elkaar heen. Daarnaast zouden it-managers onderling meer bij elkaar om tafel moeten gaan zitten."
Volgens Van Barneveld is er al sprake van goede initiatieven, alleen ontbreekt het daarbij aan samenwerking. "De ruimte voor decentrale initiatieven wordt niet beperkt, maar er zal wel een tweesporenbeleid moeten zijn. Dat is een lastige opgave.
Instanties hebben veel meer een front office-functie, en weten dus beter dan de centrale overheid waar de klant behoefte aan heeft. Ik pleit dus niet voor belemmering van decentrale initiatieven, maar wel voor het kanaliseren ervan."