De Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq heeft een nieuw dieptepunt in bijna twee jaar bereikt. De Composite Index zakte met 2,1 procent naar 2268,94 punten.
Oorzaak? Het inflatiecijfer van de Amerikaanse economie loopt verder op en de zorg over de winstgevendheid van de bedrijven blijft onverminderd voortduren. Het bewijs voor deze ongerustheid werd dit keer onder andere geleverd door VA Linux, dat 1,59 dollar, ofwel 22 procent, moest prijsgeven op 5,66 dollar. De terugval kwam na de mededeling dat de ontwikkelaar van de ‘open’ software Linux een groter verlies moet incasseren dan eerder was verwacht. VA Linux ziet zich daardoor gedwongen binnenkort 25 procent van zijn medewerkers op straat te zetten. Ook Agilent Technologies, dat onder andere meet- en testapparatuur levert, moest een stapje terug doen. Het bedrijf verloor 3,80 dollar op 40,20 dollar nadat het bekend maakte voor de komende periode rekening te houden met terugvallende omzet- en winstcijfers.
Deze tegenvallende cijfers stonden niet op zich. Zowel de computer-, internet- als telecommunicatie-sector koerste in de min. Toonaangevende fondsen zoals Intel (minus 0,7 dollar) en Cisco (minus 0,9 dollar) moesten alle terrein prijsgeven. Sun Microsystems verloor zelfs 12 procent op 19,6 dollar. Alleen de halfgeleidersector wist enige terreinwinst te boeken, maar dat was een schamele troost voor het 7 procents verlies van gisteren. Toch waren er nog wel wat echte winnaars te vinden, zoals de maker van accountancy- en belastingsoftware Intuit. Het aandeel steeg met 16 procent naar 38 dollar, nadat Intuit beter dan verwachte resultaten had bekendgemaakt.