De door grote tekorten geteisterde ICT-arbeidsmarkt is een fenomeen rijker: de zogenaamde virale wervingscampagne.
Wat Tas met leaseauto’s deed, probeert Clockwork met aanbrengpremies enheadhunters te doen. In november startte het bedrijf een wervingscampagne, waarbij niet de potentiële kandidaten zelf, maar meer het sociaal netwerk om hen heen aangesproken werd. "Advertenties in bladen als Donald Duck, Elan en Prive waren niet gericht op de potentiële werknemers zelf. In vrij sobere advertenties richtten we ons tot kinderen, directeuren en moeders om mensen te zoeken voor Clockwork", zegt Jean Paul Drabbe, commercieel directeur van het bedrijf. Voor de mediacampagne trok de onderneming twee ton uit.
Het lopend vuurtje werd vooral opgestookt doordat tipgevers een flink bedrag tegemoet konden zien. Zo’n 280 mensen gaven de gegevens op van een professionele headhunter. Via deze constructie kon de tipgever tweeduizend gulden tegemoet zien, als de tip een werknemer opleverde die het minstens drie maanden volhield bij het bedrijf. De headhunter kon op vijfduizend gulden rekenen. Tipgevers die rechtstreeks al dan niet zichzelf opgaven konden maximaal vijfduizend gulden incasseren.
Om het opgeven van namen en het versturen van CV’s te stroomlijnen voorzag Clockwork zijn website van een apart, speciaal voor dit doel ontwikkeld, hulpmiddel. "De constructie van deze applicatie heeft ons weliswaar een ton gekost, maar is uitermate goed bevallen. De vrij omvangrijke campagne zou anders flink beslag hebben gelegd op onze vrij kleine organisatie. Nu kregen mensen meteen automatisch antwoord toegestuurd dat hun email door ons systeem was ontvangen", vervolgt Drabbe.
Het verkeer op de bedrijfswebsite schoot met sprongen omhoog. De webpagina met informatie over de campagne is in de eerste vier dagen tienduizend keer opgevraagd, aldus statistieken van Clockwork zelf. In de daarop volgende maand liep dit op tot veertigduizend. Dit getal ligt normaliter rond de vijfduizend. Drabbe noemt de campagne geslaagd: "We zijn vijf nieuwe werknemers rijker. Bovendien hebben we een niet standaard medium als internet weten in te zetten om de behoorlijke aandacht, die we toch hebben weten te trekken, te kanaliseren."