Bij alle eisen die er worden gesteld aan de gecentraliseerde systemen van morgen, verdient de juiste ondersteuning meer aandacht. Het komt neer op veel lokale taakspecifieke machines in een netwerk en zeer grote machines met specifieke ondersteuning voor een gevarieerde werklast. Conventionele besturingssystemen als NT en Unix kunnen oplossingen bieden in een netwerk, maar niet de alternatieve oplossing met een gecentraliseerde machine. Laatstgenoemde is heel aantrekkelijk, omdat hij veel eenvoudiger te beheren is en waarschijnlijk ook een stuk goedkoper uitvalt.
Het allereerste wat van een enkele fysieke machine vereist wordt, is het creëren van meerdere ‘virtuele machines’ op het ene platform. De fysieke machine wordt dan gestuurd door een softwarelaag, een hypervisor, en niet door een besturingssysteem in de conventionele zin. De hardware moet zo zijn ontworpen dat deze specifiek de functionaliteit van de ‘hypervisor’ ondersteunt. Dit is nu juist de kracht van IBM. Al jaren lang volgen zij dit pad met hun mainframesystemen. In het verleden ontwikkelden ze het systeem VM, dat de hypervisor (CMS) de mogelijkheid van ’timesharing’ gaf. Unix zag echter af van dit type systemen. VM werd vervolgens met succes gebruikt om meerdere kopieën te draaien van het transactiebesturingssysteem VSE. Uiteindelijk werd het vervangen door een geïntegreerd systeem, MVS (later OS/390 genoemd en nu z/OS), de pijler van IBM’s productenrange. De belangrijkste eigenschap van MVS was de ondersteuning van meerdere virtuele machines door een logische partitie van de machine. Elke partitie was onafhankelijk van een andere.
Met MVS is de machine in te richten met meerdere ‘logische partities’ (lpar). In elk van die partities kan een onafhankelijk subsysteem draaien. Interne faciliteiten maken het mogelijk om boodschappen over te dragen en om calls te maken van de ene partitie naar de andere. Zo kan de ene partitie Cics ondersteunen en een andere DB2, elk totaal verschillend geoptimaliseerd, en toch kunnen de Cics-toepassingen de database aanroepen. In de praktijk zouden meerdere Cics- en DB2-partities geïmplementeerd worden; één voor productie en een andere voor test- en ontwikkeldoeleinden. Maar al veel jaren is het belangrijkste kenmerk van deze mainframearchitectuur het gebruik van een partitie voor het draaien van een batchregelsysteem, te weten Jess. Geen andere architectuur kan batchverwerking zo goed ondersteunen. Om onverklaarbare redenen staat batchverwerking laag in aanzien, maar dat zal veranderen nu nieuwe e-handelapplicaties geïntegreerd worden met legacy-systemen. Het overdragen van boodschappen aan batchsystemen is een uiterst effectieve benadering van integratie.
Wanneer computers met meerdere processors van Intel, onder Windows 2000 of Linux, populairder worden, vormen ze een grotere bedreiging voor de grotere Unix-systemen dan de mainframes. Interessante nieuwe architecturen, zoals Sequent Non Uniform Memory Architecture (Numa) en de ‘Cellular Multiprocessing’ (CMP) producten van Unisys ondersteunen NT al in grootschalige systemen. Sun Microsystems en Hewlett-Packard, en niet te vergeten IBM’s eigen machines uit de i/Series en p/Series (R/S6000) moeten op deze bedreiging reageren. Dat betekent dat ze zich moeten gaan bewegen in het deel van de markt dat wordt beheerst door het IBM-mainframe. De eerste zet is duidelijk: de prestaties blijven opkrikken door gebruik te maken van de ontwikkelingen in multi-processor- en clusteringtechnologie. Maar dat is niet genoeg. Ze moeten ook logische partitionering introduceren. Dat is het essentiële kenmerk van de producten E10000 van Sun en Superdome van Hewlett-Packard. Zij hebben echter nog een lange weg te gaan voordat ze net zo volwassen zijn als de hardware/software-combinatie van IBM’s z/Series en z/OS. Unisys kan meerdere kopieën van NT draaien, Sun meerdere kopieën van Solaris en H-P meerdere kopieën van HP/UX, maar er is geen equivalent voor de batchverwerking- of Cics-functionaliteit. Ze zijn daarvoor afhankelijk van TP-monitoren, databases en ‘schedulers’ van derden.
Ter vergelijking: de volwassen IBM-systemen draaien de gespecialiseerde diensten én meerdere kopieën van andere besturingssystemen. IBM in het bijzonder heeft een grote stap voorwaarts gezet met de ondersteuning voor meerdere kopieën van Linux-producten zoals Apache, Oracle, enzovoort. z/OS zal naar verluidt duizenden Linux-kopieën voor enkele gebruikers draaien! IBM heeft ook zijn ervaring benut met de introductie van dynamische partitionering, waarbij een operator processor- en I/O-resources opnieuw kan toewijzen om aan tijdelijke behoeften te voldoen. Het is altijd interessant om te zien hoe een technologie als logische partitionering, die zich jaren lang niet in een bijzondere belangstelling mocht verheugen, plotseling hoog op de agenda staat, als gevolg van veranderingen in de gehele industrie. Hiermee krijgt IBM een voordeel dat nu eens wel verdiend is.
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.