Verbeterde uitwisseling van kennis tussen onderzoeksinstellingen en bedrijven moet de Nederlandse ict in het komende decennium naar een hoogtepunt brengen. Dit concludeert de verkenningscommissie ‘Ict en economie’ onder leiding van oud-Getronics directeur Ton Risseeuw.
De commissie schreef het rapport Verlangen naar de eindeloze zee in opdracht van de AWT (Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid). Het ministerie van Economische Zaken wil met deze commissie vaststellen welke ict-innovaties het komende decennium overheidssteun verdienen.
Risseeuw en de zijnen verkondigen dat het onverstandig is om vooraf en van bovenaf prioriteiten aan te wijzen. De sector is nogal dynamisch. Om dan voor tien jaar prioriteiten aan te wijzen is onmogelijk.
Het moet meer zinderen tussen kennisinstellingen en bedrijven. Gebeurt dat, dan volgen concrete projecten en samenwerkingsrelaties vanzelf. Zo’n benadering vergt een andere mentaliteit van de betrokken personen en organisaties, en vooral een andere manier van omgang tussen kennisinstellingen en bedrijven.
Eindeloze zee
Om te illustreren dat mentaliteit veel belangrijker is dan concrete gebieden waarop de Nederlandse ict zou kunnen innoveren, citeert de commissie de auteur Antoine de Saint-Exupéry: "Als je een schip wilt bouwen, moet je de werklui geen opdracht geven hout te verzamelen, je moet het werk niet verdelen en orders geven. Leer ze in plaats daarvan te verlangen naar de grote, eindeloze zee."
Dat kennisinstellingen en bedrijven elkaar niet als vanzelfsprekend opzoeken is de kern van het probleem. De overheid moet zich richten op veranderingen daarin, stelt de commissie.
Daarnaast constateert de commissie een grote kloof tussen ict-dienstverleners en kennisinstellingen. "Veel vaker dan in de industrie vindt innovatie in de dienstensector plaats zonder uitgesproken onderzoek en ontwikkeling. Daardoor ontbreken de vanzelfsprekende banden en netwerken tussen de publieke kennisinfrastructuur en dienstverlenende bedrijven."
Gapend gat
Leen Zevenbergen, topman van internetdienst Escador, onderschrijft de constatering van de commissie dat er een gapend gat bestaat tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven. "Universiteiten zijn gericht op het zeker stellen van financiering voor onderzoeksprogramma’s. Bedrijven zijn meer geïnteresseerd in toepassingen van nieuwe technologie." Volgens hem is er maar weinig communicatie tussen gebruikers en onderzoekers op het gebied van productontwikkeling.
Hij is het oneens met de conclusie van de commissie dat er geen concreet onderzoek te benoemen is op het gebied van ict-innovatie. "Er zijn wel degelijk bedrijven die voorlopen op de rest. Die werken aan technologie waar we over paar jaar mee te maken krijgen." Zevenbergen denkt onder meer aan verbeteringen op het gebied van draadloos internet of ingebedde systemen. Onderzoek op deze gebieden zou volgens hem overheidssteun moeten krijgen. Vereiste is wel dat de grenzen tussen bedrijven en universiteiten vervagen.
Concrete toepassingen
Ict-brancheorganisaties Fenit en de Vereniging voor ict-Nederland scharen zich achter het advies. Het rapport is een steun in de rug voor de twee instituten, zegt woordvoerder Machiel de Rooij. De vraag van ict-bedrijven en het aanbod van ict-onderzoekers sluiten volgens hem niet op elkaar aan, iets wat de twee lobby-groepen willen verbeteren. De regering stimuleert fundamenteel ict-onderzoek; het bedrijfsleven heeft vooral behoefte aan concrete toepassingen. "Er zijn zat prangende vragen. Antwoorden daarop helpen ons echt verder."