Vorige week droeg het hoofdartikel van The Economist de titel: ‘Is there life in Internet commerce?’. In Davos, tijdens het traditionele World Economic Forum was één van de hoofdthema’s het optimisme over de toekomst van m-commerce.
Maar als we naar de aandelenkoers van de technologie-, media en telecommunicatie-aandelen kijken – TMT’s zijn wereldwijd gekelderd – dan is het beeld volstrekt anders. In Frankrijk moet de Umts-veiling worden gesplitst bij gebrek aan interesse. De telecommunicatie-industrie vreest een verdere daling van haar kredietwaardigheid met alle gevolgen van dien. Positieve verwachtingen op de middellange termijn, sombere vooruitzichten voor 2001. Hoe herwinnen we publiek vertrouwen voor producten en diensten van de telecommunicatiesector die de burger nog niet kent?
Het is zeer frustrerend dat niet alleen de malaise is voorspeld waarin de sector thans verkeert, maar dat overheden blijven volharden in het scheppen van negatieve voorwaarden. Een malaise waar onder meer door mij in eerdere columns aan is gerefereerd en die is ontstaan als gevolg van het korte-termijnwinstbejag van overheden in West- Europa door het hanteren van het veilinginstrument. Zo overweegt de Britse overheid na een vorstelijke opbrengst van de veilingen – verdwenen in de algemene middelen, om de heffing die operators moeten betalen voor de kosten van de toezichthouder Oftel, drastisch te verhogen. De Italiaanse regering sluit bij wet uit dat ‘mobile virtual network operators’ (Mvno’s) actief zijn. En in de Telecom-raad ijveren nationale ambtenaren om de thans in Brussel in voorbereiding zijnde nieuwe telecommunicatiewetgeving alle kenmerken te laten behouden van vijftien nationale markten.
Ook in de telecomsector heerst een ‘oorverdovende’ stilte. Men is bezig met zichzelf; overleven, door middel van gesprekken met de banken. Het lijkt wel of de Europese ceo’s uit deze sector bankdirecteuren zijn geworden. Tijd en energie gaan kennelijk vooral zitten in het overleven op de korte termijn. Wat ontbreekt is een gezamenlijk initiatief van de chief executives: ‘hoe uit deze malaise te komen?’. Wat zou er moeten gebeuren om het publieke vertrouwen in de 3-G – de derde generatie telecom – te herstellen?
Hier volgen enige suggesties in de hoop dat de stilte in de sector doorbroken wordt, dat er een debat plaats vindt over deze vraag en dat anderen met ideeën en acties komen.
Het brede publiek overtuig je niet met een technologie die nog in ontwikkeling is. Het is beter aan te sluiten bij het enorm toegenomen gebruik van sms-berichten en de mogelijkheden om op eenvoudige wijze daaraan andere data toe te voegen. Het scheppen van de vraag en het verduidelijken wat 2�-G kan doen zou de eerste prioriteit moeten zijn.
De Europese ceo’s van de communicatiesector; telecom- en netwerkbedrijven, leveranciers van content en digitale media, de hardware-industrie, enzovoort, zouden gezamenlijk met voorstellen moeten komen over wat er in de Europese Unie moet gebeuren om duurzame werkgelegenheid in deze sector veilig te stellen. De huidige voorzitter van de Europese Commissie, Zweden, is gevoelig voor dit thema en organiseert hierover in maart een debat in de Europese Raad, in Stockholm. Waarom zouden de kopstukken van de industrie daar niet op inspelen, zoals dat in de jaren zeventig in de vorige eeuw ook gebeurd is, toen Europa zuchtte onder de ‘eurosclerosis’;
De voorzitter van de Commissie en zijn commissarissen zouden aan dit initiatief moeten deelnemen en een aangepaste versie moeten ontwikkelen van een e-Europa om vraag te ontwikkelen en vertrouwen onder de bevolking te herstellen. In dat verband kan ook in het Zesde Kaderprogramma Onderzoek en Ontwikkelingswerk van de EU, waarvoor substantiële hoeveelheden euro’s ter beschikking staan, een apart onderdeel gereserveerd worden voor m-commerce;
De ceo’s zouden een appèl moeten doen op de wetgevers van de Europese Unie, de Telecomraad en het Parlement, om in de op stapel staande telecomwetgeving positieve voorwaarden te ontwikkelen zoals: meer algemene mededinging in plaats van een sector specifieke benadering; meer aandacht voor de ontwikkeling van een pan-Europese markt in plaats van doorgaan met de vijftien verbrokkelde nationale markten; toestaan van Mvno’s; het binden van veilingen aan criteria; enzovoort. Thans wordt iedere europarlementariër ‘gelobbyd’ door een veelheid van elkaar tegensprekende bedrijven uit deze sector – zonder gemeenschappelijke visie.
Wellicht het moeilijkste onderdeel is dat de ceo’s duidelijk moeten maken aan investeerders, aandeelhouders en het brede publiek, hoe zij in de komende jaren de financiering willen laten plaatsvinden van hun investeringen, zowel in de vergunningen, de aan te leggen infrastructuur als de te ontwikkelen diensten, en welke ‘return of investment’ mogelijk is. Juist omdat overheden in West-Europa hierbij een wezenlijke rol hebben gespeeld, mag verwacht worden – mede met het oog op behoud in deze sector van duurzame werkgelegenheid – dat de top in Stockholm dit onderwerp prominent op de agenda zet.
Tenslotte zal de sector overheden die vooral geprofiteerd hebben van veilingopbrengsten moeten aanzetten tot medefinanciering van initiatieven op het terrein van m-commerce en voor toepassingen in de informatiesamenleving, zoals bij ons de Kenniswijk. We zien thans grote aarzelingen bij de sector om investeringen te doen, gelet op voorafgaande ontwikkelingen. Het omvallen van deze toepassingen zou een ernstige strategische misser zijn om herstel in publiek vertrouwen in 3-G te bewerkstelligen.
Ik hoop van U te vernemen.
Wim G. van Velzen, lid Europees Parlement CDA, vice-voorzitter van de EVP/ED-fractie en woordvoerder voor de elektronische communicatiesector.
WGVelzen@europarl.eu.int