Na de echte overgang naar het nieuwe millennium lijkt de toekomst voor aloude technologieën als de programmeertaal Cobol beperkt. Niets is echter minder waar, meent Jonathan Thompson, oplossingen-architect bij Merant. "Die oude systemen functioneren nog altijd en bedrijven hebben daar vanwege het millenniumprobleem veel tijd en geld in gestoken. Dat gaan ze uitbreiden."
Zo zet de financiële sector nu stappen om tot een moderne IT-omgeving te komen. Daar zijn twee redenen voor: ten eerste willen ze informatie in hun legacy-systemen beter benutten en ten tweede worstelen ze met het kwaad van de euro. De banken zijn daar al wel klaar mee, maar veel andere ondernemingen of bepaalde departementen van bedrijven nog niet", waarschuwt de Merant-topman.
Dat bedrijf is leverancier van software voor elektronische handel. Het voornaamste verschil met de meeste bedrijven die hun programmatuur aanbieden voor het digitaal zakendoen is dat Merant zich actief bezighoudt met oudere systemen. Thompson: "Mainframe-ontwikkeling komt uit het verdomhoekje en zal algemene IT-managers en zelfs het strategische bedrijfsniveau bereiken." Hij bespeurt deze trend sinds enkele maanden bij de allergrootste ondernemingen.
Opschonen
"Bedrijven willen hun heritage-systemen beter benutten. Legacy slaat namelijk op oude dingen die je kwijt wilt, terwijl we het hier hebben over essentiële systemen waar bedrijven op draaien", legt Thompson uit. Hij haalt als voorbeeld de Deutsche Bank aan, die bezig is met het opschonen van zijn oude code. "Dat is een erg ambitieus project; ze willen hun responstijd terugbrengen van de huidige zes maanden naar slechts zes weken."
"Een ander voorbeeld is de Bank of America. Die wijzigt zijn mainframesysteem, zonder het te her-programmeren. Ze scheiden de code van hun ‘monolitische’ applicaties in functionele componenten, gericht op de bedrijfsprocessen, en maken het mogelijk de uitvoer van het systeem te combineren met andere informatiebronnen." Bovendien draait wereldwijd 80 procent van alle Cobol-software op of via Unix-machines en zelfs deels op Windows NT-computers, aldus Thompson.
Hij stelt dat bedrijven andere, nieuwe dingen willen doen met hun oudere IT-omgevingen. "Er is een opgekropte vraag naar functionaliteit, onder meer door het werk aan het millenniumprobleem en de euro-overgang. Sommige bedrijven zijn begonnen aan het herschrijven van hun applicaties in Java, maar dat is onnodig dubbel werk én het duurt lang. Je kunt beter de code opdelen in functionele objecten en die componenten hergebruiken. Veel mensen denken dat ontwikkelaars graag code herschrijven, maar dat is niet zo."
Traditioneel of transfer
Andy Sinclair, directeur productbeheer bij Merant, onderscheidt twee trends in het moderniseren van oudere systemen: "Het schrijven van software voor die oudere systemen, dat noemen we ’traditionele ontwikkeling’, en het ontwikkelen van programmatuur om te putten uit die oudere IT-omgeving, wat we legacy transfer noemen. Er zit namelijk nog heel veel bedrijfskritische informatie in die systemen, die dragen dus waarde in zich."
Deze twee methodes komen volgens Thompson neer op het aanpassen van applicaties op het mainframe óf het koppelen naar moderne systemen. Veel bedrijven kiezen voor het laatste, onder meer door – al dan niet vermeend – gebrek aan expertise voor de oudere IT-omgevingen.
"Cobol-mensen zijn inderdaad relatief zeldzaam, maar dat geldt ook voor Java", verdedigt de software-architect. "Bovendien hebben we het voornamelijk over hergebruik en niet over herschrijven van oudere software. Hergebruik alleen vertegenwoordigt al een productiviteitsverhoging van dertig tot vijftig procent voor ontwikkelaars."
Dwingen
"Je moet wel eerst veel werk verzetten om dat mogelijk te maken, maar daar zijn nu wel goede hulpmiddelen voor beschikbaar. Het is moeilijk; je moet deels terug om vooruit te komen. Maar bedrijven moeten hier nu wel tijd en mensen in steken om mee te gaan met de veranderingen in hun wereld. Neem de grensvervaging tussen verschillende branches; banken zijn tegenwoordig ook verzekeraars, hypotheekverstrekkers en financiële adviseurs."
Daar komt de verandering door elektronische handel nog eens bij, aldus Thompson. "Door die veranderingen moeten bedrijven sneller opereren, dus moet de huidige methodologie, die wel twintig jaar oud is, ook veranderen. Voorheen was het relatief te kostbaar om heritage-systemen beter te ontsluiten, nu zijn er kosteneffectieve manieren, én de druk om het te doen, neemt toe."
Toch zijn veel bedrijven nog bezig om de euroconversie gedaan te krijgen. Thompson en Sinclair voorzien dan ook dat de modernisering en benutting van oudere systemen verspreid op gang komt. "Dat is afhankelijk van de geografische lokatie. Op dit moment vindt deze ontwikkeling vooral plaats in de Verenigde Staten, want daar hebben ze relatief weinig last van de euro."
Algemeen directeur Marco Kok van Merant Nederland relativeert dit: "Sinds oktober vorig jaar hangt de VS weer de herziening van de wet voor gezondheidsverzekering boven het hoofd. Alle bedrijven die met gezondheidszorg te maken hebben, moeten hun systemen binnen twee jaar aangepast hebben. Dat is vier keer zo erg als het millenniumprobleem."