Bull splitst zijn organisatie in twee takken: Integris, een autonoom opererende dienstentak, en Infrastructure & Systems. Alleen Nederland vormt een uitzondering: daar blijft de ondernemingsstructuur intact. De nieuwe directeur Edgar Snoijink verwacht niet dat Bull op korte termijn verkocht zal worden.
Het Franse automatiseringsbedrijf snijdt fors in zijn organisatie. Na de verkoop van de smartcard-divisie CP/8 aan Schlumberger voor 350 miljoen euro zoekt het een koper voor zijn software-onderdeel Evidian (beheersoftware à la IBM’s Tivoli en CA Unicenter TNG). Bovendien splitst het zijn groep in twee onderdelen: Bull Infrastructure & Systems en Integris, dat bestaat uit advisering, systeemintegratie, uitbesteding en ondersteuning. De automatiseerder heeft de eerder gebruikte naam Integris heringevoerd om de onafhankelijk opererende dienstentak beter te kunnen positioneren.
Nederland vormt echter een uitzondering. "Daar is het marktmodel van Bull sterk geïntegreerd en heeft het geen zin om de onderneming in twee entiteiten te splitsen", zegt Edgar Snoijink, directeur Bull Nederland. Hij is per 1 januari 2001 op deze post benoemd, omdat de Benelux-organisatie wel uit elkaar getrokken is. Snoijink benoemt vier terreinen waarop hij dit jaar groei wil bewerkstelligen: open systemen (vooral IBM AIX), infrastructuur-diensten (rond oplossingen van SAP, Baan en Oracle, bijvoorbeeld euro-conversies), business intelligence (datawarehousing) en mainframes (de eigen Gcos-omgeving). In Nederland bedient Bull markten als overheid, financiële wereld, detailhandel en industrie.
Zorgelijk
Bull heeft vorig jaar een behoorlijke tik gekregen door uitblijvende opdrachten, met name voor de verkoop van servers. Edgar Snoijink, directeur Bull Nederland, wijt dit aan de millenniumflauwte, maar geeft tevens aan dat het bedrijf nog steeds in een transitie verkeert van een technologisch georiënteerde mainframefabrikant naar een ICT-dienstverlener. Een proces van lange adem dus, waarin – zegt Snoijink – "Bull nu een duidelijke keuze heeft gemaakt om zich te concentreren op de activiteiten waarin het sterk is. Daar is onze klantenkring op gebaseerd, en niet op CP/8 of Evidian. Die marktsegmenten vergen teveel investeringen om de concurrentiestrijd vol te kunnen houden."
De situatie in Frankrijk is zorgelijker dan in Nederland, vertelt Snoijink. "Bij ons is de business altijd gezond geweest. We zagen vorig jaar een lichte omzetdaling, maar de winstgevendheid bleef." Op dit moment werken er 375 medewerkers bij Bull Nederland. Twee jaar geleden waren dat er nog ruim vierhonderd (en een omzet van 221 miljoen gulden). Snoijink weigert van een leegloop te spreken. "Wij hebben een efficiency- en een verjongingsslag achter de rug, waarbij veel oudere medewerkers via natuurlijk verloop zijn vertrokken." Bull kampt met een traditioneel, technisch imago. "We zullen daarom beter dan voorheen aan de buitenwereld moeten laten zien wat we kunnen", stelt Snoijink. Daarbij gelooft hij meer in mond-tot-mond-reclame dan in grote campagnes.
Optimistisch
Snoijnk merkt dat er onder medewerkers onrust is ontstaan over de plannen van Bull. Toch is hij optimistisch gestemd. De kersverse directeur verwacht dat de grootscheepse reorganisatie die het Franse hoofdkantoor heeft ingezet grotendeels aan Nederland voorbij zal gaan. In ieder geval betekent de verkoop van CP/8 dat er een paar mensen naar Schlumberger moeten overstappen. Hij heeft niet het gevoel dat de Franse directie momenteel overweegt om Bull in zijn geheel of gedeeltelijk (Integris) te verkopen. "Zij zoekt eerder naar partners die samen met ons willen investeren in nieuwe technologieën, zoals de volgende nieuwe generatie open mainframe-platforms."