De Amerikaanse claimcultuur heeft een nieuw dieptepunt bereikt met de schadeclaim tegen IBM, omdat het technologiebedrijf medeverantwoordelijk zou zijn voor de holocaust. De publicist Edwin Black beweert in zijn boek IBM en de Holocaust dat zowel de Blitzkrieg als het enorm hoge aantal vermoorde Joden in de Tweede Wereldoorlog alleen mogelijk waren dankzij de ponskaarttechnologie van IBM.
Zijn bewering dat nazi-Duitsland beschikte over de Hollerith-ponskaartenmachine is niet nieuw. Wel nieuw is de bewering dat alleen dankzij die technologie de nazi’s in staat waren een goed lopende oorlogsmachine en een efficiënt vernietigingsapparaaat op te bouwen.
Black gaat in zijn studie volledig voorbij aan het gegeven dat Duitsland, en met name Pruisen, al eeuwen lang over een uiterst efficiënt administratief en ambtelijk apparaat beschikte. Lang voor er überhaupt sprake was van ponskaartenmachines en computers, ontwikkelden vorsten als Frederik de Grote en zijn opvolgers een bevolkingsadministratie om aan rekruten te komen en belasting voor het leger te innen. In de negentiende eeuw was de Duitse Generale Staf het efficiëntste militair-administratieve apparaat van Europa. Hitler maakte dankbaar gebruik van deze instituties, waarop de technologie van IBM-dochter Dehomag niet meer dan een welkome aanvulling was.
Afgezien hiervan zal het een moeilijke klus worden IBM verantwoordelijk te stellen voor de daden van Hitler, omdat het bedrijf in 1941, vlak voor Amerika en Duitsland in oorlog raakten, de zeggenschap over Dehomag volledig kwijtraakte. IBM medeverantwoordelijk stellen voor de holocaust is even absurd als de fabrikant aanklagen die de pennen leverde waarmee Hitler zijn decreten tekende.