Niet de softwarehuizen, maar de bedrijven moeten de inhoud van XML-standaarden bepalen. Dat is de mening van EAN Nederland.
EAN heeft de afgelopen maanden in een tweetal pilots elektronische communicatie op basis van XML-berichten getest. Op initiatief van GCI (Global Commerce Initiative) zette EAN International en de Amerikaanse UCC een pilot op om XML-communicatie tussen grootgrutter Ahold in Nederland en Johnson & Johnson in Noord-Amerika en Argentinië uit te proberen. Het GCI heeft vorig jaar het Global Commerce Internetprotocol opgesteld. Dit bestaat uit een aantal XML-berichten, waaronder order-, factuur en verzendberichten.
"We moeten af van de technische insteek", zegt Koen van Doorn projectleider van de XML-pilots binnen EAN Nederland. "Bedrijfsprocessen moeten voorrang krijgen bij het opstellen van XML-berichten. Dit is een essentieel uitgangspunt bij het bepalen van een nieuwe XML-standaard. Anders zijn het de softwarehuizen die hun manier van werken opnemen bij het opstellen van de gegevenselementen en de formaten in de nieuwe XML-communicatie."
EAN Nederland testte zelf met branchegenoot HCP Edibouw XML-communicatie op basis van de door de GCI opgestelde XML-berichten om hun aangesloten leden gedetailleerd te kunnen informeren over de consequenties van XML. Vanwege het vroege stadium besloten de organisaties geen bedrijven uit te nodigen voor een concrete test.
Internationaal opererende bedrijven wachten met smart op XML-berichten, omdat de huidige wereldwijde elektronische communicatie niet gestandaardiseerd is. "In de VS gebruiken bedrijven de Ansi x.12-standaard", aldus Van Doorn. "De rest van de wereld praat Edifact. Voor XML moeten wij die situatie vermijden en er meteen één taal voor schrijven. De pilot met Ahold heeft duidelijk gemaakt dat er een organisatie moet komen die XML-berichten onderhoudt. Anders krijg je per land subsets, die op termijn nationale dialecten opleveren. Dan zijn we weer terug bij af."
Per sector moet er in de internationale organisatie één aanspreekpunt komen. "De pilot met Ahold had alleen betrekking op het terrein vanFast moving consumer goods", vervolgt Van Doorn. "Dit is een intiatief van de GCI. Ook andere sectoren zijn gebaat bij een internationale aanpak. De doe-het-zelf-branche en tuinwaren-verkopers-branches waar EAN Nederland ook veel diensten aan levert, zouden er wel bij varen."
Ahold proefde in de pilot weerstand bij de IT-afdeling om de XML-communicatie straks daadwerkelijk in te voeren. "IT-managers vinden het erg leuk en aardig wat de hoge heren hebben verzonnen. Duidelijk is dat daadwerkelijke invoering van deze standaard veel tijd en geld kost en niet zomaar bovenop de huidige werkzaamheden is uit te voeren", aldus Van Doorn. Door aanpassing van de artikel- en orderberichten moeten ook de achterliggende systemen kritisch tegen het licht gehouden worden. Anders kunnen de huidige systemen niet werken met de nieuwe berichten.
In de test met Ahold gooiden technische complicaties aanvankelijk roet in het eten. Van Doorn: "In eerste instantie was aan beide kanten van de lijn identieke software nodig, zodat parameters eenduidig in te stellen waren. De projectgroep heeft de lat wat hoger gelegd en wilde per se een test uitvoeren met producten van verschillende leveranciers. Uiteindelijk is een test geslaagd met Compaq-software in Nederland en een Cyclone-systeem in Amerika. Beide systemen hebben AS2 certificering van de Drummond Group."