Lieve help! Silicon Valley heeft niet alleen te kampen met een tekort aan getalenteerde werknemers, betaalbare huizen en wegen, maar nu ook met een tekort aan elektriciteit. Californië verkeert al een aantal weken in ‘fase 3’: de hoogste alarmfase waarbij de elektriciteitsreserve onder de 1,5 procent is gezakt. Af en toe is er een ‘rolling blackout’. De stroom wordt dan telkens gedurende twee uur bij een wisselende groep gebruikers afgesloten. Deze roulerende stroomafsluiting moet voorkomen dat het elektriciteitsnet in de hele staat uitvalt.
Er zijn vele oorzaken voor dit complexe debacle. Hoofdschuldige is de deregulering van de elektriciteitsmarkt. Het was de bedoeling dat concurrentie onder producenten zou leiden tot een prijsverlaging voor de gebruiker. Maar in plaats daarvan is de prijs door te weinig aanbod gigantisch gestegen (een factor tien op de spotmarkt) en zijn de distributeurs op de rand van faillissement. Producenten worden verdacht van samenspannen en prijsopdrijving. Volksvertegenwoordigers waarschuwen nu: "Deze crisis bedreigt de toekomst van de hightech-industrie en kan een domino-effect hebben op de Californische, Amerikaanse en ook internationale economie". Californië is met een BNP van 1 biljoen dollar immers achtste op de wereldranglijst.
De crisis heeft een discussie die in 1999 in ‘energiekringen’ begon, weer actueel gemaakt: Hoeveel elektriciteit is nodig voor de informatie- en communicatietechnologie? Draagt internet in brede zin bij aan de verdere afname in energie-intensiteit van de economie (energieverbruik per dollar BNP) of is het juist een energievreter? Wat zou het elektriciteitsverbruik over tien jaar kunnen zijn? Lastige vragen, want wat telt wel mee en wat niet. En waar zijn betrouwbare, recente gegevens te vinden van wat meegeteld wordt? In welke mate wordt de energiebesparingsstand van computerapparatuur benut? Bovendien zijn diverse onderzoekers nog maar net begonnen met het schatten van de indirecte effecten door substitutie en structurele veranderingen, die immers voor het grootste deel nog plaats zullen gaan vinden. Er zijn veel tegengestelde trends waarvan nog niet te overzien is welke de overhand zullen krijgen. Eén kamp meent dat internet-hardware nu al 8 procent van de Amerikaanse elektriciteit consumeert en inclusief alle losse pc’s, enzovoort, zelfs 13 procent. Zonder blikken of blozen poneren ze dat dit in 2010 op zou kunnen lopen tot 50 procent. Maar wanneer je ‘het geld volgt’, zie je dat dat kamp financiële banden met de kolenindustrie heeft. Het veel geciteerde, maar zelden kritisch nageplozen artikel in Forbes Magazine was dan ook getiteld: ‘Dig more coal: the pc’s are coming’. Een geheel andere inschatting komt van onder andere het Lawrence Berkeley Lab: ongeveer 3 procent van alle elektriciteit wordt nu geconsumeerd door ict. De uitvoerige en af en toe heftige email-correspondentie tussen enkele participanten in de discussie is na te lezen op http://www.rmi.org/images/other/E-MMABLInternet.pdf.
Behalve kwantiteit speelt nu ook ‘kwaliteit’ een rol: met het digitaliseren van de economie wordt de betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening steeds belangrijker! Een gloeilamp kan tegen een stroomstoot of hapering, maar computers en allerlei andere apparaten met een digitale hartslag slaan er door op tilt. Het onderzoeksinstituut Epri (Electric Power Research Institute) in Silicon Valley heeft recent een ‘Consortium for Electric Infrastructure to support a Digital Society’ opgezet om juist dit kwaliteitsaspect te bestuderen. Deze crisis heeft het keihard duidelijk gemaakt: geen stroom, geen e-business.
Los van de totale elektriciteitsbehoefte in de digitale samenleving en de effecten van de digitale economie op de nationale energie-intensiteit, is duidelijk dat er ‘hot-spots’ zijn met een concentratie aan elektriciteitslurpers. Zo vreten internet data-centra (‘webhosting’, co-locatie in ‘server farms’) met hun vele servers, die bovendien gekoeld moeten worden, al snel 10 megawatt – en dat continu: 52 x 7 x 24. Het is niet verbazingwekkend dat er opwinding is ontstaan onder de directeuren van hightech-bedrijven en de lobby-vereniging Svmg (Silicon Valley Manufacturing Group). De roulerende stroomuitval probeert ziekenhuizen, politie en brandweer te ontzien, maar verder kan iedereen dus – pats-boem – getroffen worden. Voor de meeste consumenten is dat alleen maar vervelend: verkeerslichten vallen uit, automatische kassa’s werken niet meer, liften blijven steken, wasmachines stoppen, benzinestations pompen niet meer, enzovoort. Voor het lokale hightech-bedrijfsleven is het méér dan vervelend: een financiële collectieve strop van tientallen miljoenen dollars per dag, aldus de Svmg. De accu’s en dieselgeneratoren, die de meeste bedrijven voor noodgevallen klaar hebben staan, kunnen alleen de meest kritische processen gaande houden. De tv-journaals toonden hightech-werknemers die in hun donkere cubicle zonder pc niets konden doen. Gebruikers die hun apparatuur niet goed hadden beschermd, ontdekten na afloop dat hun harde schijf kapot was. Productiebedrijven waarbij de noodvoorziening niet meteen bijsprong, kwamen in een automatische shutdown terecht met alle bijkomende kosten van dien. Wat de businessleiders extra benauwt, is dat deze crisis zich in de winter voordoet. In Californië is de vraag immers het grootst in de zomer, wanneer de airconditioners op volle toeren draaien.
Iedereen is verzocht om elektriciteit te besparen. Gezien de verspilling is dat heel goed mogelijk en het zet direct zoden aan de dijk. Ict zou daarbij een handje kunnen helpen. De besparing zou gedeeltelijk geautomatiseerd kunnen worden met intelligente sensoren. Ook kan de elektriciteitsdistributeur via internet toegang krijgen tot de temperatuurregeling: in ruil voor een lagere prijs mag de distributeur tijdens vraagpieken de thermostaat bijstellen. De eerste proefresultaten zijn positief. Diverse proeven waarbij bedrijven hun consumptie gedeeltelijk aanpassen aan ‘realtime’ prijsinformatie laten ook een afvlakking van de piekconsumptie zien. Daarnaast overwegen grootverbruikers, waaronder Exodus en Oracle, om zelf elektriciteit te gaan produceren met gasturbines, brandstofcellen of co-generatie. Deze en andere maatregelen om de infrastructuur (zowel productie als distributie) te verbeteren, vergen tijd. Over een paar maanden wordt het alweer zomer.
Caroline Beijer, correspondente van Computable.