Een klein tikje en de 8 ligt op z’n kant: het wiskundig symbool voor oneindigheid (8). Dat belooft Scale Eight: oneindige opslag.
In een voor Amerikaanse begrippen oud havengebouw huist een bedrijfje van anderhalf jaar oud. In een periode dat het ene na het andere internetbedrijf omviel, is Scale Eight gegroeid van 5 naar 100 mensen. De onderneming zegt de oplossing te hebben voor een netelig probleem dat aan internet kleeft: veilige opslag van gegevens en, beter nog, snelle en relatief goedkope toegang tot al die gegevens die bedrijven via internet beschikbaar stellen.
Het brein achter Scale Eight, tevens oprichter, is Josh Coates die zijn (wetenschappelijke) sporen heeft verdiend metmassive parallel computing (onder andere bij Microsoft’s Bay Area Research Center).
Jaarlijks komt er wereldwijd 1,5exabyte (1,5 miljoenterabyte) aan data bij, volgens de Berkeley School of Information Management and Systems. Een groeiend deel daarvan betreft niet-gestructureerde data als email, geluid, (bewegend) beeld en Powerpoint-presentaties. Hoewel databaseleveranciers anders beweren, horen die niet thuis in een database, zo bezweert Coates. En ook niet op de (dure) gecentraliseerde opslagsystemen van EMC.
Coates heeft zitten broeden op een andere oplossing. Zijn vinding heeft hij voorgelegd aan zijn vroegere professor David Patterson (mede-uitvinder van Raid-systemen) die er zo sterk van gecharmeerd bleek dat hij aanmonsterde alschief technologist bij Scale Eight. Hoewel Coates’ bedenksel juist ingaat tegen het Raid-principe.
Hij heeft software ontwikkeld waarmee het mogelijk is dat duizenden gewone harde schijven met honderden gewone CPU’s die 1,5exabyte kunnen opslaan en ook nog eens in milliseconden beschikbaar kunnen stellen. Waar ook ter wereld. Omdat alles zo ‘gewoon’ is, blijven de kosten beperkt. Die software heeft hij in een doosje gestopt: de Mediaport. Dit apparaat krijgt een plekje bij zijn klanten en verleent toegang aan de opslagcentra waar alle data een plekje hebben gevonden op het harde-schijvenwoud. Mediaport rangschikt de files en is te vergelijken met NFS (Network File System) en CIFS (Common Internet File System). Tegelijk heeft hij het 8RL-systeem ontwikkeld, vergelijkbaar met HTTP. De files krijgen een eigen URL, de 8RL om snel ontsluitbaar te zijn. Mediaport en 8RL zorgen voor de flitsende ontsluiting.
Op dit moment zijn er 4 opslagcentra: San Francisco, Sterling (VA), Londen en Tokio. Frankfurt is de volgende remise. Ze zijn alle 4 onderling verbonden en gespiegeld, opdat een optimale beschikbaarheid is gegarandeerd. Die ‘gegevens-silo’s’ staan vol met harde schijven. Coates heeft ze intelligent gemaakt, waardoor onder meer een scheiding mogelijk is tussen hete (veel opgevraagde, actuele) data en warme (waarnaar iets minder vraag is) data. De eerste zit in een soortcache (dedistributed storage manager), de tweede in eenintelligent storage node. Een soortgelijke verdeling is er ook tussen Mediaport en Storage Center.
Deze architectuur maakt het mogelijk dat tegelijkertijd miljoenen mensen via hun webbrowsers de niet-gestructureerde data kunnen opvragen.
Bijzonder gecharmeerd van deze oplossing zijn Exodus en Akamai. Zij hebben zich als partner aangediend en brengen, als aanvulling op hun eigen diensten, de opslag-oplossing van Scale Eight bij hun klanten onder de aandacht. Bestaande klanten zijn Unsurface, Akamai en Vingage. Beoogde klanten zijn onderneming die hun zakken vol hebben met niet-gestructureerde data, zoals de uitgeverij Bertelsmann en het telecombedrijf NTT Docomo.