Verschillende Noordamerikaanse starters werken aan peer-to-peer-toepassingen voor het bedrijfsleven. Het gaat erom de mogelijkheden van Napsterachtige toepassingen te benutten voor commercieel gebruik.
Intel Capital, de investeringsarm van Intel, heeft in Noord-Amerika reeds tachtig starters die p2p-toepassingen ontwikkelen voor het bedrijfsleven onder de loep genomen. De chipmaker, die in de zomer van 1999 het initiatief nam voor de industriegroep die p2p-toepassingen stimuleert, heeft voormalig topman Andy Groove naar voren geschoven om peer-to-peer aan te prijzen. "Het hele Internet is te verbouwen met behulp van Napster-achtige technologie", meent Groove. Uiteraard verwacht Intel dat p2p-toepassingen pc’s enorm zullen belasten, waardoor de vraag naar krachtige microprocessors de pan zal uitrijzen.
Microsoft is volgens een artikel op de Amerikaanse site van ZD Net bezig met de ontwikkeling van een p2p-programma voor bedrijfsnetwerken. Het programma, dat de codenaam Farsite heeft, zou zo’n honderdduizend pc’s bestanden laten uitwisselen zonder enige bemoeienis van een centrale server. Het is pure p2p en werkt dus niet, zoals Napster, met een directory op een centrale server. Veel pretentieuzer en experimenteler dan Farsite is Oceanstore, een project van de University of California, in Berkeley dat als doel heeft tien miljard genetwerkte apparaten in een serverloos netwerk te laten samenwerken.
Anarchie
Een van de p2p-bedrijven waarin Intel Capital heeft geïnvesteerd is Groove Networks. Dit bedrijf van ceo Ray Ozzie heeft onlangs een bèta-versie geïntroduceerd van een p2p-platform op Windows dat pc-gebruikers in en buiten bedrijfsnetwerken in ad hoc groepen laat samenwerken in allerlei mogelijke projecten. Het platform is vooral bedoeld om gebruikers die achter verschillende firewalls zitten te laten samenwerken. Denk daarbij aan gemengde groepen van leveranciers, klanten, consultants en bemiddelaars. Gebruikers van het platform kunnen onder andere gezamenlijk browsen, een document maken of een graphic ontwerpen.
Ozzie is de man die Lotus Notes heeft ontwikkeld. Groove Networks valt dan ook te omschrijven als groupware voor internet. Groove Networks geeft de tranceiver – de clientsoftware die geleverd wordt met een browser, een notepad en andere gereedschappen – gratis weg en wil geld verdienen aan licentiegelden wanneer andere ontwikkelaars tools maken voor het platform. De echte verdiensten moeten echter komen van management-gereedschappen en -diensten die het bedrijf gaat leveren zodat de it-afdeling de anarchie van p2p enigszins de baas kan blijven.
Transformeren
Infrasearch, een starter uit Californië, probeert de ‘zoek en vind’-mogelijkheden van p2p-netwerken optimaal te benutten. Het is een soort Napster maar dan voor alle mogelijke bestanden: tekst, muziek, video enzovoort. In tegenstelling tot de conventionele zoekmachines, die werken met een index die nooit actueel is, kan een p2p-zoekactie bestanden vinden die bij wijze van spreken pas één seconde op het web staan. De software van Infrasearch – die gebaseerd is op de freeware Gnutella – doorzoekt na een zoekcommando de harde schijven van alle gebruikers die zijn aangesloten bij het p2p-netwerk van deze starter.
Dit bedrijf kan alleen succesvol zijn en relevante informatie zoekacties uitvoeren wanneer pc-gebruikers zich in massaal aansluiten en het hele internet transformeren tot een p2p-netwerk. Dat lijkt een beetje hoog gegrepen. Analisten verwachten dan ook dat Infrasearch eerder succesvol zal zijn als partner van een bestaande zoekmachine als Alta Vista die reeds een grote gebruikersgroep heeft. Gene Kan, de 23-jarige ceo van de starter, wil software ontwikkelen waarmee bedrijven en groepen bedrijven hun privé p2p-netwerken kunnen doorzoeken. Een mogelijkheid zijn programma’s die continu de fluctuerende prijzen van een bepaalde grondstof op verschillende webveilingen ophalen.
Virtuele supercomputer
Ook gedistribueerde verwerking is een p2p-netwerk. Verschillende Noordamerikaanse bedrijven, waaronder Popular Power, Synapse en Entropia, treden op als bemiddelaars tussen bedrijven die verwerkingskracht nodig hebben en pc-gebruikers die hun computers niet gebruiken. De pc-gebruikers krijgen een software-patch die, wanneer de computer niet gebruikt wordt, data ophaalt van de computer van de bemiddelaar. Bedrijven die grote behoefte hebben aan computertijd maar geen supercomputer of serverfarm willen aanschaffen, hebben daarmee een goedkoop alternatief.
De pc’s in de genoemde p2p-netwerken vormen in feite een virtuele supercomputer. De succesvolste virtuele supercomputer is die van Seti, een Amerikaanse organisatie die radiosignalen uit het heelal analyseert om levenstekens van buitenaardse intelligentie op te vangen. Meer dan twee miljoen pc-gebruikers hebben zich inmiddels aangesloten bij dit project. Iedere pc in het Seti-netwerk verwerkt een deel van de gegevens die worden opgevangen door een radiotelescoop op Puerto Rico. Bij elkaar vormen de pc’s in dit netwerk een supercomputer met een capaciteit van 25 teraflop.