Het zal niemand zijn ontgaan dat IBM zich gecommitteerd heeft aan Linux, en in bredere zin aan het concept van ‘open-source software’ (oss). Aangezien IBM een commercieel bedrijf is, kan het niet anders dan dat er met de ondersteuning van oss geld te verdienen valt.
Twee factoren zijn van invloed op IBM’s handelwijze. Allereerst is open-source software onvermijdelijk en zullen diegenen die wegen tot exploitatie vinden, winnaars zijn. Verder vormen Microsoft en Sun een bedreiging.
Honderden werknemers van IBM leveren – en dat is tamelijk verrassend – code aan de oss-gemeenschap. Wat levert dit IBM op? Marktaandeel!
In de nieuwe wereld is Microsoft de slechterik en wil IBM de goede kant vertegenwoordigen; wat kunnen de zaken veranderen!
IBM kan zijn klanten dure, incompatibele troep leveren met NT, of een robuust Linux-alternatief met de bijbehorende IBM-software. De keuze is aan de klant; die heeft de optie om zich te binden aan Microsoft of zich aan te sluiten bij de open-source softwarebeweging, dankzij het ‘onschuldige’ IBM. Uiteraard haalt IBM zijn winst uit hardware en ondersteuning. Het besturingssysteem geeft slechts een percentueel kleine bijdrage. En als IBM NT wegdoet, kan het producten als DB2, Websphere, enzovoort, veel makkelijker verkopen, omdat die dan niet als pakket bij NT geleverd worden.
Linux is duidelijk een gewenst alternatief voor NT op servers – momenteel echter alleen kleine en middelgrote afdelingsservers. IBM heeft zich al sterk gecommitteerd aan Unix; middels de Power-PC-machines met AIX, maar ook als partner met SCO bij het ontwikkelen van Monterey, de standaard code-basis voor 64-bit Unix. Op de middenlange termijn ligt de toekomst van AIX overduidelijk bij Monterey, maar het zal niet erg lang duren voordat 64-bit Linux, met zijn clusteringmogelijkheden, die positie aanvalt. Een op Linux gebaseerd AIX zal minder inkomsten uit besturingssystemen genereren, maar de verkoop van hardware en andere software (middleware) zal er niet onder lijden.
En dus heeft IBM zich gecommitteerd aan Linux op zowel AS/400 (i/Serie) als mainframe (z/Serie), door zijn voorsprong uit te buiten op het gebied van partitioneringstechnologie.
Er zijn twee verschillende manieren waarop Linux te gebruiken is met het z/besturingsstysteem.
Het is mogelijk om duizenden individuele Linux-systemen op te zetten, die onafhankelijke Linux-toepassingen voor één gebruiker draaien. Deze delen alleen de fysieke resources van de machine. Dit is vooral interessant voor universiteiten en onderzoekscentra. Het kostenplaatje is tamelijk complex, maar het voordeel ligt daarin, dat het goedkoper is om een groot mainframe te ondersteunen dan honderden pc’s. Ik voorspel een gezonde toekomst voor deze benadering, hoewel misschien niet iedereen daarvan zal profiteren. Een nadeel is dat het mainframe slechts een server is en nog clients moet ondersteunen. Als dat pc’s zijn, dan valt er weinig winst te behalen. Maar als het dunne-‘client’ netwerkcomputers zijn (browsers), dan kunnen de pc’s netwerkcomputers emuleren, tot ze vervangen kunnen worden. Het gebrek aan toepassingen die op gui’s zijn gebaseerd, is hier nog een probleem, maar dat zal – met name in de wetenschappelijke wereld – niet lang meer duren.
Een tweede gebruik van Linux richt zich op IBM’s traditionele klanten, de ondernemingen. Hierbij wordt een volledig ‘multi-user’ Linux-systeem gecreëerd dat in zijn eigen partitie draait, en mogelijkheden tot ‘kruis-partitie’ heeft. Dit is een belangrijke stap voorwaarts.
Het is mogelijk om elke Linux-applicatie te draaien, met name Web Application Servers of Oracle, die dan ‘calls’ kunnen doen aan een Cics- of DB/2-partitie. Effectief is dit hetzelfde ‘multi-tier’ model dat voorgesteld is voor het integreren van nieuwe toepassingen met legacy-systemen. Maar omdat het draait in de z/Serie-machine, is het niet nodig om allerlei aparte kasten in een netwerk onder te brengen en te beheren.
Bij een netwerkimplementatie worden lan’s gebruikt om informatie tussen clients en server over te dragen. Dezelfde api’s worden ondersteund om het poorten van applicaties te vereenvoudigen, maar ze worden geïmplementeerd door veel snellere interne paden. Elk soort oplossing met een Linux client/server en een applicatie-server is te poorten naar het z-besturingssysteem (OS/390), waarmee een nieuwe generatie e-handelpakketten is geboren. Het is een effectief alternatief voor de ontwikkeling van nieuwe e-handelapplicaties, onder gebruikmaking van de betrouwbaarheid en de schaalbaarheid van mainframes.
De huidige Linux-strategie van IBM is in het algemeen goed, maar ik vrees dat de marketing nog moeilijke tijden zal beleven!
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.