Cray gokt in toenemende mate op Linux-gebaseerde superclusters, die het bedrijf naar men hoopt de komende jaren een flinke omzetstijging zullen opleveren.
De supercomputerbouwer, die in maart vorig jaar in handen kwam van de relatief onbekende supercomputerleverancier Tera Computer, heeft voor medio dit jaar de lancering van zijn Supercluster-serie op het programma staan. Volgens Cray, dat nog steeds over een zeer stabiele klantenkring beschikt, worden de Superclusters gebouwd op basis van de CS20’thin’ servers van API Networks, dat voorheen bekend stond als Alpha Processor. API, dat in 1998 ontstond uit een deal tussen het Zuid-Koreaanse Samsung en Compaq, tekende vorig jaar een samenwerking met het Engelse Quadrics Supercomputers World voor de ontwikkeling van op Linux gebaseerde multiprocessing machines.
Eerder dit jaar openden API en Linux-distributeur Red Hat al een nieuwe‘unit’ voor de ontwikkeling van clustertechnologie voor het 64-bit Linux besturingssysteem. Een van de resultaten daarvan is de CS20, de machine die API en Cray gaan gebruiken als opstap naar de nieuwe Supercluster-serie. De CS20 bevat twee 833MKz van Samsung’s Alpha-klonen, elk met een capaciteit va 3,3 gigaflops. Per‘rack’ telt de CS20 140 gigaflops. De verwachting is dat de CS20 in het eerste kwartaal van dit jaar geleverd kan worden.
Volgens Cray zijn de lanceringplannen voor de op Linux gebaseerde machines het gevolg van de behoefte onder de klanten aan Linux-oplossingen die de capaciteiten van de T3E’s, de parallelle supers van Cray, mimimaal evenaren. De supercomputerbouwer maakte bekend dat het in staat is medio dit jaar de Superclusters, die gebruik maken van de CS20’s, op de markt te brengen. Volgens Cray zullen de Superclusters minimaal over dezelfde prestaties beschikken, die de klanten van de meer traditionele T3E’s gewend zijn.