Oude rotten hebben het nog steeds over MVS, ondanks IBM’s kostbare inspanningen om het merkimago te verbeteren. MVS werd OS/390 en heet tegenwoordig z/OS, met de z van "zero downtime"; z/OS is de laatste versie van IBM’s mainframebesturingssysteem. Het systeem zal draaien op de nieuwe z/Serie, de opvolger van de S/390.
Door een nieuwe naam te kiezen voor een oud en gevestigd systeem neemt IBM een groot risico, vergelijkbaar met de rampzalige herpositionering van Coca Cola destijds. Digital gaf ooit miljoenen uit om de bedrijfskleur van blauw in rood te veranderen, maar het viel niemand op. Borland werd Inprise, maar brengt zijn producten nog steeds onder het Borland-label op de markt. Het kan gevaarlijk zijn om je merknaam te veranderen.
IBM heeft een bijzondere reden om een nieuwe merknaam te kiezen en dat is het benadrukken van conformiteit over de hele productlijn, van Intel- pc’s tot het mainframe. Voor de eerste keer in zijn bestaan heeft IBM redelijk compatibele softwareproducten voor alle platformen. Het bedrijf wil dit benadrukken door nieuwe naamconventies te gebruiken: x/Series voor Netfinity, i/Series voor de AS/400, p/Series voor de RS/6000 en z/Series voor de S/390.
Aan de ene kant is dit een stap vooruit, vooral nu moderne systemen steeds vaker de rol van server spelen, met de nadruk op e-commerce. Maar er zit ook een nadeel aan de nieuwe naamgeving. Elk IBM-product vertegenwoordigt immers op eigen houtje een zeer grote markt. Sommige grote ondernemingen hebben een mix van mainframes, Unix- en pc-systemen, en het is duidelijk dat IBM zijn kaarten op deze klanten zet. Unix- en vooral AS/400-gebruikers zijn echter zelden geïnteresseerd in mainframes! Het valt te verwachten dat deze klanten nu het gevoel krijgen dat ze opeens kleine visjes in een grote vijver worden en daarbij hun identiteit kwijtraken. AS/400-gebruikers zijn doorgaans gelukkige mensen, omdat de machine de beste midrange-server op de markt is en ze geen last hebben van alle rompslomp van Unix of, erger nog, NT! Maar als de AS/400 opeens de i/Series heet, is het voor it-managers veel moeilijker om hun directeur ervan te overtuigen dat de AS/400 superieur is – vooral als in massale marketingcampagnes de leugen wordt verkondigd dat Unix en NT minstens zo goed of zelfs beter zijn.
Hetzelfde geldt in mindere mate voor de RS/6000, die nu de p/Series wordt genoemd. Als de rook is opgetrokken, zal blijken dat AIX en de p/Series gewoon een Unix-systeem is en daardoor in de zakelijke markt concurreert met Sun en HP. Als de p/Series door de gemeenschappelijke software deel uitmaakt van de IBM-familie dan geldt dat dus ook voor Solaris- en HP/UX-dozen, omdat daar dezelfde software op kan draaien als op een AIX-systeem.
Toch is er een groot voordeel voor de x/Series-systemen, en dat is waar Linux in beeld komt. IBM kan zijn klanten ofwel een dure en incompatibele bende leveren in de vorm van NT, ofwel een robuust Linux-alternatief met de bijbehorende IBM-software. De keuze is aan de klant; de klant kan zich aan Microsoft vastketenen of zich aansluiten bij de Open Source Software-beweging, met dank aan het "onschuldige" IBM.
IBM neemt niet alleen een gok met de nieuwe naamgeving, maar ook met Linux. Linux is een voor de hand liggend en aantrekkelijk alternatief voor NT op de server, maar op dit moment alleen voor kleinere en middelgrote afdelingsservers. Binnen de AIX- en Monterey-markt zal ook wat verschuiving ontstaan in de richting van Linux. Dit is niet uniek voor de IBM p/Series, maar geldt ook voor Sun en HP en dat kan weer in het voordeel van IBM zijn. En dus heeft IBM Linux geïntroduceerd voor zowel de i/Series als de z/Series. In beide gevallen is Linux geen alternatief voor i/OS of z/OS, maar draait het naast de oude OS/400 en OS/390 systemen door gebruik te maken van partitionering. Dit is een van de troeven van IBM’s grotere systemen.
Ik vrees echter dat IBM in zijn marketingcampagne teveel nadruk op Linux heeft gelegd. In alle prijzenswaardige pogingen om het familieconcept aan de man te brengen, gebaseerd op gemeenschappelijke software en applicaties, speelt Linux een belangrijke rol. Zo belangrijk zelfs dat veel gebruikers zullen denken dat Linux beter is dan OS/400, OS/390 en zelfs AIX. Op IBM-machines kunnen partities worden aangemaakt om Linux-applicaties naast de "native" systemen te draaien waar dat nodig is; zulke applicaties zullen echter nooit de plaats kunnen innemen van transactiesystemen op basis van Cics/DB2 of IMS.
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.