Fenit en Vict Nederland onderkennen het belang van RSI binnen de ICT. De branche-organisaties willen richtlijnen voor de werkplek opnemen in een convenant.
Volgens de arbomonitor, opgesteld door het ministerie van Sociale Zaken, had in 1999 30 tot 40 procent van het Nederlandse kantoorpersoneel in meerdere of mindere mate last van RSI-klachten. In een aantal gevallen raken mensen hierdoor arbeidsongeschikt. Bij het Bureau Beroepsziekten van de FNV zijn rond de 150 gevallen van RSI geregistreerd, waarvan 100 personen te omschrijven zijn als beeldschermwerkers.
Fenit en Vict Nederland willen RSI zoveel mogelijk voorkomen via een goede voorlichting aan hun leden. "Samen met het ministerie van Sociale Zaken hebben we al eens een folder uitgegeven met aanwijzingen over de inrichting van de werkplek en de werkhouding," aldus Taselaar. "Op dit moment zijn we bezig om afspraken over die werkplekinrichting vast te leggen in een convenant, zodat we onze leden optimaal kunnen adviseren over het zo goed mogelijk voorkomen van RSI-klachten."
Veel meer dan voorlichting ziet hij voor zijn organisaties niet weggelegd. "Belangrijk feit blijft dat een medewerker ook altijd zelf verantwoordelijk is voor de manier waarop hij of zij werkt. Ik kan niet inschatten in hoeverre de RSI-zaak in Zeeland, waarbij de rechter de schadeclaim van een wikkelaar in een transformator-fabriek toekende, van invloed is op andere gevallen van RSI. Uiteindelijk is de toekenning van de schadeclaim een schrale troost voor de betrokkene. Het gaat er niet om wie achteraf verantwoordelijk is. RSI moet met alle middelen worden voorkomen."