Laten we de hysterie rond Linux en NT even vergeten en een moment stilstaan bij de Berkeley Software Distribution (BSD). BSD is een van de eerste en de beste Unix-versies en is in feite de versie waarop de meeste Internet-ontwikkelingen gebaseerd zijn.
In het begin van het Unix-tijdperk verstrekte AT&T (de ontwikkelaar en eigenaar van Unix) licenties op de broncode aan verschillende organisaties. De Universiteit van Berkeley in Californië was de belangrijkste. Later gebruikten Hewlett-Packard en IBM dezelfde broncode om HP-UX en AIX te ontwikkelen, terwijl SCO het eerste Unix-achtige besturingssysteem voor de PC ontwikkelde, Xenix. Unix Software Labs werd opgericht om een betere officiële versie van Unix te ontwikkelen, System V.4. Die versie werd uiteindelijk overgenomen door Novell, vervolgens overgedragen aan SCO en is nu in de vorm van Unixware in handen van Caldera. Ergens onderweg werd de naam Unix toegewezen aan de Open Software Foundation, een organisatie die er niet in slaagde de Unix-producten op één lijn te krijgen en nu nutteloos is.
Doel van die exercitie was alle Unix-versies op één gemeenschappelijke broncode te baseren. Maar voordat er iets serieus geproduceerd kon worden was BSD, zoals het Berkeley-besturingssysteem werd genoemd, al vrolijk aan het draaien. Een kritische factor voor BSD was dat de Universiteit van Berkeley precies deed wat in de jaren tachtig verwacht kon worden: BSD werd ontwikkeld op een DEC VAX-computer. Toen DEC moest toegeven dat VMS en DECnet de strijd met Unix en TCP/IP nooit konden winnen – wat zullen ze een spijt gehad hebben van het feit dat ze VMS nooit "open" gemaakt hebben! – en een Unix-versie aan VMS moest toevoegen om hun academische klanten tevreden te houden, was BSD de meest voor de hand liggende keuze. DEC bracht een "verbeterde" versie van het systeem op de markt onder de naam Ultrix.
Berkeley was echter ook betrokken bij de ontwikkeling van de werkstation/server-architectuur, die later ook door de PC-industrie geadopteerd zou worden. Dit zou op de lange termijn veel belangrijker blijken.
Ze gebruikten Motorola 68000-processoren en Ethernet-technologie met een heleboel input van Xerox Parc. Xerox Parc was als ontwikkellaboratorium een absolute goudmijn, maar Xerox heeft dat nooit echt commercieel weten te benutten. BSD en TCP/IP waren belangrijke onderdelen van de nieuwe architectuur. Daarmee werd meteen BSD’s overdraagbaarheid van VAX naar 68000-processoren aangetoond.
Al deze academische ontwikkelingen leidden uiteindelijk tot de vorming van Sun Microsystems, die hun eigen versie van BSD Sun-OS noemde. Sun-OS werd overgezet naar Suns eigen Risc-processor, de Sparc. Grappig genoeg waren de twee dominerende Unix-versies, Ultrix en Sun-OS, afgeleid van BSD en niet van AT&T’s Unix.
Zoals we nu allemaal weten concentreert de kern van de OSS-beweging zich rond Linux en niet rond BSD. Toch is er ook voor dit oudere product een gezonde markt. Net als Linux is ook BSD nu gratis te downloaden; daarnaast is er ook een goedkope versie met ondersteuning. Er is een flinke OSS-gemeenschap actief rond BSD, al is het niet op de schaal van Linux. Minstens zo verrassend is het dat enkele grote, belangrijke websites op BSD draaien; ik geloof dat Yahoo er zo een is (of anders één van de andere grote zoekmachines).
De recente overname van SCO door Caldera heeft ze in staat gesteld om de andere Linux-leveranciers zoals Red-Hat en Suse ver achter zich te laten, met name in termen van omvang en geografische spreiding. Maar Caldera begeeft zich met Unixware nu ook in de hogere marktsegmenten om aandeel te veroveren zolang Linux nog bezig is met volwassen worden. Het is interessant om te zien of er een scenario is waarbij een van de andere Linux-spelers samengaat met de commerciële kant van BSD.
Toch kunnen we van BSD een aantal lessen leren. Het is een redelijk succesvol OSS-product dat al heel lang meegaat; het was een bepalend element in het opmerkelijke succes van Sun Microsystems; en het luidde de ondergang van Digital Equipment in. DEC had met Ultrix een goed Unix-product, dat echter concurreerde met de eigen VMS-producten. Tegelijkertijd nam HP afscheid van zijn bedrijfseigen systemen. HP koos voor Unix en groeide verder. HP-UX was weliswaar een bedrijfseigen versie van Unix, maar sloot wel aan bij de belangrijkste ontwikkelingen in de groeiende industrie. Als DEC had kunnen voorzien wat er zou gebeuren en de VMS-broncode net zo beschikbaar had gemaakt als AT&T zijn Unix-code, dan zou de industrie er wel heel anders uitgezien hebben! VMS was en is in sommige opzichten nog steeds een superieur product vergeleken met Unix. Toen DEC uiteindelijk de VMS-broncode openbaar maakte was het te laat en was NT, Microsofts versie van VMS, al bezig de markt te veroveren.
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal IT-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.