Tech-fondsen doen het slecht en de ene na de andere dot-com gaat over de kop. Toch is de Amerikaanse internet-economie afgelopen jaar onstuimig gegroeid.
Je zou het niet zeggen, maar een kakofonie aan doemberichten ten spijt, is de Amerikaanse internet-economie in 2000 met maar liefst 58 procent gegroeid. Dat blijkt uit een studie die in opdracht van Cisco Systems is verricht door de universiteit van Texas. "Er zullen vast en zeker nog vele dot-coms bankroet gaan, maar de Internet-economie zal blijven groeien dankzij de toestroom van traditionele bedrijven naar het web", aldus professor Andrew Whinston van de universiteit. De vele faillissementen, zo concludeert Whinston, hebben het beeld van de werkelijke perspectieven voor zaken via internet vertroebeld. Slechts tien procent van de internet-economie bestaat uit dot-coms; volledig internet-georiënteerde bedrijven.
Volgens de studie – een indexering van het totaal aan revenuen gegenereerd door tech-gerelateerde bedrijven – biedt de Amerikaanse internet-industrie werkgelegenheid aan 3,1 miljoen werknemers. Het totaal aan omzet liep in 2000 op tot 830 miljard dollar. Dat was 58 procent meer dan in 1999. Daarmee beslaat de internet-industrie overigens nog altijd maar 2 procent van het Amerikaans bruto-nationaal product. De grootste hap uit de omzet-taart komt op conto van infrastructuur-bedrijven.
De groei van de omzet heeft ook zijn weerslag gehad op de werkgelegenheid. In de eerste 6 maanden van 2000 zijn er 600.000 banen geschapen in de internet-gerelateerde sfeer. Dat dit niet louter computernerds zijn, blijkt uit cijfers aangaande de verdeling van het personeel over diverse specialisaties. Slechts 28 procent is actief op technisch vlak, terwijl een derde zich bezig houdt met verkoop en marketing.