"Wij zijn tegenwoordig ongelukkig. Het leven is zo gehaast, er komen allerlei nieuwe technologieën, enz, enz.." Dat stelde iemand tijdens een discussie van de Europese Commissie in Brussel waar over het Europa van 2010 nagedacht werd.
Diverse mensen beaamden de uitspraak. Voor een politicus die de actuele gevoelens van zijn achterban moet vertalen is het een goede one-liner: "Mensen zijn tegenwoordig ongelukkig". Ineens realiseerde ik mij dat de hele groep beleidsmakers tussen de 40 en 50 jaar oud was. Zij waren jongeren toen kernenergie en atoombommen hun beeld over technologie vormden. Nu zijn ze allemaal rond hun ‘mid-life’-crisis. Wat zal het tweede deel van hun leven brengen? Nog meer en nog snellere nieuwe technologie en een nog sneller leven, juist nu ze ouder worden?.
Ik ben het met de hierboven geciteerde uitspraak niet eens. Er zijn allerlei technologieën die door massa’s mensen zinnig en zonder problemen gebruikt worden. Neem de mobiele telefonie. Tien jaar geleden had bijna niemand een mobiele telefoon, nu bijna iedereen. En niemand die daarvan ongelukkig is geworden.
Dit is nog maar het begin. Operators werken aan meer op internet gebaseerde mobiele diensten. Ericsson en Nokia hebben bijvoorbeeld WAP-telefoons met een groot scherm dat kan worden opengeklapt. Tieners kunnen daarmee heel goed chatten, want de laatste vijf regels kun je goed lezen. Ze moeten nog even wachten op GRPS; dan kost – tenminste hier in Zweden – iedere chat-regel minder dan een cent in plaats van de 50 cent voor een SMS-bericht. We staan aan het begin van het tijdperk van de mobiele internettelefonie. Het GSM- en straks het UMTS-netwerk weten waar een mobiele telefoon zich bevindt. Als het ’s avonds rustig is in het netwerk, dan is het ook rustig bij de snackbar. Een snackbarondernemer kan dan iemand die in de buurt is eenvoudig een interessant aanbod toesturen. Maar kan dat zomaar, ongevraagd persoonlijke informatie naar gebruikers toesturen? Ouderen zullen wellicht bezwaren hebben, maar de communicatiebehoeftige teenager niet. Door reclame te accepteren kan hij of zij een goedkoper abonnement krijgen. Dat is precies de wijze waarop het wereldwijde web werkt. Mocht u nog twijfelen, weet dan dat mobiele operators het nog leuker kunnen maken. Bijvoorbeeld door een ‘multi-user’ spel op te zetten waarbij je, als je spellevens verloren hebt, nieuwe spellevens kunt krijgen als je een hamburger koopt bij de snackbar op de hoek.
Zijn de teenagers van nu over tien jaar ook ongelukkig? Technologie betekent voor hen geen kernenergie maar internet. Dus geen angstwekkend beeld, maar nieuwe communicatievormen.
In feite is hier sprake van een generatiekloof tussen de oudere beleidsmakers die zich ongelukkig voelen en de jongeren die allerlei nieuwe mogelijkheden zien. De beleidsmakers zijn goed in staat om de gevoelens van met name hun eigen leeftijdgenoten aan te voelen. Zij moeten beslissen over allerlei zaken zoals beleid, budgetten en wetten, maar voelen zich eigenlijk niet op hun gemak met de nieuwe technologie.
De beleidsmakers hebben net een gigantisch bedrag ter beschikking gekregen door de veiling van UMTS-frequenties. Moet je dat geld gebruiken om oude schulden af te lossen of zou je een deel daarvan moeten gebruiken om in een zeer snel opkomende nieuwe technologie te investeren?. Dat hangt af van je wereldbeeld: laten we alles bij het oude omdat wij anders nog ongelukkiger worden of geloven we in de toekomst?
Neem nou de besteding van de publieke gelden voor onderzoek. Het grootste deel gaat nog naar technologie rondom vaste lijnen en breedband internet. Dit terwijl de overheid miljarden ontvangt voor frequenties voor mobiele technologie en de operators miljarden in de bouw van netwerken en de ontwikkeling van diensten moeten steken. Toch wordt maar een klein deel van de R&D-stimuleringsgelden gebruikt voor onderzoek naar mobiele applicaties. Onderzoek is daar hard nodig want bandbreedte, zelfs bij UMTS, is heel beperkt. Internetapplicaties die wel werken met vast breedband, werken niet zonder meer bij UMTS. Ik schat de verhouding van de besteding van publieke onderzoeksgelden op 4 miljoen voor mobiele applicaties versus 40 miljoen voor breedband internet. Ik ben dan ook van mening dat een forse verschuiving van budgetten op dat gebied nodig is.
Jongeren kunnen de budgetten niet bepalen en zijn afhankelijk van de huidige beleidsmakers. Maar zoals het spreekwoord zegt: "Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst". En in die toekomst zijn de huidige jongeren dan dertigers met allerlei behoeften aan geavanceerde mobiele, ‘ambient intelligence’ applicaties. Als de markt zo duidelijk aangeeft dat mobiele communicatie belangrijk wordt, dan pas je publiek onderzoek daar op aan. En als de ontwikkelingen snel gaan, moet je ook snel je budgetten opnieuw rangschikken.
Na afloop van de vergadering te Brussel kwam de Engelsman van de ‘mensen zijn tegenwoordig ongelukkig’-uitspraak naar mij toe. Ik had hem aan het denken gezet, zei hij. Beleid maken betekent vooruitkijken, niet navelstaren.
Egbert-Jan Sol, vice president technology Ericsson – egbert-jan.sol@ericsson.com