Bij zijn inauguratie als hoogleraar uitwisselingstalen aan de Universiteit van Utrecht pleit Gert van der Steen ervoor bij XML uit te gaan van bruikbaarheid.
In zijn oratie `Naar de menselijke maat’ ziet hij de wetenschap en specialisten de "moeilijke dingen doen" om XML tot een metataal te smeden die bruikbaar is voor iedereen. Nu is dit credo helemaal niet zo gek gezien het feit dat de gebruikersvereniging Sgml/XML usergroup het initiatief tot de leerstoel heeft genomen. De vereniging hoopt de opleiding van gekwalificeerde XML-specialisten zo te stimuleren en tegelijkertijd systemen te testen op bruikbaarheid. Volgens Van der Steen heeft hij even geaarzeld met zijn sollicitatie voor de post. "Ik houd graag het overzicht. Momenteel is het vakgebied uitwisselingstalen zo in beweging dat een compleet overzicht vrijwel niet mogelijk is. Maar ik zal proberen op basis van classificatie tot verdere theorievorming rond XML te komen."
Hij benadrukt dat in de huidige hype rond elektronische handel ouder werk vanuit de Sgml, kort gezegd de voorganger van XML, vaak over het hoofd gezien wordt. "Het is jammer dat in de recente belangstelling voor boodschapuitwisseling in de elektronische handel er een blinde vlek is voor Sgml. Dat is zonde, omdat de mogelijkheden van documentenuitwisseling waar Sgml voor gebruikt wordt ook veel kunnen betekenen voor de berichtenuitwisseling waarmee transacties via internet te realiseren zijn. Bovendien bestaat al snel het gevaar dat het wiel opnieuw wordt uitgevonden."
Van der Steen vindt niet dat met de opkomst van XML als communicatieprotocol naast Electronic Data Interchange het wiel opnieuw uitgevonden is. "De vaste berichtindeling waarop EDI gebaseerd is, biedt minder flexibiliteit dan XML. Door in attributen uit een XML-bericht te verwijzen naar gerelateerde elementen met een specifiek formaat is een daarmee samenhangende functie uit te voeren. Sommige mensen zijn bang voor dezenesting-functionaliteit omdat het XML zou compliceren. Ik denk datnestingberichtenuitwisseling de noodzakelijke flexibiliteit en daarmee vrijheid geeft om het bruikbaar te maken."
De hoogleraar ziet een grote rol weggelegd voor XML. In zijn oratie schetst hij een toekomstige toepassing van het protocol bij traumapatiënten. "XML zou een rol kunnen spelen bij de behandeling van bij een ongeluk betrokken mensen. Tijdens het vervoer van de patiënt naar het ziekenhuis zouden met XML relevante patiëntgegevens door te sluizen zijn naar artsen om zo de patiënt beter te kunnen helpen." Ook hier onderschrijft Van der Steen de huiver voor de mogelijkheden van het protocol, omdat het ongebreidelde toegang tot privacy gevoelige gegevens mogelijk zou kunnen maken. "Algemene angst bij XML is, dat het zo open is dat het alle informatie toegankelijk maakt voor iedereen. Die angst is ongegrond, omdat met encryptietechnieken privacy gevoelige informatie goed af te schermen is."
Wereldwijd houdt het W3C consortium zich bezig met versleutelingstechnieken, aldus Van der Steen. In Nederland wijst hij op TNO en de Universiteit Twente die zich met onderzoek op dit terrein begeven. "Met encryptie versleutelde patiëntgegevens zouden via een vergelijkbare procedure als bij het donorcodicil via XML opvraagbaar moeten zijn. Net zoals mensen nu een codocil afgeven voor het afstaan van organen na hun dood, zouden mensen ook toestemming kunnen geven om in geval van een calamiteit hun sleutel te gebruiken voor toegang tot hun persoonlijke gegevens."