Het is nog niet zo lang geleden dat goede beheersing van de Duits taal wonderen deed voor de carrière bij Siemens. Evenmin is men vergeten dat je beter vloeiend Frans kon spreken om bij Alcatel vooruit te komen. Toch is de gangbare taal bij beide bedrijven tegenwoordig Engels. De globalisering laat zich voelen, erkennen topfunctionarissen verantwoordelijk voor personeelszaken van Siemens, Alcatel en Getronics. Gijs Hillenius sprak met hen.
Hiërarchie en organisatiestructuur binnen bedrijven raken in verval. Klussen worden geklaard door teams samengesteld uit experts van verschillende nationaliteiten. De bedrijfsstrategie is mondiaal geworden. Een bedrijf brengt een product niet in één land aan de man, maar lanceert een verkoopcampagne in alle 44 landen waar het actief is. Natuurlijk krijgen marketeers de vrije hand een wervingscampagne op te zetten binnen de lokale normen en waarden. Zolang ze maar de vorm en het materiaal gebruiken dat door het hoofdkwartier is uitgezocht.
We spraken over de mondialisering in de ICT met Wouter Vlasblom van Siemens, Matthijs Kropholler van Getronics, Ron Bijkersma van Alcatel en FNV’er Gerard van Hees.
Vanaf het prille begin was Siemens een wereldwijde organisatie, stelt Wouter Vlasblom, directeur personeelszaken bij Siemens. Toch was het geen mondiaal bedrijf, maar een centralistisch bedrijf. In Duitsland kwamen de ingenieurs met fantastische ideeën Die strandden bij wijze van spreken meteen over de grens omdat ze niet begrepen of verkeerd uitgelegd werden, of omdat de vraag van de markt anders was dan in Duitsland.
Vroeger waren er divisies, met collega’s in verschillende landen. Daarnaast waren er de landenorganisaties, verantwoordelijk voor de bedrijvigheid binnen de landsgrenzen. De twee onderdelen stonden op sommige onderwerpen lijnrecht tegenover elkaar; bij wie hoorde bijvoorbeeld het personeel? Vlasblom is er zeker van de dat de strikte scheiding tussen de nationale en internationale onderdelen langzaam maar zeker verdwijnt. De voormalige tussenschakels in de bedrijven, de regionale en landelijke vestigingen, worden gepasseerd.
Die verandering gaat steeds sneller, vindt Vlasblom. Het is voor de personeelsmanager eenvoudiger dan ooit om het bedrijf in alle uithoeken van de wereld te bereiken. Enige historische kennis of een talenknobbel is voor medewerkers nog steeds handig: "Wil je bij het hoofdkantoor in München snel iemand bereiken, dan is Duits toch wel makkelijk."
Bonte verzameling
Een stap verder in het mengen van nationaliteiten is Getronics. Een kenmerk van het Nederlandse bedrijf is de bonte verzameling van onderdelen en achtergronden van de medewerkers. Mattijs Kropholler, vice-president ‘human resources management’ bij Getronics, vergelijkt de mengelmoes binnen zijn bedrijf met de Balkan.
Gerard van Hees, onderhandelaar voor vakbond FNV, ziet globalisering als een botsing tussen de Rijnlandse en Angelsaksische economische ordening. Dit wordt gestaafd door de situatie bij Siemens. Dat is nog steeds een landenorganisatie en worstelt net als andere bedrijven in Nederland om het meer verzorgende Rijnlandse model en de collectieve zekerheden om te ruilen voor marktwerking en concurrentie van het Angelsaksische. De meeste ICT-bedrijven komen uit de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk en beginnen hier vanuit het basisprincipe van de vrije markt.
Pink Roccade was de eerste in Nederland met prestatiebeloning. Voor Van Hees was het lastig om aan zijn vakbondscollega’s de principes van dit model uit te leggen. "We moeten nog steeds los komen van het denken in zekerheden en in garanties."
Het Angelsaksische model heeft niet alleen voordelen, tekent hij aan: "In Amerika zijn er mensen die met het salaris van drie banen niet rond kunnen komen. The working poor, dat zijn toch de scherpe kantjes aan de globalisering." Ook het met veel subsidie naar Heerenveen gehaalde computerassemblagebedrijf SCI vindt hij een typisch voorbeeld. Zit het economische tij tegen, dan zou het werk in een maand tijd naar Polen kunnen verhuizen. "Maar ook Philips is er een levend voorbeeld van. De kennis zit hier, het werk wordt ver weg verricht."
In India is die situatie inmiddels veranderd, werpt Kropholler tegen. Daar zijn nu veel goedopgeleide automatiseerders, waardoor het uitbesteden van ingewikkelde taken makkelijk is. "Europa denkt nog steeds over het importeren van gastarbeiders. In de VS exporteren ze het werk gewoon naar India." Siemens en Alcatel hebben in Nederland beide vijftig buitenlanders in huis. Getronics geen een, zegt Kropholler. Het bedrijf exporteert juist medewerkers.
Komst van kinderen
Het oplossen van nationale grenzen beïnvloedt de bedrijfsstrategie nog niet al te zeer, vindt Kropholler. Effecten ervan op het gedrag, de strategie, de infrastructuur van een bedrijf beperken zich tot regio’s die fiscaal, juridisch en technisch gelijkwaardig zijn. Mondialisering speelt vooral een belangrijke rol in Europa, voegt Ron Bijkersma toe. Hij is directeur Communicatie en Human Resources bij Alcatel.
Volgens Vlasblom zijn de Europese grenzen alleen voor wat betreft het aannemen van klussen vervaagd. De regelgeving tussen de landen verschilt nog flink, en dat zorgt bij de personeelsmanagers voor problemen. Een groot aantal van de ICT’ers wil na het afstuderen aan de slag bij een mondiaal bedrijf, ervaart de Getronics-topman. Zodra de carrièreplanning spaak loopt doordat de plannen niet zijn te verenigen met de wensen van de partner, of door de komst van kinderen, vallen de automatiseerders ook de nadelen van zo’n bedrijf op. Volgens Kropholler is daar toch wat aan te doen. Getronics kent multinationale projectteams, die afhankelijk van de klus in Londen of desnoods Assen neerstrijken.
Op deze manier willen veel medewerkers buitenlandse ervaring opdoen. Of, zoals Alcatels Bijkersma het uitdrukt: "Je werkt niet in het buitenland. Je werkgebied strekt zich er over uit." De projectteams leveren volgens Vlasblom nog een voordeel. Ze zorgen voor een goede mix van de kennis van de verschillende hogescholen en universiteiten. Vakbondsman Van Hees verklaart de projectteams weer anders. Het voormalige expat-beleid van de grote ondernemingen was gewoon niet meer op te brengen. "Het zijn vooral jonge mensen die zich aangetrokken voelen tot dit soort ‘centres of excellence’. Je hebt e-mail en breedband Internet en je springt tegenwoordig makkelijk in het vliegtuig."
De drie werkgevers erkennen dat de incidentele mobiliteit van de medewerkers behoorlijk is gestegen. Het aantal werkkrachten dat langdurig afwezig is, neemt weliswaar af, maar voor de personeelsafdeling veroorzaakt de schaalvergroting toch de nodige hoofdbrekens. Medewerkers van het projectteam in Assen krijgen een dagvergoeding, vertel Kropholler. Deed het bedrijf dat niet, dan zou de Indiër geen flesje Cola betalen, terwijl de Amerikaan na het werk steeds de rondjes betaalt. "Dat is geen triviaal probleem. Maar dat moet wel ad hoc worden opgelost." Bij Getronics heet het een projectvergoeding. Bij Siemens proberen ze het op te lossen met ‘een toeslag op het salaris’. "Het salaris is nog redelijk uit te leggen", vindt ook Bijkersma. "Maar bij het geven van een rondje in de kroeg komen de verschillen keihard naar boven."
Minder salaris
Spanningen tussen collega’s kunnen ook ontstaan door verschillen in salarissen. Medewerkers die uit Londen overvliegen, krijgen voor het werken aan dezelfde klus meer betaald dan de Nederlander die met de auto naar het werk komt. Bedrijven houden bij het bepalen van beloningen rekening met de lokale kosten voor levensonderhoud en woonlasten. Bij Getronics betekent het ook dat een werknemer die van Londen naar Nederland verhuist, minder salaris krijgt. Het bedrijf publiceert op het Internet netwerklijsten, zodat werknemers hun salarissen onderling kunnen vergelijken en verklaren. Verschil in beloning is er ook bij Alcatel, zegt Bijkersma. Logisch: het leven in Parijs is 17 procent duurder dan in Nederland.
Bij Siemens gaat het niet anders. De hoeveelheid werk van de expat-office neemt met de stijgende mobiliteit alleen maar toe. Vroeger ging er twee keer per jaar iemand naar het buitenland, nu zeven keer per week. Het bedrijf heeft ook aanzienlijk meer medewerkers die voor langer dan een jaar in het buitenland zijn. "Dat is goed voor de ontwikkeling van de medewerkers", zegt Vlasblom.
De twee collega-personeelsmanagers knikken. Makkelijk is het uitzenden van medewerkers allerminst. Verblijft iemand langer dan negen maanden in het buitenland, dan verandert de wijze waarop de werknemer belast wordt. De verschillende juridische en fiscale regels zijn onontwarbaar, zegt hij. Voor medewerkers die beloond worden met optieregelingen, moet het bedrijf de meest ingewikkelde constructies bedenken. Kropholler: "Heeft het bedrijf die zaken vooraf niet goed geregeld, dan is het in de aap gelogeerd."
Vergelijkbare hoofdpijn ontstaat ook door de wirwar aan arbeidsregels voor de medewerkers die uit het buitenland komen om hier te werken. Van Hees: "Er zijn call-centres waar medewerkers 87 verschillende nationaliteiten hebben. Leg die bijvoorbeeld maar eens uit wat een ondernemingsraad is. Of wat arbeidswetten zijn."
Internet
En dan is er Internet. Voor de personeelsmanagers is de invloed hiervan overduidelijk. Het is een steeds belangrijker medium voor het werven van personeel. Volgens Bijkersma vormt Internet voor een bedrijf als Alcatel, dat voor de consument relatief onbekend is, een uitstekende bron om nieuwe medewerkers te zoeken. Alcatels onbekendheid benadeelt het bedrijf bij het gevecht om de schaarse ICT’ers. "We beginnen met 1-0 achterstand." Een advertentiecampagne om de naamsbekendheid te vergroten is kostbaar. Het alternatief voor het bedrijf is heel gericht te speuren op het Net, op scholen en universiteitscampussen en tussen de vrienden en kennissen van de medewerkers. De drie directeuren zijn het snel eens over de aantrekkelijkheid van Internet. Je gaat toch niet mee met de markt, door te adverteren in die overvolle zaterdagkrant?
Ook bij Siemens verschuift het werven van personeel snel van papier naar het Internet. Van de sollicitanten komt nu al 66 procent via het web, zegt Vlasblom. Drie maanden terug was dat nog maar 42 procent. Sollicitatiebrieven komen zelfs binnen vanuit Uruguay. "Je kan precies zien waar de brandhaarden zijn", grapt Vlasblom, die brieven krijgt van mensen die de burgeroorlog in eigen land willen ontvluchten.
Over het Internet komen teveel reacties binnen, vindt Kropholler. Het zijn allemaal kandidaten die alles kunnen, alles willen, overal inzetbaar zijn. "Daar heb je niets aan." Het probleem van selectie is met de komst van Internet nog veel groter geworden vindt hij. De keurige brief met een daaraan aangehecht CV verdwijnt. Ook Siemens heeft toch wel moeite met het ongestructureerde van solliciteren via het net. "Met die zoekmachines zoek je je te pletter. Het is beter wanneer wij ons melden bij de kandidaat in plaats van andersom." Kropholler: "Een ‘global vice-president’ gaan wij wel zoeken via Internet. Zo’n persoon moet daar tenslotte veel verstand van en ervaring mee hebben."
Gijs Hillenius Redacteur
Siemens: 153 jaar oud
De Duitse uitvinder Ernst Werner Siemens (1816-1892) en ingenieur Johann Georg Halske (1814-1890) beginnen in 1947 in Berlijn de Telegraphen-Bauanstalt von Siemens & Halske. Het bedrijf kan trots zijn op de wapenfeiten uit de vroege geschiedenis. Afgezien van de met toetsen bestuurbare telegraaf die Siemens uitvindt in het jaar van oprichting, produceert het bedrijf als eerste de elektrische dynamo, vervaardigt en legt het de eerste transatlantische kabel (tussen Ierland en de Verenigde Staten) en komt als eerste met een elektrische locomotief. Het begint de twintigste eeuw met nieuwe uitvindingen op het gebied van telecommunicatie: een volautomatische telefoonschakelaar. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog zijn door de boten van Siemens in totaal zo’n 60.000 kilometer kabel gelegd over de zeebodem. In 1939 presenteert het een van de eerste televisietoestellen. Na de Tweede Wereldoorlog werkt Siemens aan onder meer de Siemens 2002, een transistorcomputer die in 1958 in massaproductie gaat. Dat jaar ziet ook de eerste ‘pacemaker’ het licht: uitgevonden door Siemens. Monorail, satellieten, ISDN: verbeteringen of uitvindingen uit de jaren zestig, zeventig en tachtig. Eind jaren negentig wordt de halfgeleider voor infraroodlicht uitgevonden en vinden er verbeteringen plaats aan de doorgiftesnelheid van telecommunicatieschakelaars.
Het bedrijf heeft vestigingen in 190 landen en biedt werk aan 400.000 medewerkers. In Nederland werken er 3500 mensen, exclusief zo’n 600 flexwerkers.
Getronics
De wortels van het IT-bedrijf Getronics liggen in Amsterdam. Hier beginnen in 1887 ingenieurs Groeneveld en Van der Pol de ‘Elektrotechnische Fabriek NV’. Het bedrijf installeert en distribueert meet- en regelapparatuur en elektrotechnische installaties.
Twee jaar na de fusie met collega-bedrijf Geveke wordt het in 1970 overgenomen door SHV. Als Geveke Electronics gaat het onder Ton Risseeuw in 1985 naar de beurs. Het werkterrein is uitgebreid naar computerapparatuur, netwerken en datacommunicatie. Eind jaren tachtig en jaren negentig worden gekenmerkt door veel overnames: Datex, Klaasing, Xtex, Synergy, Vanandel, CUC, Koning en Hartman, Datatraffic, CSH, Intercai, Cinet, Raet, BMG, Ark, Grupo CP, Wang, Olivetti Ricerca. Getronics is actief in 44 landen en heeft 28000 medewerkers, waarvan 8000 in Nederland.
Alcatel
Het inmiddels meer dan 100 jarige Alcatel is met 120.000 medewerkers
actief in meer dan 130 landen. In de afgelopen twee jaar heeft het bedrijf
zich getransformeerd van een conglomeraat tot één van de grote spelers op
de telecommunicatie- en Internetinfrastructuurmarkt. Het van origine Franse bedrijf is de laatste tijd met name actief op het gebied van ADSL (snelle Internettoegang) en optische netwerken.