De machtigen zijn werkelijk van hun voetstuk gevallen! Onder de recente aankondigingen van IBM vinden we enkele interessante verborgen details over de nieuwe communicatieproducten. IBM’s eigen producten blijken geheel vervangen te zijn door Cisco-systemen.
De relatie tussen IBM en Cisco is de afgelopen jaren steeds inniger geworden en heeft nu dus geleid tot een totale samenwerking. IBM is waarschijnlijk de grootste leverancier van Cisco-apparatuur onder eigen label. Dat is misschien niet zo verrassend voor de jongere IT-medewerkers die in het Internet-tijdperk zijn opgegroeid, maar het is nog geen tien jaar geleden dat IBM de communicatie-industrie domineerde. De zakelijke netwerkmarkt werd overheerst door IBM’s System Network Architecture (SNA). De concurrentie stelde weinig voor: leveranciersspecifieke netwerken van Digital (DECnet), Honeywell, Unisys en de anderen, of, nog zieliger, de inspanningen op OSI-gebied. In die dagen was TCP/IP een nieuwe ontwikkeling, uitgevonden om het Arpanet te vervangen en het protocol werd door de gehele Unix-gemeenschap geadopteerd.
Het is de moeite waard om nog eens in herinnering te brengen waarom SNA zo belangrijk voor IBM was en waarom ze de TCP/IP-boot hadden gemist. Unix, de PC (en daarmee client/server-architecturen), ‘local area networks’ (lan’s) en Internet waren in die tijd allemaal nieuwe concepten. IBM’s kernactiviteit bestond uit het inrichten van gegevensverwerkende omgevingen voor grote organisaties, en in die dagen waren zulke omgevingen nu eenmaal gebaseerd op grote, centrale computers (net zoals dat nu weer het geval lijkt te worden onder invloed van e-commerce).
SNA was dan ook oorspronkelijk ontworpen om een groot aantal decentrale ’terminal controllers’ op een centrale site aan te kunnen sluiten. Primaire doelstellingen daarbij waren beveiliging en foutherstel, waarbij rekening moest worden gehouden met de lage snelheid en de lage betrouwbaarheid van de beschikbare telefonienetwerken. Het was boven alles een netwerkprotocol voor het uitvoeren van transacties, en in die hoedanigheid ook efficiënt in het ondersteunen van grote aantallen korte berichten met foutherstel. Dit gold ook al voor het eerdere BSC-protocol, maar SNA maakte gebruik van efficiëntere bitprotocollen (Sdlc) en ondersteunde een nieuwe Logical Unit voor ‘peer-to-peer’-communicatie, waarmee niet alleen terminalverkeer, maar ook netwerkverkeer tussen computers onderling kon worden gerealiseerd. Toch bleef SNA gericht op netwerken met enkele grote computersystemen. IBM profiteerde wel van de groei van de lan’s, maar met een eigen ’token ring’-protocol, dat het moest afleggen tegen de massaproductie en dus tegen de lagere prijs van Ethernet.
Lang voordat het Internet belangrijk was, bleek de combinatie van PC, Ethernet en Unix-servers aan te slaan. IBM bleef in de kou staan. Ze probeerden ’token ring’ en SNA in lan’s te gebruiken, maar dat was geen succes. In een netwerk bevinden zich meestal grote aantallen PC’s; IP bleek het beste protocol te zijn om een groot aantal PC’s aan een klein aantal servers te koppelen. Bovendien leverde Sun een goede IP-implementatie voor Ethernet. En zo stapte de PC/Unix-industrie massaal over op de TCP/IP-protocollen, met uitzondering van Novell.
Toen het Internet uiteindelijk een succes werd, bleek het heel eenvoudig om PC/Unix-lan’s op ‘wide area’-netwerken (wan’s) aan te sluiten. SNA stond buitenspel. In het begin predikte IBM nog wel de voordelen van SNA boven IP, maar die gaan natuurlijk alleen op voor transactieverwerking. De starheid van SNA vergeleken met de flexibiliteit van IP is een groot nadeel in de wereld van vandaag.
IBM ondersteunde Ethernet en TCP/IP pas in een laat stadium met combinaties van code op de host en functies in de front-end processoren (37xx). Daarna volgde interoperabiliteit met de MVS-communicatiesoftware, Vtam. IBM introduceerde een aantal kasten voor TCP/IP-ondersteuning en ontwikkelde zelfs een serie speciale IP-routers. Maar het aanbod IP/SNA-producten, essentieel voor bestaande mainframe-gebruikers, bleek een grote afknapper voor alle anderen. We weten allemaal hoe het afgelopen is; uit het niets ontstonden er tientallen bedrijfjes die IP-routers gingen bouwen, een strijd die uiteindelijk gewonnen werd door de huidige marktleider Cisco.
IBM heeft het lange tijd tegen Cisco opgenomen. Het eerste voorteken van samenwerking was zichtbaar toen Cisco begon met het inbouwen van SNA-integratiefuncties in hun routers. Dit bleek aantrekkelijker dan het toevoegen van IP-functionaliteit aan IBM-producten. Enkele jaren geleden werd er al gehint naar een mogelijke samenwerking, toen Cisco een licentie nam op IBM-technologie waarmee een specifieke IP-router direct kon worden aangesloten op een IBM-channel (de interne I/O-processor in een mainframe). Leveranciers van communicatieproducten waren altijd huiverig voor directe kanaalkoppelingen, omdat IBM altijd de microcode kon veranderen en zo betrouwbaarheidsproblemen kon creëren. Cisco vermeed dit probleem door een officiële licentie te nemen. Dat IBM die licentie verstrekte was destijds verrassend, maar nu niet meer. Vanaf heden zijn al IBM’s communicatieproducten in feite Cisco-producten. IBM is gewoon een wederverkoper voor Cisco. Dat is in beider belang, als IBM die bittere pil kan likken. Rust zacht 3745!
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal IT-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.