Een nieuw digitaal vervoerbewijs, de Tripperpas, moet binnen enkele jaren een eind maken aan de vertrouwde strippenkaart.
Openbaar vervoerbedrijven beschouwen deze papieren kaart als verouderd en inefficient. Vrijdag begint een twee jaar durend experiment met de pas in Groningen, waar het busbedrijf Arriva ermee aan de slag gaat. De nieuwe pas registreert precies waar een reiziger in- en uitstapt en voorkomt daarmee problemen over de zonegrenzen. Stempelen is niet meer nodig, maar de reiziger moet niet vergeten bij het uitstappen de kaart opnieuw langs het oog te
halen. Doet hij dat niet, dan betaalt hij de volle prijs van instappunt tot het officiele eindpunt.
De pas zelf kost 35 gulden. Dit bedrag vormt een borg voor het pasje en bevat tevens een eerste reistegoed. Als dit is verreden, wordt bij latere ritten een bedrag van de bankrekening afgeschreven. Bij verlies of diefstal kan de kaart direct worden geblokkeerd.
Het Groningse experiment kost veertien miljoen gulden. Het technische gedeelte is in handen van het elektronicabedrijf Motorola. De kosten voor een landelijke invoering van een
elektronische OV-kaart worden geschat op een half tot een miljard gulden.
De Tripperpas is overigens de opstap voor een nog veel ambitieuze plan, waarbij de openbaar-vervoerreiziger in bus, tram, trein en metro terecht kan met een en dezelfde pas, zoals studenten nu al kunnen met hun OV-kaart. Of dat project ooit wordt verwezenlijkt is nog een vraag. Een succesvol experiment in Groningen is in elk geval een eerste vereiste.