Er komt geen wet die jeugdige internetgebruikers moet beschermen tegen voor hen schadelijk materiaal op het web.
Dat schrijft staatssecretaris De Vries van Verkeer en Waterstaat in antwoord op kamervragen. De Nederlandse overheid sluit zich hiermee aan bij het beleid van de lidstaten van de Europese Unie.
Volgens De Vries moet de ontwikkeling van geavanceerde label- en filtersystemen internetgebruikers bescherming bieden. Dat wil zeggen: de ouders moeten die systemen installeren op hun computers. Ook providers kunnen dergelijke systemen aanbieden, vindt De Vries. De huidige filterprogramma’s zijn vrij gemakkelijk te omzeilen voor wat meer geroutineerde gebruikers van het wereldwijde web.
Wat de overheid wel doet is meewerken aan internationale classificatieschema’s waarbij gelet wordt op de mate van gewelddadigheid, naaktheid, sex en grof taalgebruik. In de VS zijn daar al de nodige schema’s voor, maar die zijn naar Europese smaak over het algemeen te ‘preuts’. Daarnaast wordt er in Europees verband momenteel gewerkt aan meer geavanceerde vormen van labeling, zoals automatische labeling op basis van tekst- en beeldherkenning. Ook het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (Nicam), de zelfreguleringsorganisatie voor classificatie van film, video, computerspellen en televisie, is hierbij betrokken.
De ministeries van Verkeer en Waterstaat (dat onder meer over telecommunicatie gaat) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zijn verder lid van de Safe Internet Foundation (SIF), een samenwerkingsverband van spelers binnen de ICT-industrie, dat streeft naar een veilig internet door de gebruiker een eigen keuze te bieden in afscherming van informatie en bescherming tegen fraude, virussen en misbruik van persoonlijke gegevens. De overheid en de Vereniging van Nederlandse Internet Providers (NLIP) werken aan een convenant over strafrechtelijke rechtshandhaving op internet. Gekeken wordt op welke manier informatie is uit te wisselen en hoe meldpunten zijn in te richten.