Het afgelopen jaar was cruciaal voor de toekomst van mobiele communicatie. 2000 Was vooral het jaar van Umts, waardoor de al jaren voorspelde integratie van informatietechnologie en telecom nu echt in zicht komt. De eerste praktische toepassingen van mobiele datacommunicatie zullen al in 2001 als Gprs-diensten op de markt komen. Wel weegt de financiële last zwaar; het zijn niet de telecomproviders die in 2001 zullen schitteren, maar de aanbieders van hun infrastructuur.
Deze zomer vormde het Scheveningse Kurhaus het toneel voor een bizarre vertoning. De Nederlandse staat veilde frequentieruimte waarmee mobiele datacommunicatie mogelijk is. De nasleep van deze Umts- of derde-generatie-veiling, zal tot ver in of zelfs na 2001 voortduren. Vooral de weinig doordachte manier waarop de overheid met de verdeling van frequentieruimte omging ligt daaraan ten grondslag.
Drie Amerikaanse bedrijven trokken zich vlak voor de veiling terug, waardoor alleen de vijf bestaande GSM-aanbieders en nieuwkomer Versatel overbleven voor de verdeling van vijf frequentieblokken. Zoals te verwachten was werd Versatel tussen de grote jongens gemangeld, en kregen die voor een vriendenprijsje de felbegeerde kavels. De rechtszaken die Versatel tegen de gang van zaken heeft aangespannen zullen tot volgend jaar voortduren.
Samenwerkingsverbanden
De Nederlandse overheid heeft bij die veiling zijn hand overspeeld, door te proberen als ict-ondernemer op te treden. De internationale ict-conglomeraten waren de overheid te slim af; door samenwerkingsverbanden zijn zij, zonder mee te bieden en zo de prijs op te drijven, toch vertegenwoordigd op de Europese Umts-markt.
Het mes snijdt wel aan twee kanten. De aanbieders die er in Nederland zo goedkoop vanaf zijn gekomen hebben elders in Europa diep in de buidel moeten tasten. Bij de Engelse en Duitse veilingen zijn gigantische bedragen neergeteld voor het recht Umts-netwerken op te zetten en te exploiteren. De financiële consequenties van deze gang van zaken, waarbij Europese landen ieder voor zich zoveel mogelijk geld uit de lucratieve telecomsector probeerden te halen, reiken verder dan alleen deze sector.
De landen die het meeste geld hebben opgehaald, zoals Duitsland en Groot-Brittannië, hebben dankzij het gretige bieden van de telecomaanbieders hun balans behoorlijk opgepoetst. Gebruikers zullen de gevolgen ook voelen, want rendabele exploitatie van de diensten zal deze in Europa niet goedkoper maken.
Leningen
Het is echter de vraag of de licentiehouders zelf gelukkig zijn met de betaalde bedragen. Zij zullen namelijk grote moeite hebben de komende jaren hun investeringen terug te verdienen. Allereerst staat Gprs op stapel, een opgevoerde variant van het al bestaande GSM-netwerk. Daar moeten de telecombedrijven volop in investeren, terwijl ze de betalingen voor Umts, in de vorm van licenties, rente op leningen én infrastructuur, ook moeten doen. In 2001 komt Gprs, maar tegelijkertijd moeten ze de eerste Umts-antennes neerzetten.
De echte winnaars zijn de banken, die steeds duurdere leningen verstrekken, en de aanbieders van infrastructuur. In heel Europa worden vanaf volgend jaar voor de mobiele communicatie-infrastructuur tienduizenden zendmasten geplaatst. Dat kost de aanbieders ongeveer 200 miljard gulden. Dat komt nog eens bovenop de 400 miljard gulden die ze al hebben uitstaan als lening bij de banken. Nu al fungeren bedrijven als Nokia, Siemens en Lucent als schaduwbanken, omdat zij niet alleen zendmasten neerzetten, maar ook speciale financiële regelingen treffen met de operators.
In Nederland kreeg vooral voormalig monopolist KPN Telecom het zwaar te verduren door haar ambities om tot de ‘champions league’ van de telecomwereld door te dringen. De Nederlandse frequentie was een koopje, maar vooral voor de mobiele Duitse avonturen, de aankoop van E-Plus en een Umts-frequentie, heeft het bedrijf zich diep in de schulden moeten steken.
Een noodgedwongen aandelenemissie mislukte. Er is één lichtpuntje: KPN heeft een alliantie gesloten met de Japanse telecomgigant NTT Docomo, waardoor het concern in 2001 in ieder geval mobiele datacommunicatiediensten volgens de I-Mode standaard kan aanbieden. Mede hierdoor wordt 2001 het jaar van de toegepaste draadloze datacommunicatie.