Interessant fenomeen: er bestaat niet bepaald een directe relatie tussen de hoogte van de honorering van een medewerker en diens motivatie en tevredenheid. Voor de tevredenheid van de aandeelhouder geldt overigens precies hetzelfde: mooie winstcijfers leiden niet noodzakelijk tot een prachtige curve van de beurskoers.
Kennelijk is het allemaal iets complexer.
‘Money makes the world go round’ luidt de titel van een song, maar kennelijk toch niet geld alleen. Er zijn ook zachtere factoren in het spel. Die soms vrij hard blijken te zijn� Gaan we in de kenniseconomie over naar ‘All you need is love’?
Welk onderzoek je ook opslaat, de nuances mogen verschillen maar de rode draad is glashelder: de binding tussen de professional en zijn werk wordt door meer factoren bepaald dan door honorering. Door factoren die we nog steeds zacht plegen te noemen. Ontwikkelingsmogelijkheden, leuke opdrachten, prettige collega’s; eisen die hoge ogen gooien bij het kiezen van een baan. Hoe denken vertrekkers erover? Vraag je het aan de afdeling Human Resource, dan komt vaak de honorering naar boven. Vraag je het aan de professionals zelf, dan hoor je: "interessanter werk, leuke nieuwe uitdagingen", maar ook: "ik ben afgeknapt op mijn baas, ik krijg onvoldoende waardering". Waarschijnlijk zullen de zittende medewerkers dan ook wel denken in de trant van: "graag een prettige baas die duidelijk aangeeft wat er verwacht wordt".
Paradoxen te over. Kennelijk zeggen we voor het gemak bij vertrek maar dat het salaris elders beter is. Misschien is het lastig om te zeggen dat het werk en de werkomgeving je niet boeiden. Dat de strategie je niet echt helder was en de baas je niet inspireerde zeggen we maar helemaal niet. Of wordt het gewoon niet gevraagd in de meeste exit-gesprekken? Heerst er toch nog een taboe op die factoren?
De paradox van de autonome professional versus de roep om richting, is mogelijk nog boeiender. Alle autonomie ten spijt wil die eigenwijze kenniswerker een baas die niet alleen ruimte geeft, maar ook en vooral richting.
Onderzoek naar de beweegredenen van analisten om bedrijven al dan niet de hemel in te prijzen en daarmee de beurskoers op te jagen, leidt tot vergelijkbare conclusies. Natuurlijk doen de cijfers er iets toe. Natuurlijk wordt ook gekeken naar reputatie in de markt. Maar ook hier scoren zachte factoren en de stijl van de leider heel hoog als beïnvloedende factor. Sommige onderzoeken geven 30 procent aan als marge tussen goed en slecht communiceren. En onder goed communiceren wordt dan verstaan helder uitleggen wat de richting is, langs welke bakens die zal gaan. En geloofwaardig overkomen als de CEO aan wie dat gaat lukken. En consistent zijn.
Waar brengt ons dat?
Naar meer aandacht voor reputatie-management bijvoorbeeld. Het managen van de medewerkers en van de analisten en aandeelhouders wordt meer dan ooit bepaald door reputatie. Naar een revival van het marketingvak. En niet meer alleen gericht op klanten, maar ook op de reputatie bij de medewerkers en bij de geldverschaffers.
Communicatieve vaardigheden worden dus steeds belangrijker voor de manager. De vorm van de boodschap zal net zoveel aandacht moeten krijgen als de inhoud. Voor de toppers zullen headhunters veel meer gaan acteren als casting-bureaus. Maar: communiceren is niet alleen zenden. Ook de vaardigheden om te luisteren, signalen te interpreteren en er zichtbaar iets mee te doen, worden belangrijker. Emotionele Intelligentie zijn we dat gaan noemen.
Het is interessant om te zien dat de technologie die ons de dienstenkant uit doet gaan en onze economie verandert, ook op de nieuwe vragen die daaruit voortkomen, weer antwoorden mogelijk maakt.
Er komen immers meer en meer instrumenten op de markt die het mogelijk maken om in hele korte evaluatie-sessies de thermometer in een organisatie te steken, en de sfeer te peilen. Nu worden die nog vooral gebruikt door managers die – als het aantal mensen te groot is geworden om ze gewoon zelf in de ogen te kijken en zo aan te voelen wat hen beweegt – in de gaten hebben dat ze zich kunnen laten helpen om te leren luisteren.
Misschien gaan de analisten die rapportage wel eisen in kwartaalberichten – naast alle andere cijfers die al gebruikelijk zijn. Op zich zou dat fenomeen dan weer een indicator zijn voor de mate waarin de nieuwe economie onder ons is.
Voor mij staat als een paal boven water dat we in onze kenniseconomie met geld niet toe kunnen om de wereld draaiend te houden.
Trude Maas is werkzaam bij Hay Nederland en daar verantwoordelijk voor de sector ICT-dienstverlening. Ze is commissaris bij ABN/Amro en voormalig senator voor de PvdA.