Internetaanbieder Xs4all handelde volgens het Amsterdams gerechtshof niet onrechtmatig toen ze in 1997 weigerde een klant af te tappen.
Het gerechtshof heeft deze kwestie in hoger beroep afgehandeld. De motivatie van de uitspraak is dat er destijds wettelijk nog niets geregeld over het aftappen van e-mail en registratie van surfgedrag.
Justitie wilde dat de provider het dataverkeer zou aftappen van een klant die kinderporno verspreidde. Xs4all weigerde, omdat ze onder meer vond dat justitie beroep deed op het verkeerde wetsartikel. Het Amsterdamse gerechtshof was het daar mee eens. Het omstreden wetsartikel (125i van het wetboek van Strafvordering) biedt alleen de mogelijkheid tot digitale huiszoeking.
Tegenwoordig is het aftappen overigens wel toegestaan. Sinds eind 1998 is de Telecommunicatiewet van kracht waarin dat wordt geregeld. Aftappen kan overigens alleen onder zeer speciale omstandigheden. De wetswijziging was nodig omdat criminelen in toenemende mate via internet communiceren en justitie daar geen afluisterbevoegdheid had.