Telecombedrijf Telia gebruikt het ‘open source’ besturingssysteem Linux om meerdere virtuele servers te draaien op een S/390-mainframe van IBM. Die G6-machine is volgens de leverancier in staat maximaal 30.000 images van Linux-servers onafhankelijk van elkaar te laten functioneren. De gebruikte uitvoering van het open besturingssysteem is afkomstig van de Duitse distributeur Suse.
Volgens Steve Solazzo, vice-president Linux-strategie bij IBM, vormt deze implementatie de eerste grote bedrijfskritische infrastructuur in Europa die gebaseerd is op Linux. "Telia zal in eerste instantie de systemen van meer dan 1500 klanten in Scandinavië huisvesten op individuele Linux-images. De schaalbaarheid is echter nagenoeg ogenblikkelijk op te voeren naar het maximum van 30.000 virtuele servers."
Geloofwaardig
Analist Bill Claybrook van onderzoeksbureau Aberdeen Group onderschrijft de woorden van Solazzo. Telia’s keuze voor Linux op een mainframe is belangrijk doordat dit het gebruik van dat besturingssysteem voor serieuze, zware applicaties geloofwaardig maakt. Daarnaast is de overeenkomst ook voor IBM van groot belang; dit vergroot namelijk de markt voor de S/390-mainframes van het bedrijf.
"Het belangrijkste pluspunt van die machines is dat ze bijna nooit uitvallen. Dankzij het VM-besturingssysteem (Virtual Machine) van IBM kunnen gebruikers uitbreiden naar een groot aantal servers. Zo valt extra capaciteit voor bijvoorbeeld het huisvesten van websites relatief snel toe te voegen."
Snel uitbreiden
Financieel directeur Henrik Riedl van Telianet zegt dat het telecombedrijf nu in minder dan vijf minuten een nieuwe server kan ‘scheppen’. Voorheen nam het opzetten van een nieuwe machine ruim vijf uur in beslag. "De combinatie van mainframe en Linux biedt ons als Internet-aanbieder veel flexibiliteit. Hierdoor kunnen wij onze klanten een hogere beschikbaarheid en betrouwbaarheid garanderen tegen lagere kosten."
De Zweedse telecomaanbieder gebruikte voorheen tientallen servers van Unix-leverancier Sun Microsystems voor het huisvesten van websites en applicaties voor derden. Dit zijn twee Enterprise 10.000-servers (bekend als Starfire) en bijna zeventig andere, lichte tot middelzware, Ultrasparc-servers. Die machines worden de komende weken vervangen door één S/390-machine met twaalf Mips-processors en meerdere Linux-images.
Gescheiden
Elke van de virtuele Linux-servers is zichtbaar en beheerbaar als een op zichzelf staande machine. Het totaalsysteem is door Telia als één geheel te beheren. De klanten van de Internet-aanbieder krijgen elk toegang tot ‘hun’ server zonder dat zij de andere servers op het mainframe zelfs maar waarnemen. De scheiding tussen de verschillende webservers strekt zich ook uit tot het functioneren van die machines; storingen bij de ene server hebben geen invloed op de andere images, laat staan op het onderliggende mainframe.
Bovendien kunnen de beheerders van Telia exact instellen hoeveel systeemcapaciteit elke virtuele server krijgt toegewezen. Een – al dan niet onverwachte – zware belasting voor één van de Linux-machines heeft daardoor geen gevolgen voor de rest van het systeem. Dit is te danken aan de geavanceerde mogelijkheden voor clustering en virtuele systemen die zijn opgenomen in de S/390-hardware en het besturingssysteem, OS/390.
Vervangingsslag
Telia verbindt het G6-mainframe aan een Shark-opslagsysteem van IBM met een capaciteit van 11,4 terabyte. Dit moet klanten meer opslagruimte geven voor websites en applicaties, zonder dat Telia bij uitbreiding van die ruimte de configuratie van zijn systemen moet aanpassen. De opslag is tot nog toe overgelaten aan Symmetrix-schijfsystemen van opslagleverancier EMC.
Verder wil Telia ook zijn huidige factureringssysteem, op basis van Oracle-databanken, vervangen. Het is nog niet bekend of de telecomaanbieder deze applicatie ook op zijn nieuwe mainframe wil laten draaien. Berichten doen de ronde dat dit wel het geval zou zijn, en wel met de Linux-uitvoering van IBM’s DB2-databank.
De S/390-computer wordt later deze maand afgeleverd bij Telia’s rekencentrum in Kopenhagen. Deze bestelling heeft een waarde van zeker drie miljoen dollar, maar beide partijen weigeren een exact bedrag te noemen. De kosten kunnen namelijk nog oplopen door langlopende dienstverleningscontracten die zijn gesloten vanwege deze superserver. Bovendien verwacht IBM aanvullende inkomsten zodra Telia extra capaciteit voor het systeem activeert.