De softwaremarkt is nog nooit zo onoverzichtelijk geweest als vandaag de dag. Ontwikkelingen als gedistribueerde computersystemen, internet en elektronisch zakendoen hebben gezorgd voor een breed scala aan softwareproducten die niet in enkele eenvoudige categorieën zijn in te delen. Vooral de term ‘middleware’ wordt te pas en te onpas gebruikt. Uit een onderzoek van OTR Groep blijkt dat veel managers nauwelijks weten waar ze mee bezig zijn.
Uit onderzoek van OTR Groep naar de toepassing van middleware blijkt dat veel managers in niet-technische functies niet weten wat middleware is. Nog verrassender is de uitkomst dat de meeste deelnemers geen idee hebben of de investeringen in middleware ook echt positieve financiële gevolgen hebben. Slechts 40 procent van de onderzochte bedrijven meldt een positief resultaat op hun investeringen.
Een belangrijke reden voor deze situatie is dat vooral de middlewaremarkt geteisterd wordt door voor niet-ingewijden onbegrijpelijk jargon, dat ook nog eens met iedere modeverandering wijzigt. Veel respondenten bij de 400 door OTR onderzochte bedrijven geven dan ook aan dat bij investeringen in middleware managers niet wisten waar ze precies hun handtekening onder zetten
Andere begrippen
Bij de bedrijven die wel zeggen te weten wat middleware is, blijkt iedereen een andere definitie van het begrip te hanteren. Dat is overigens die bedrijven niet aan te rekenen, omdat ook leveranciers, analisten en onderzoeksbureaus er verschillende definities op na blijken te houden. OTR zelf hanteert de minimum-definitie: middleware ondersteunt gestandaardiseerde interfaces en zorgt voor een beter verloop van gedistribueerde computer-activiteiten.
Uit die definitie in combinatie met het onderzoek volgt dat 49 procent van de onderzochte bedrijven geen middleware gebruikt, en 14 procent middleware inzet volgens de definitie van OTR. 12 Procent vroeg om een definitie, en 25 procent had geen idee wat middleware precies is.
Ondanks deze verwarring komt OTR wel tot enige conclusies over de effectiviteit van middleware. Zo blijkt uit de onderzochte praktijkgevallen dat het gebruik van middleware om best of breed-pakketen aan elkaar te plakken erg moeilijk is, en in vrijwel alle gevallen tegenvalt. Deze conclusie lijkt Larry Ellison gelijk te geven in zijn recente aanvallen op ‘de mannen met het lijmpistool’, ofwel de consultants die proberen pakketten aan elkaar te plakken.
WAP
Daarnaast komt het onderzoeksbureau tot de conclusie dat middleware geschikt is om oude legacy-systemen en nieuwe systemen met elkaar te verbinden, maar dat die operatie altijd veel moeilijker is en langer duurt dan verwacht. De moeilijkheden die bedrijven hebben bij middleware-implementaties en de onduidelijkheid rond het product zorgen voor een rem op de groei van de markt.
Die groei blijft daarom achter bij andere IT-segmenten, maar ligt nog altijd tussen de 20 en 35 procent per jaar. OTR verwacht niet dat middleware, ondanks de negatieve geluiden die geregeld te horen zijn, de komende tijd zal verdwijnen. Dit jaar gaat in de middlewaremarkt een bedrag om van 4,3 miljard euro. In 2003 zal dat 9,7 miljard zijn.
Wel worden steeds meer functionaliteiten van middleware langzaam opgeslokt door besturingssystemen. Microsoft heeft bijvoorbeeld in Windows 2000 een reeks functionaliteiten opgenomen die fungeren als middleware, op basis van de standaarden XML (eXtensible Markup Language) en Soap (Simple Object Access Protocol). XML is een belangrijke technologie voor middleware, die echter niet probleemloos functioneert doordat het nog in ontwikkeling is.
Uit het onderzoek blijkt dat veel bedrijven middleware installeren om elektronisch zakendoen op hun bestaande systemen mogelijk te maken. Van de onderzochte bedrijven gebruikt 22 procent middleware om nieuwe kanalen aan het bestaande zakelijk kanaal toe te voegen. Dat gebeurt voor een belangrijk deel in het b2c-segment (business-to-consumer).
De problemen die bedrijven daarin ondervinden komen niet alleen voort uit technische onvolkomenheden. OTR noemt in zijn rapport het voorbeeld van een Britse financiële instelling die zijn klanten de mogelijkheid wilde bieden met een WAP-telefoon transacties te doen. Bij de aanpassing van het systeem werd rekening gehouden met 250.000 gebruikers. De impopulariteit van WAP in dit beginstadium leidde er echter toe dat uiteindelijk slechts 20.000 mensen van die mogelijkheid gebruik maken.