Onze kinderen gaan hier in Stockholm iedere dag naar de internationale school. Toch denk ik soms dat mijn dochter beter weet wat er dagelijks in haar oude klas in Nederland gebeurt dan hier in Stockholm. Rond half-negen gaat iedere avond de Internet-PC aan. Eerst horen wij het modem inbellen. Na enkele minuten beginnen dan de "oh-oh’s".
Ieder kreetje betekent een berichtje dat binnenkomt. En vaak zit ze na enige tijd in haar eentje te lachen. Iedere avond kijken zo’n vijf tot acht Nederlandse klasgenoten in ICQ, om te zien wie er op dat tijdstip online op Internet vertoeft. En op mijn dochter na hebben die elkaar de hele dag al gezien.
Voor jongeren is veel en vaak communiceren heel belangrijk. Maar communicatie is ook van belang voor het bedrijfsleven. Als er iets misgaat is het dikwijls een gevolg van slechte communicatie. Dat maakt een snelle daling van de kosten van het communiceren belangrijker. Dit wordt gezien als de motor achter de vijfde Kondratieff-golf. Deze lange-termijngolf in de economie kun je ook de vijfde industriële revolutie noemen. Na afloop van zo’n revolutie zijn de regels van het spel vaak geheel veranderd. Daarvoor moet je soms vooruit kijken en daarover gaat deze column.
De Economist noemde het jaren geleden al ‘Death of Distance’. Afstand zou niet langer de kosten van communicatie bepalen. Toen bestonden er nog forse verschillen in lokaal, interlokaal en internationaal bellen. Bovenstaand voorbeeld illustreert het gelijk van het Engelse kwaliteitsblad. De kosten van communicatie worden nu nog bepaald door hoeveelheid, uitgedrukt in tijd of megabytes. Straks niet meer. Zo’n stelling vergt enige durf om vooruit te kijken. Alle business-modellen van telecom-operators zijn hierop gebaseerd. In de vorige column gaf ik aan dat radiobandbreedte schaars is en per byte berekend wordt – straks per megabyte. Toch kun je al een ander model ontwaren: betalen per serviceklasse, onafhankelijk van afstand, tijd en hoeveelheid bytes. Voor Adsl en kabel betaal je een vast maandtarief. Dat is een eenvoudig vast tarief voor een bepaalde bandbreedte met een bepaald kwaliteitsniveau. De kosten van communicatie dalen razend snel en zullen uiteindelijk zo gering gaan worden dat je niet meer per kilometer (regio of landgrens), per seconde en per megabyte een rekening wilt opstellen. Het opstellen van die rekening kost dan zeker vele malen meer dan de kosten van de infrastructuur, apparatuur, huur en licenties voor het verzenden van bitmassa’s. De bestaande ‘billing‘-diensten kun je beter gebruiken voor het in rekening brengen van diensten waar je geld voor kunt vragen.
Tegen die tijd zal ook duidelijk zijn wat de vijfde industriële revolutie was. Ik denk zelf dat het in deze revolutie zal gaan om elektronica, optica en radio. Computers zijn geen calculators, maar communicators. En ontwikkelaars kwamen er een aantal jaren geleden achter hoe je optisch meerdere kleuren laserlicht in één keer kunt versterken; net zoals de transistor een elektrische spanning kon versterken. Toen de transistor er eenmaal was, leerde men met transistoren schakelen in een chip en zo ontstond de computer. Nu is de verwachting dat straks ook optische datastromen geschakeld kunnen worden. Als je terabits per seconde verwerkt kun je niet bij ieder knooppunt iedere optische bit omvormen naar een digitale elektrische bit en terug. En Bluetooth biedt straks iedereen zijn eigen radiocel met een vrij radiospectrum. Dan is het de vraag hoe veel meer je kunt communiceren voor hetzelfde geld (tot dat je tijd op is) of hoe je geheel nieuwe dingen kunt gaan doen. Waardecreatie verschuift dan van het aanbieden van communicatietransport naar communicatiediensten. De markt begint dat door te krijgen. Geld moet straks verdiend worden met diensten, niet met bandbreedte.
"Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst" luidt het spreekwoord. Met bovenstaand inzicht is het goed te begrijpen dat die jongeren veel ess-emm-essen. Ouderen zien SMS als een briefkaart die je tijdens vakantie uit het buitenland verstuurt en die zo’n 30 tot 50 cent mag kosten. Jongeren verzenden ze alsof ze een cent per dozijn kosten. En gelijk hebben ze. Dat wordt hun wereld, denk ik, als ik weer eens een hoge telefoonrekening moet betalen. Ondertussen wacht ik nog steeds op Adsl. De Zweedse versie van het Spaanse ‘ma�ana’ schoof al iedere maand een maand op, en nu is het al twaalf maanden geworden. Ik hoop dat dat in Nederland beter gaat, want diensten komen pas tot ontwikkeling als de infrastructuur er ligt. Als je die pas ontwikkelt als de jeugd ouder geworden is, dan ben je te laat. Dan zijn de regels al veranderd voordat je het door hebt.
Egbert-jan.sol@ericsson.com, vice president Technology Ericsson Nederland