De overheid moet in vier jaar én 600 miljoen gulden extra én meer steun geven aan ICT-projecten van burgers in de grote steden. Aldus de commissie Cerfontaine.
Deze adviesgroep heeft gisteravond haar rapport ‘ICT en de Stad’ aangeboden aan minister Van Boxtel van grote stedenbeleid. Er moeten ook ‘digitale kraamkamers’ komen om ICT-plannen van burgers uit te broeden.
De commissie vindt daarmee impliciet de huidige projecten, zoals de ‘digitale trapveldjes’ met laagdrempelige toegang tot computers in de wijken niet voldoende. Daarin steekt de overheid dit jaar zo’n 35 miljoen gulden.
De regering verwacht dat de invloed van ICT blijft toenemen, en de steden dienen zich daarop in te stellen. ICT kan helpen bij de stadsproblemen, bijvoorbeeld bij het verbeteren van de leefomstandigheden, vindt de commissie, waarvan voorzitter drs G. Cerfontaine directeur van Schiphol is. Burgers en instellingen moeten alle ruimte krijgen om hun ICT-plannen te realiseren. De overheid moet die plannen inhoudelijk en met geld ondersteunen, liefst via een nationaal stimuleringsfonds ‘ICT en de Stad’. Bij het opzetten van ICT-projecten moeten de behoeften en ideeën van burgers voorop staan, niet die van de gemeenten.
Wijkwethouder Tjeerd Herrema is blij met de aankondiging. Hij beheert ICT in de wijk Zeeburg in Amsterdam, met onder meer de Indische Buurt en 25.000 inwoners, van wie ruim de helft Turks of Marokkaans. Zeeburg is bezig met een aantal initiatieven, zoals een digitaal trapveld (klaar in maart), en er zijn nog tientallen andere projecten van de buurtbewoners waar de deelraad geen geld voor heeft. Bijvoorbeeld het opzetten van een website voor ouders die opvang voor hun kinderen zoeken. Ook is Zeeburg bezig met het digitaliseren van verenigingen en het project ‘Tweede kans computers’, waarbij 150 mensen – volgens Herrema te weinig – met een uitkering een volwaardige computer thuis krijgen. De deelraad heeft veel moeite in zijn eigen site gestoken, en daarmee extra kosten van zo’n 150.000 gulden gemaakt om kwaliteit te bieden. Herrema benadrukt dat het van belang is te voorkomen dat elke buurt weer opnieuw het wiel gaat uitvinden, en er zo veel geld aan steeds herhaalde leertprocessen verloren gaat.
Steden kunnen volgens de commissie Cerfontaine niet langer zonder een visie op ICT. Een virtuele markt voor een wijk kan bijvoorbeeld bijdragen aan de versterking van de sociale samenhang. Laagopgeleide jongeren of langdurig werklozen kunnen in hun eigen woonomgeving ICT-vaardigheden aanleren of een stage bij een ICT-bedrijf volgen. Educatieve software kan buitenlanders en andere minderheden helpen bij inburgering.
De informatiesamenleving vraagt ook om een andere instelling van de lokale overheid; zowel de lokale politici alsook de ambtenaren moeten minder aanbodgericht en meer vraaggericht gaan denken en handelen. Dat wil zeggen: de burgers moeten met goede ICT-plannen te komen. Lokale overheden dienen hun burgers alle ruimte te geven, te stimuleren en hen te begeleiden.
Maar dat kan nog beter via op te richten digitale kraamkamers. Hier kunnen burgers en instellingen terecht met hun ICT-initiatieven. Deze kraamkamers zouden vooral in de aandachtswijken moeten komen. De initiatieven moeten (zowel inhoudelijk als financieel) worden ondersteund vanuit het op te richten nationaal stimuleringsfonds ‘ICT en de Stad’. Voor dit fonds moet de overheid voor een periode van vier jaar jaarlijks 150 miljoen gulden reserveren.
In april startte het project ‘Digitale trapvelden’ van minister van Boxtel, waarbij dertig steden elk ongeveer een half miljoen kregen om laagdrempelige computerlokalen in te richten. In totaal is er voor dit project 34 miljoen beschikbaar, in samenwerking met Microsoft, Arthur Andersen, Cisco Systems, Compaq, CTG, Getronics, IBM, KPN, Ordina, Roccade, TAS groep en stichting Nederland Kennisland die ondersteuning bieden.