Net nu in de VS ‘incubators’ en durfkapitalisten van het eerste uur klap na klap te verwerken krijgen, beginnen bedrijven uit de ‘oude economie’ de ene broedmachine na de andere, constateert Nico Dikstaal. En ook Nederlandse incubators willen van geen wijken weten.
Het gaat niet goed met ’s werelds grootste en bekendste broedmachine voor startende Internetbedrijven, CMGI. De Amerikaanse incubator – letterlijk: couveuse – neemt deel en heeft meerderheidsbelangen in zo’n zeventig Internetbedrijven, in de hoop die ooit voor veel geld naar de beurs te brengen. Het aantal participaties daalt nu, maar niet dankzij beursintroducties. Bij 1stUp.com, de aanbieder van gratis Internet, gaat de stekker eruit en ‘entertainment portal’ iCast Business wacht hetzelfde lot als zich voor 31 januari geen koper aandient. Beide bedrijven zijn voor hun inkomsten sterk afhankelijk van online advertenties en daar zit de afgelopen maanden behoorlijk de klad in. Beleggers krijgen langzamerhand hun twijfels over de effectiviteit van banners en buttons. Mothernature.com, Furniture.com en Productopia, ook startups die nog maar kort geleden samen knus in CMGI’s broedmachine zaten, hielden al eerder dit jaar op te bestaan.
Bodemloze putten
De dramatisch gedaalde beurskoers van CMGI dwingt chief executive officer David Wetherell tot reorganiseren, waarvoor hij onlangs negentig miljoen dollar heeft uitgetrokken – wat de operatie overigens goedkoper maakt dan Wetherell’s optieplan, dat hem dit jaar 102 miljoen dollar oplevert. Waarschijnlijk gaan er tweehonderd tot vijfhonderd ontslagen vallen. Sinds beleggers Internet-aandelen afgelopen april wereldwijd de rug toekeerden – Nina Brink weet er alles van – daalde de beurskoers van CMGI een week geleden tot rond de twaalf dollar. Een klein jaar eerder betaalden beleggers nog grif ruim driehonderd dollar voor een stukje CMGI. Concurrent ICG, Internet Capital Group, vergaat het niet veel beter. Het aandeel daalde binnen een jaar tijd 95 procent in waarde.
Alan Meckler, directeur van Internet.com, een site die overal vakinformatie verzamelt over het Internet, vergeleek CMGI onlangs met een ‘collectie bodemloze putten’. De rest van de vierhonderd Amerikaanse incubators heeft het eveneens niet makkelijk. Bekende broedmachines als Garage.com en Idealab stelden hun eigen beursgang noodgedwongen uit. En voorlopig is er weinig zicht op betere tijden. Zo verwachten analisten pas halverwege volgend jaar een beeld te kunnen vormen van de financiële positie van CMGI.
De problemen in de VS lijken Nederlandse incubators en durfkapitalisten voorlopig niet te deren, terwijl toch ook hier Internet niet langer het toverwoord is dat beleggers spontaan hun knip doet trekken. Newconomy en Gorillapark, incubators naar Amerikaans model, gaan, net als overheids-broedmachine Twinning, niettemin gewoon op de ingeslagen weg door. Sterker nog, ze krijgen in hoog tempo ondersteuning uit traditionele hoek: gevestigde bedrijven als KPN, VNU, IBM en Arthur Andersen stortten zich de afgelopen maanden de een na de ander vol overgave op beginnende ‘dotcoms’.
In ruil voor een fors belang in de startups, leveren incubators kantoorruimte, administratieve ondersteuning, expertise, een netwerk van zakelijke contacten en niet te vergeten: financiële ondersteuning. Pure incubators als Newconomy en Gorillapark doen dat in de hoop dat zich tussen alle eendagskuikens de kip met de gouden eieren schuilhoudt. Eenmaal vetgemest kan die dan naar de beurs worden gebracht – een ‘exit’ zoals dat in investeerderskringen heet – om het belang te verzilveren.
Samenwerking KPN en VNU
Voor IBM, VNU en – zeker – KPN zou zo’n financiële klapper mooi meegenomen zijn, maar dat is niet de hoofdreden dat ze zich op het terrein van durfkapitaal en de ‘incubatie’ begeven. KPN Valley – de naam verwijst speels naar Silicon Valley, dé broedplaats van de nieuwe economie nabij San Francisco – dat 1 januari officieel de lichten in de broedmachine ontsteekt en daarvoor in eerste instantie 100 miljoen euro ter beschikking heeft, zoekt naar nieuwe Internettoepassingen "op het snijvlak van mobiel, Internet en content", zei directeur Rob Langezaal eerder in Het Financieele Dagblad. Verder gaat het KPN er ook om potentiële afnemers van zijn producten en diensten alvast aan de borst te drukken. Daarbij is het deelnemen in startups een manier om voeling met de nieuwste technologie te houden en ervoor te zorgen dat werknemers met goede ideeën hun heil niet elders zoeken – wat in het recente verleden nog wel eens gebeurde. En last but not least: om de miljarden die KPN investeerde in Umts-frequenties ooit te laten renderen – want alleen telefoneren en berichtjes versturen schiet niet op en kan bovendien met de bestaande technologie – is het ook hoognodig dat op dit terrein een paar ondernemers met durf en visie opstaan. KPN helpt ze graag een handje.
KPN Valley, dat samenwerkt met een ‘venture capitalist’, omdat "die weten wat een startend bedrijf waard is", is niet de eerste ervaring van KPN met durfkapitaal. KPN Ventures bestaat al langer, investeert inmiddels in ruim vijftig bedrijfjes, en heeft onlangs een joint venture met uitgever VNU opgezet. Ook VNU wil niets missen van wat er aan nieuwe technologie op de markt gaat komen en stopt daarom, net als partner KPN, vijftien miljoen dollar in het gezamenlijke investeringsfonds. Manager Berend Hilberts van VNU Ventures – "de trends en de interessante ontwikkelingen doen zich toch eerst voor bij kleine bedrijfjes en als daar over twee, drie jaar iets uitkomt, willen wij vooraan zitten"- hoeft zijn voorgenomen beleid niet bij te stellen door de malaise op de venture capital-markt in de VS. "Wij zijn nooit te lankmoedig geweest, want wij verschijnen net, ruim na de hype. Maar je ziet natuurlijk wel dat de rest kritischer is geworden. Ook de startups zelf zijn realistischer geworden en weten dat ze minder waard zijn. Voor ons en andere venture capitalists is dat gunstig, want we krijgen nu hetzelfde voor minder geld. Een ander voordeel voor ons is dat ook de venture capitalists behoudender zijn geworden en hun risico’s liever spreiden. Startups die ze eerst voor zichzelf gehouden zouden hebben, willen ze nu wel delen met anderen. Bovendien zien ze tegenwoordig graag dat er ook strategische investeerders zoals KPN en VNU bij betrokken zijn. Overigens zijn we niet alleen een strategische investeerder, er moet natuurlijk wel een marktconform rendement tegenover staan – dat is wel een randvoorwaarde."
Als een incubator kan het initiatief van KPN en VNU eigenlijk niet betiteld worden. "We beperken ons tot een financiële bijdrage", benadrukt Hilberts. "We zetten geen mensen op plekken die de startups zelf niet kunnen vullen, we voeren geen administratie en helpen niet businessplannen te verbeteren en bij te stellen." Een beursgang van startups is daarentegen niet uitgesloten. De eerste financiering moet nog verstrekt worden – "we zijn bezig de organisatie op te zetten maar hebben al een paar aardige plannen liggen "- maar een IPO (‘initial public offering’) of een beursgang is "een mogelijke exit-strategie". "Andere mogelijkheden zijn dat we ons belang verkopen aan een derde of uiteindelijk het hele bedrijf overnemen."
Net Generation van IBM
Ook IBM, dat voor zijn Net Generation-project, in IBM-kringen kortweg ‘NetGen’ genoemd, wereldwijd 500 miljoen dollar en daarnaast gratis soft- en hardware beschikbaar heeft, betreedt de dotcom-arena aan de hand van durfkapitalisten. Monique Coebergh, manager NetGen-Nederland: "We zijn zelf geen incubator, maar we werken samen met zo’n vijfentwintig Nederlandse investeerders. De vijfhonderd miljoen dollar is wel bedoeld voor startende Internetbedrijven, maar IBM investeert dat geld via venture capitalists en in welke fondsen dat gebeurt, wordt niet lokaal beslist. NetGen stelt hard- en software ter beschikking, daarnaast ook schuldfinanciering voor de ICT-behoefte van startende bedrijven. Daarover beslissen wij hier overigens wel, maar we nemen geen belang en geven bijvoorbeeld ook geen administratieve en juridische ondersteuning." Coebergh windt er geen doekjes om: het draait weliswaar niet om klappers bij een eventuele beursgang, maar NetGen is natuurlijk geen liefdadige instelling. "Het is ons erom te doen de starters te laten kennismaken met de producten van IBM. En andersom: om de IBM-organisatie te laten kennismaken met Internetbedrijven. Die willen snelheid en flexibiliteit, ze stellen andere eisen aan IT-leveranciers en daarvoor is NetGen ook mede opgericht, om op die behoefte in te spelen."
Coebergh en haar team van vijftien mensen vormen de schakel tussen de webwereld en de rest van IBM. In tegenstelling tot bijvoorbeeld KPN Valley, dat buiten de meer traditionele cultuur van KPN beter – slagvaardiger – denkt te kunnen opereren, is NetGen dan ook gewoon gevestigd in het hoofdkantoor aan de Johan Huizingalaan. Het stelt zich van meet af aan ten doel startups te helpen de ’time to profit’ scherper te stellen. "In die zin kun je zeggen dat we een vooruitziende blik hebben gehad", zegt Coebergh. Want de veranderde marktomstandigheden zijn ook aan de Johan Huizingalaan niet onopgemerkt gebleven.
"Je ziet dat het aantal startups niet zozeer is afgenomen, maar dat het aantal startups met funding – startfinanciering – wel is gedaald. Venture capital is er nog genoeg en de bedragen die worden geïnvesteerd, stijgen ook nog. Wel zie je dat ze er nu graag een bedrijf als IBM bij willen betrekken, omdat wij kunnen beoordelen of een plan ook technologisch haalbaar is. Verder is de kwaliteit van de startups toegenomen, ze hebben bijvoorbeeld vaker bedrijven uit de ‘brick and mortar’- wereld als partners, en dat is wel een positieve ontwikkeling."
Aarzelingen
Positieve ontwikkelingen ziet ook Maurice de Hond, oprichter en bestuursvoorzitter van incubator Newconomy, nog genoeg. Bovendien is de Amerikaanse situatie niet te vergelijken met die in Nederland. "Al is het natuurlijk niet leuk wat er met de onze beurskoers gebeurt, maar daar moet je je niet te veel door laten leiden of afleiden." En investeerders zijn er nog genoeg, aldus De Hond, alleen "is er wat meer aarzeling bij het kiezen van projecten." Dat hoort bij het volwassen worden van de markt. "In het begin kreeg ik hier mensen langs met nauwelijks een idee die vonden dat hun bedrijf al twintig of dertig miljoen gulden waard was. Ja, die tijden zijn voorbij."
Newconomy stevent sinds de beursintroductie op 20 april af op een halvering van de introductiekoers van 10,50 euro. Vorige week sloot het aandeel op 5,70 euro. Het aandeel lijkt de Amerikaanse trend te volgen, maar er zijn meer verschillen dan overeenkomsten, vindt De Hond. "De hype heeft in de VS veel langer geduurd. De koers van CMGI bijvoorbeeld is dramatisch gedaald ten opzichte van een jaar geleden, maar nog altijd hoger dan in de beginperiode een paar jaar geleden. Daarbij stellen beleggers hun verwachtingen bij, maar dat betekent niet dat het slechter gaat. Yahoo en AOL maken forse winsten en ‘onderhuids’ groeien Internetgebruik en e-commerce gewoon door. Daar is weinig veranderd. Maar de waanzinnige groeipercentages zijn weg en die waren al verdisconteerd in de koersen. Dat wordt bijgesteld. Dus als Yahoo 100 miljoen dollar winst rapporteert, maar daarbij aantekent dat ze een groei van, zeg maar dertig procent verwachten in plaats van zestig procent – de exacte cijfers weet ik zo niet – dan zakt de aandelenkoers. Maar dertig procent is dan nog steeds heel goed."
Internetbedrijven in de VS opereren bovendien op een heel andere schaal, aldus De Hond. "Door de grote thuismarkt die ze bedienen, zitten ze zo met drie- tot vierhonderd man personeel en zonder dat er ooit inkomsten zijn geweest. Die bedrijven hebben een burn rate waar je koud van wordt. In Nederland daarentegen praat je bij de meeste Internetbedrijven over een paar miljoen gulden en enkele medewerkers. Het afbreukrisico is kleiner."
Ook dat met name Internetbedrijven die afhankelijk zijn van online advertising het in de VS zwaar hebben, verontrust De Hond niet. "Die markt begint hier net op te komen. Laten we wel wezen: online adverteren stelt in Nederland nog niet zoveel voor. Dit jaar ging er iets van vijftig miljoen gulden om en dat wordt volgend jaar honderd tot 150 miljoen. Het begint net te komen. Dus grote klappen zijn niet te verwachten."
Initiatiefrijk accelereren
Newconomy heeft na het omslaan van het sentiment in april zijn strategie wel aangescherpt. Die luidt nu ‘het maximaliseren van de aandeelshouderswaarde door het accelereren van kansrijke bedrijven en initiatieven in de nieuwe economie’. Maar wat verandert er in de praktijk? De Hond: "Dat we wat terughoudender zijn met investeren in onze ‘powerhouses’, bedrijven met een groot potentieel maar een dito kapitaalbehoefte. Voor het overige verloopt alles zoals we het aanvankelijk hadden gepland. Alle bedrijven in ons netwerk groeien, sommige zelfs met driehonderd procent per jaar."
Maar toch, Newconomy kan voorlopig zelf geen aandelen uitgeven, dat is immers niet echt raadzaam bij deze koers, en het kan evenmin belangen verzilveren door participaties naar de beurs te brengen. "Dat het klimaat tegenzit, is wel vervelend, maar niet onoverkomelijk. En we hebben nooit alles laten afhangen van IPO’s, want hoeveel Internetbedrijven zijn er in Nederland nu helemaal beursgenoteerd? Bovendien heb je bij een beursgang niet meteen geld op zak, want dan moet je je belang ook wegdoen. Maar je weet dan wel wat de onderneming, en dus je belang waard is. Zo zitten wij nog steeds in TIE, ook al is dat inmiddels beursgenoteerd. Daarbij zijn in Nederland overnames door buitenlandse partijen veel waarschijnlijker. Zelf hebben we Ricardo ook aan een buitenlandse partij verkocht. Er zijn dus nog wel andere exit-mogelijkheden."
Gorillapark naar de beurs
Ook Jeroen Mol (‘Jerome’ als hij de buitenlandse vestigingen van Gorillapark afreist), ceo van Gorillapark reageert laconiek op de, ook hem, welbekende, situatie in de VS. "Dat is de markt, dus daarmee hebben wij eveneens te maken. Ook hier in Engeland (Gorillapark heeft vestigingen in Amsterdam, Londen, München, Stockholm en Parijs – Red.) zie je dat venture capitalists fuseren om het leed te delen." Dat Gorillapark door het beursklimaat even geen startups naar de beurs kan brengen, levert volgens Mol geen problemen op. Nee, er zit zelfs een positieve kant aan de ontwikkeling: venture capitalists zijn huiveriger geworden om in echte startups te investeren, zodat de concurrentie om de echt goede ideeën wat minder hevig wordt. En dat is in het voordeel van Gorillapark, dat standaard een belang neemt van 25 procent in de beginnende bedrijven die het begeleidt. "Eén soort deal, dat is lekker duidelijk", aldus Mol, die er nog maar eens op wijst dat alleen Gorillapark en Twinning incubators zijn in de ware zin des woords. "Wij doen alleen seed financing en daar blijft het ook bij. CMGI en veel andere investeringsfondsen financieren alle stadia."
Mol, lachend: "Nee, ik zie echt geen problemen. Geld hebben we genoeg en de bedrijven waarin we hebben geïnvesteerd doen het goed. Van de veertien bedrijven waarmee we begonnen, hebben we er nog maar eentje afgeschreven. Neem Swapit Shop, een soort eBay voor kinderen, dat binnen no time 115.000 kinderen aan zich bond en nu al 12 miljoen ‘pageviews’ per maand genereert." Maar de voor dit jaar geplande beursgang van Gorillapark zelf dan? "Ik heb gezegd dat we in december klaar zouden zijn voor een IPO en dat gaat ook lukken. Het lijkt er nu niet op dat we tegen die tijd ook metterdaad naar de beurs zullen gaan, want het klimaat is daar momenteel niet naar. Maar dat kan veranderen en bovendien: we hebben genoeg geld om het voorlopig uit te zingen."
Nico Dikstaal Freelance Medewerker