Microsoft en Hewlett-Packard (HP) onderhandelen momenteel over een breed samenwerkingsverband voor hun Java-alternatieven. De eerstgenoemde softwareleverancier zet momenteel een universele programmeertaal C# in de steigers onder de vleugels van zijn .Net-strategie. De tweede IT-onderneming heeft reeds Internet-middleware E-speak en Java-kloon Chai ontwikkeld.
De beoogde samenwerking moet die verschillende hulpmiddelen voor het ontwikkelen en koppelen van applicaties aan elkaar verbinden. HP en Microsoft voerden vorig jaar al gesprekken over het ondersteunen van de E-speak-software van de eerstgenoemde IT-leverancier.
Microsofts programmeertaal C# is in wezen een tegenhanger voor Sun Microsystems’ platformonafhankelijke taal Java. Microsoft zegt al geruime tijd die concurrerende technologie te willen ondersteunen in zijn eigen software, maar dat de langlopende rechtszaak van Sun wegens Java-licentiebreuk dit verhindert.
Kloon
Microsoft heeft in 1998 dan ook een licentie genomen op HP’s Java-kloon Chai, maar daar tot op heden niets mee gedaan. Die software is een Java Virtual Machine voor ingebedde en mobiele apparatuur. HP heeft dit programma zelf ontworpen zonder code te gebruiken van Java-schepper Sun (een zogeheten ‘clean-room’-implementatie).
Dit wekte de wrevel van Sun die stelt dat dergelijke software de uniformiteit van Java verwatert. Opvallend genoeg is HP wel lid van de twee Java-toezichtscommissies die Sun in het leven heeft geroepen. Terwijl Microsoft een negatief oordeel velt over Java, neemt HP een meer genuanceerd standpunt in. Beide bedrijven achten de greep van Sun op Java te sterk.
In mei vorig jaar heeft HP zijn E-speak-software onthuld. Die programmatuur is bedoeld als tussenlaag voor diverse platformen en applicaties op Internet. Dit HP-product vaart hiermee grofweg dezelfde koers als Suns Java-netwerksoftware Jini en Microsofts e-handelsprogrammatuur Biztalk.
Standaardenstrijd
Ondertussen bewandelt Microsoft met zijn toekomstige universele programmeertaal C# (spreek uit: c-sharp – red.) een opvallende route. De softwareleverancier heeft specificaties voor zijn nieuwe taal én voor een deel van de .Net-software ingediend bij de standaardisatie-organisatie Ecma (European Computer Manufacturers Association).
Microsoft wil zijn programmatuur niet alleen tot de facto-standaard verheffen, maar streeft ook naar officiële erkenning. Ironisch genoeg is de Ecma dezelfde organisatie waar Sun Microsystems zich in tweede instantie toe wendde om zijn platformonafhankelijke programmeertaal Java tot standaard te laten uitroepen.
Dit nadat Suns standaardisatiepogingen waren stukgelopen op een cruciaal meningsverschil met de ISO (International Standards Organisation). Die instantie staat een treetje hoger dan de Ecma die ‘zijn’ goedgekeurde standaarden via een speciale, snelle route weer indient bij de ISO.
De breuk tussen Sun en de ISO was ontstaan doordat de softwareproducent weigerde de zeggenschap over zijn schepping uit handen te geven. Dit is een eis van de ISO voor standaardisatie. De Ecma hanteert nuances voor dergelijke eisen en zou die – na ratificatie van een standaard – wellicht kunnen doordrukken bij de ISO. Sun kwam er echter ook met de Ecma niet uit.
George Paolini, vice-president Java Community bij Sun, liet vorige maand weten dat zijn bedrijf geen plannen heeft om Java opnieuw voor te leggen aan een standaardenorganisatie. "We hebben immers al twee keer een valste start gehad", aldus de topman. Sun hoopt Java nu via marktwerking tot de facto-standaard te verheffen.