Het is mogelijk om via internet te zoeken naar reeds gepatenteerde ICT-oplossingen. Het Bureau I.E. zorgt voor de rest.
Het Bureau Intellectueel Eigendom I.E.http://www.bie.minez.nl bemiddelt in het aanvragen en verlenen van octrooien. "Maar niet alle technologische vindingen zijn geschikt voor octrooien", zegt directeur Van den Berg van Bureau IE. Het aan het ministerie van Economische Zaken verbonden bureau onderscheidt octrooibescherming, modelbescherming, merkbescherming van de firma én het product. Ook zijn er diverse vormen van bescherming van voortbrengselen van de menselijke geest.
Auteursrecht is het voornaamste recht, waarmee veel software is beschermd. Softwaregiganten als Microsoft en Oracle zijn rijk geworden door het uitgeven van licenties voor hun software. Auteursrecht ontstaat spontaan en er zijn geen vereisten voor nodig. Het beschermt computerprogramma’s tegen ongeoorloofd kopiëren en heeft een lange beschermingsduur van 70 jaar na het overlijden van de auteur. Dit kan ook een bedrijf zijn. "Het auteursrecht is echter kwetsbaar voor nieuwe technologieën, want losse ideeën en toepassingen kunnen niet met auteursrecht worden beschermd", zegt Van den Berg.
Naast het auteursrecht bestaat het databankrecht. Dit beschermt de geordende verzameling gegevens tegen ongeoorloofd raadplegen. Dit recht blijft bestaan bij regelmatig onderhoud van de inhoud van de databank. Van den Berg: "Als enige eis wordt gesteld dat er tenminste 50.000 gulden wordt geïnvesteerd in de productie van een dergelijk product."
Met octrooien loopt het anders. Een octrooi is een door de overheid verleend exclusief recht om tot 20 jaar na indiening een technische uitvinding te exploiteren. Praktisch gezien is het een ruilverhouding tussen uitvinder en overheid: de overheid geeft exclusieve rechten aan de houder, waarbij de aanvrager zijn uitvinding prijsgeeft. Iedereen kan octrooi krijgen op producten en werkwijzen, zoals besturing, voorraadbeheer, beeldverwerking, betalingsverkeer, bewerken van data en telecomtechnieken. Dit laatste geldt voor bijvoorbeeld het koppelen van het telefoonnet aan internet. Niet octrooieerbaar zijn ontdekkingen, wetenschappelijke theorieën, wiskundige methoden en esthetische vormgeving.
"Maar bovenal moet de vinding onbekend, inventief en industrieel toepasbaar zijn", aldus Van den Berg. Octrooien kunnen zowel landelijk, als Europees en wereldwijd worden aangevraagd. Over het wel of niet aanvragen van octrooien is Van den Berg duidelijk: "je moet overtuigd zijn van je unieke vinding, maar vooral investeren in het octrooi. Een gemiddeld octrooi doet vandaag de dag tegen de ton (100.000 gulden). Voordeel is weer dat octrooien vrij verkoopbaar zijn." IBM is hiervan een goed voorbeeld, want het bezit veel ongebruikte octrooien en patenten onder de naam Delphionhttp://www.delphion.com.
In de VS moet de US Patent Office worden geraadpleegd. ICT-ers zijn echter gewaarschuwd. Van den Berg legt uit: "inzake het handhaven van octrooirechten bestaat er niet zoiets als een octrooipolitie." De uitvinder moet zelf de inbreukmakers opsporen en bij inbreukverbod schadevergoedingen vorderen bij de rechter. "En procederen is altijd kostbaar", besluit Van den Berg.
Online zijn diverse bronnen beschikbaar voor het wel en wee van octrooien en patenten. Octrooi Informatie Online:http://www.bie.minez.nl ennl.Esp@cenet.com. Het Amerikaans Octrooibureau is te vinden op patents.uspto.gov. Informatie over ICT-octrooien is te vinden op WIPO World Intelectual Property Organisation pctgazette.wipo.int en de kersverse International Patent Classification IPC op classifications.wipo.int.