De Amsterdamse effectenbeurs wist gisteren op het nippertje in de plus te eindigen, nadat Amerikaanse groeicijfers positiever uitvielen dan verwacht.
Uiteindelijk sloot de AEX met een miniem winstje van 0,1 procent op 662,36 punten.
Vooral de technologiefondsen vreesden dat de Amerikaanse economie een harde landing zou maken, omdat analisten ervan uitgaan dat beleggers zich in dat geval razendsnel zullen terugtrekken uit de risicovolle, hooggewaardeerde techsector. Maar een massale vlucht naar veilige havens bleef uit, want de schade voor de groei van de Amerikaanse economie viel bij nader inzien mee. Weliswaar is het groeicijfer bijgesteld naar 2,4 procent, de laagste score in vier jaar, maar van een dreigende recessie is absoluut geen sprake.
Dus konden de technologiefondsen opgelucht ademhalen en dat was vooral te merken aan de koersen van Philips en Asml. De eerste sloot uiteindelijk 1,3 procent hoger op 41,50 euro en chipmachine-fabrikant Asml maakte veel goed met een winst van 4 procent op 25,80 euro.
Maar de tevredenheid gold zeker niet voor alle technologiebedrijven. Zo zorgde het wankele vertrouwen van beleggers in Getronics ervoor dat de ICT-dienstverlener opnieuw 7,6 procent moest prijsgeven op 6,57 euro, een laagterecord over de afgelopen vier jaar. En ook voor UPC was er weinig reden tot vreugde. Het aandeel van het kabelbedrijf verloor 8 procent en belandde daarmee op 13,12 euro.
Beleggers waren niet gecharmeerd van de overname van de Duitse kabelbedrijven Telecolumbus en SMATcom, waarvoor UPC 340 miljoen euro op tafel legde.