De Dow Jones veerde iets op, maar de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq bleek niet onder de indruk van de mogelijke winst van presidentskandidaat George W. Bush.
De Nasdaq Composite Index verloor 0,8 procent en sloot op 2880,49 punten.
Vooral de halfgeleiderfondsen waren verantwoordelijk voor het verlies en trokken de technologie-index over de gehele linie naar beneden. Uiteindelijk sloot de Philadelphia halfgeleiderindex 6,4 procent lager. Broadcom leed een recordverlies van 15 procent en eindigde op 99,19 dollar, nadat Salomon Smith Barney zijn ‘rating’ voor het bedrijf had bijgesteld van 300 naar 200 dollar. Ook collega-chipbedrijven zoals Altera en Xilinx noteerden zware verliezen, nadat Lehman Brothers zijn omzetverwachting voor de beide bedrijven naar beneden had bijgesteld. Maar het aan de Dow Jones genoteerde Intel scoorde goed en dat gold overigens voor vele toonaangevende ‘blue chip’ fondsen. De Dow Jones-Index deed het daardoor met een plus van 0,7 procent op 10546,07 punten aanzienlijk beter dan de Nasdaq.
Ook Microsoft won een aantal procenten, nadat bekend werd dat de overwinning van de Republikeinen weer een stapje dichterbij is gekomen. Algemeen wordt verwacht dat George W. Bush welwillender zal staan tegenover het softwareconcern dan de Democraat Gore in de ‘anti trust’-zaak met de Amerikaanse overheid.
Toonaangevende Nasdaq-fondsen, zoals Cisco, Oracle en JDS Juniphase wisten niet te profiteren en ook de technologiebanken moesten terrein prijsgeven. Salomon Smith Barney stelde zijn winstverwachtingen voor Lehman Brothers met 26 dollarcent bij naar 5,97 dollar per aandeel en voor Goldman Sachs met 20 dollarcent naar 6 dollar per aandeel.