Het nieuwe paspoort ondervindt opnieuw vertraging. Na een eerder uitstel met drie maanden is nu ook de invoeringsdatum van 2 april 2001 onhaalbaar.
Moeilijkheden met de beveiliging van de gegevensuitwisseling tussen gemeenten en Enschedé/Sdu in Haarlem, waar het reisdocument ‘gepersonaliseerd’ wordt, zijn de grootste boosdoener.
De ontwikkeling van het paspoort gebeurt bij het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Daar loopt het project Nieuwe Generatie Reisdocumenten (NGR), dat ook een nieuwe identiteitskaart moet voortbrengen. Die kaart, de Nederlandse Identiteitskaart (NIK), zou in 2003 evenals het paspoort een chip moeten bevatten, waarin biometrische kenmerken van de houder in een ’template’ zijn vastgelegd. Een proef met die kaart in Delft heeft inmiddels een forse vertraging opgelopen.
Enschedé/Sdu kreeg van BZK in eerste instantie een drieledige opdracht. De firma moet de reisdocumenten maken, voorzieningen treffen voor personalisatie en distributie, alsmede de ICT-infrastructuur leveren. Daarin neemt het Reisdocumenten Aanvraag- en Archiefstation (Raas) een belangrijke plaats in. Met dit systeem versturen gemeenten (die hun ‘klaar terwijl u wacht’-service moeten opofferen aan een door BZK veiliger geachte centrale aanmaak) persoonsgegevens van de aanvrager en diens gescande foto en handtekening naar Haarlem. Voor de versleuteling zou de ‘V-kaart’ van Philips Crypto worden gebruikt, een standaardproduct, waarvoor buiten het BPR-agentschap ook de Binnenlandse Veiligheidsdienst en het ministerie van Defensie belangstelling hadden.
BPR-directeur Jacques Martini (die overigens in januari zijn post verlaat voor een functie bij Justitie) stelt dat Defensie de eisen zo hoog opschroefde, dat de V-kaart voor NGR te geavanceerd en te duur dreigde te worden. Toen Defensie vervolgens ‘de stekker eruit trok’, zou BPR enig afnemer worden van een product, waarvan het volgens Martini nog onzeker was of het verder dan de tekentafel zou komen. Daarop is de opdracht aan Enschedé/Sdu uitgebreid en moest dit bedrijf de beveiliging zelf ontwikkelen. Dat heeft de toch al strakke planning onder grote druk gezet.
Ook zou meespelen dat BPR leveranciers van GBA-systemen erg laat van specificaties hebben voorzien (die bovendien aanvankelijk een ‘concept’-status hadden en later nog werden aangepast), zodat hun te weinig tijd werd gegund voor de bouw van een NGR-module, die gegevens uit de GBA in het aanvraagstation klaarzet. Zowel BPR-directeur Martini als NGR-projectleider Ineke Ruiter spreekt dat tegen. Er is volgens Ruiter wel ‘veel ruis in de communicatie geweest’, maar Martini is van mening dat leveranciers gewoon prioriteit geven aan versie drie van het GBA-systeem, die 1 februari operationeel moet zijn.
Minister Roger van Boxtel, politiek verantwoordelijk voor de NGR, sloot vorige week op het Nationaal Chipcard Congres uitstel van de nieuwe reisdocumenten niet uit. Hij sprak zowel van ‘ietsje later’ als van ‘absoluut in 2001’. Het wachten was op een contraexpertise door KPMG. Onder ambtenaren Burgerzaken valt 1 oktober als nieuwe datum te vernemen, maar dat noemde Martini desgevraagd ‘speculatief’.