Hoewel veel veranderd is op het vlak van vaste en mobiele netwerken en nog snel ook, is er nauwelijks inzicht in de behoeften van eindgebruikers.
Deze prikkelende stelling legt Harry Bouwman neer. Hij is hoofddocent en sectieleider ICT, Faculteit Technologie, Beleid en Management TU Delft.
"Producenten houden zich nog te veel bezig met de mogelijkheden van het systeem. Pas op de tweede plaats komt de eindgebruiker. Ik denk dat weinig mensen belang hebben bij Wap (Wireless Application Protocol) en andere communicatiediensten. Ik kan me goed voorstellen dat jongeren veel gebruik maken van SMS (short messaging service), maar ik betwijfel of zij transacties via hun mobiele telefoon zullen verrichten. De behoefte van de eindgebruiker wordt vooral bepaald door de context waarin zij zich bevinden, bijvoorbeeld werk, en slechts heel beperkt door gebruikerskenmerken."
"De meerderheid van de werkende bevolking is nog steeds plaatsgebonden en heeft helemaal geen mobiele toepassingen nodig. Ik ben niet negatief over de ontwikkelingen op de mobiele markt, maar ik vind wel dat producenten goed moeten nadenken over de gebruikerscontext. Het is interessant om eens te bekijken wanneer en in welke omstandigheden mensen van dit type diensten gebruik maken. Ik denk dat aanbieders daar erg veel van kunnen leren."
"In de loop der jaren heb ik vergelijkbare patronen gesignaleerd bij de introductie van nieuwe systemen. Wat me opviel was dat ze allemaal dezelfde aanpak, dezelfde oplossing en hetzelfde gebrek aan succes gemeen hadden. Ik denk wel dat deze systemen in de toekomst steeds meer worden ingeburgerd, omdat de techniek steeds eenvoudiger in gebruik wordt, maar rijk worden van Internet is volgens mij alleen weggelegd voor de aanbieders van de hard- en software en de tikkenverkopers", aldus Bouwman.