Ze waren hun tijd vooruit en voorspelden een digitale toekomst. Francisco van Jole, Maurice de Hond en Thijs Chanowski, digitale wijsneuzen van vaderlandse bodem, zijn het anno 2000 volstrekt met elkaar oneens. ’45 Procent van de verhalen over e-commerce is gelogen en 45 procent is verzonnen.’
Journalist Francisco van Jole publiceerde als één van de eersten in Nederland een boek over internet: De internet-sensatie, uit 1995. Daarnaast verspreidt hij via zijn website zijn ervaringen met de nieuwe media en schrijft hij tweewekelijks een column in de Volkskrant. Desondanks beschouwt Van Jole zich zelf absoluut niet als een goeroe op dit terrein. Hij is journalist, wat wil zeggen dat hij ‘kritisch de waarheid bevraagt’. Momenteel werkt hij aan een tweede boek, waarover hij nog niets wil zeggen.
De Internetsensatie kenmerkte zich door de enthousiaste toon van iemand die internet heeft ontdekt en anderen daarin wil laten delen. Van Jole leidde de lezer langs onder meer een nieuwsgroep, gericht op het verzinnen van de meest wrede manieren om een kat te doden, en vertelde over zijn vurige netrelatie met een vormgeefster in New York.
Zijn aanvankelijke enthousiasme over internet als een gratis toegankelijke bron van onbegrensde informatie en communicatie, is de laatste jaren echter verdampt. Van Jole ziet vooral de confiscatie van het net door bedrijfsleven en commerciële internetprofeten als een negatieve en onvruchtbare ontwikkeling. "De economische blaaskaken zijn met dat aanvankelijke enthousiasme aan de haal gegaan. Dat heeft geleid tot veel onzin. E-commerce heb ik altijd genegeerd. Ik beschouw dat als iets waarmee je een verjaardagspartijtje verandert in een Tupperware-bijeenkomst." Bovendien werkt handel via internet niet, vindt hij. "45 Procent van de verhalen over e-commerce is gelogen en 45 procent is verzonnen."
Verhalen over een nieuwe economie vindt hij eveneens onzin. "Het is een product. Al die bedrijven die in internet handelen, verkopen dat idee van de nieuwe economie. Dit vertoont veel overeenkomsten met het piramidespel." Toch heeft Van Jole enige jaren geleden zelf een mislukte poging gedaan tot het opzetten van een internet amusementsbedrijf, Bit Magic. "Dat is een afgesloten hoofdstuk waar ik me verder niet over uitlaat", reageert Van Jole op deze schijnbare tegenstrijdigheid.
De internetgoeroes doen in zijn ogen niets anders dan angst creëren ter bevordering van hun eigen inkomsten. "Ze gebruiken dezelfde methode als de Jehova-getuigen die op zondagochtend langs de deuren gaan. Het probleem van al die goeroes is dat ze leiden aan het ‘snufjesdenken’: als de technologische mogelijkheden er zijn, zullen mensen die gebruiken. Dat is niet zo, mensen zijn veel terughoudender."
Van Jole voorspelde in 1995 dat de opmars van de computer en het koppelen daarvan aan grote beeldschermen, zou leiden tot een situatie waarin we weer veel meer aan huis werken, net als in het pre-industriële tijdperk. "Op dat punt ben ik denk ik te optimistisch geweest. Als ik naar de afgelopen jaren kijk, kan ik zeggen dat de pessimistische dingen waarover ik schreef eerder zijn bewaarheid en het optimisme is onderuitgehaald. Internet zou zich door zijn snelheid onderscheiden, maar voor die bewering is het al te laat. Noem mij één bedrijf dat in de problemen is gekomen omdat het niets doet met internet!"
Pas bij de volgende recessie zal volgens Van Jole de ware commerciële betekenis van internet blijken. "Internet is het speeltje van de welvaart. Er staan allemaal dure kaartenhuizen op. Ik zie nu dat de boel in elkaar stort. Al die economische blaaskaken, de ‘heao-jügend’, worden weggeblazen. Misschien blijft er niets meer over. Dan zullen er mensen komen die wel weten hoe ze via internet geld kunnen verdienen."
Maurice de Hond: ‘De klap moet nog komen’
"Bij mij gaat het vooral om de hoofdlijnen, en ik denk dat ik die in 1995 al vrij duidelijk aangaf. Wat ik verwachtte is feitelijk ook uitgekomen", zegt Maurice de Hond. Hij zette vijf jaar geleden zijn visie op internet uiteen in zijn boek Dankzij de snelheid van het licht. Vooruitblikkend naar het begin van de 21ste eeuw schetst De Hond in dit boek, in navolging van de Amerikaanse internetgoeroe Nicholas Negroponte, een burger die voor een belangrijk deel communiceert via internet, zowel met vrienden, bedrijven als met zijn werkgever en collega’s. Bedrijven op hun beurt bieden de consument producten op maat die aan huis geleverd worden.
De Hond luidt in zijn boek tegelijkertijd de noodklok. Hij waarschuwt Nederlandse overheid en bedrijven dat ze ernstig achterop raken als ze niet grootscheeps investeren in de nieuwe technologie. Om het tij te keren presenteert hij een Digi-Deltaplan, dat echter geen navolging vond. Vijf jaar later zijn de negatieve gevolgen volgens De Hond inderdaad zichtbaar. "Bij elke nieuwe ontwikkeling ontstaan er bedrijven die wereldwijd een belangrijke rol gaan spelen. Ik zie weinig Nederlandse ondernemingen waarvan ik denk dat ze in de toekomst dominante spelers zullen worden."
Dat er bij de bedrijven van de oude economie nog geen zichtbare negatieve gevolgen zijn, en de economische groei juist aanhoudt, zegt niets volgens De Hond. "Het punt is dat het economisch belang van internet op dit moment nog relatief klein is. Daarom maakt het voor bedrijven nog weinig uit in hoeverre ze gebruik maken van internet. Zeker in een periode van hoogconjunctuur. Maar internet zal een grote rol gaan spelen in de economie."
De aanhoudende verliezen bij internetbedrijven en de vrije val van de Amerikaanse schermenbeurs Nasdaq brengen De Hond allerminst van zijn stuk. "Dat is echt een Nederlandse kwaal. De Nederlandse media gaan weinig in op fundamentele factoren en richten zich op incidenten. Over de Nasdaq roep ik altijd dat hij 1500 punten onder zijn hoogtepunt staat en 1500 punten boven het punt waar hij anderhalf jaar geleden stond. Maar het gaat om branches waar veel aanloopinvesteringen nodig zijn. Het is logisch dat bedrijven die deze investeringen doen, aanvankelijk geen winst maken. Maar als ik door de cijfers van bijvoorbeeld Amazon.com heen kijk, dan weet ik gewoon dat ze over één tot twee jaar winst maken en een wereldpositie hebben opgebouwd."
Dat zelfs Amerikanen nog altijd minder dan één dollar per honderd dollar besteden op internet, wijst volgens De Hond niet op de betrekkelijke betekenis van e-commerce. "Voor iets dat twee jaar aan de gang is, is dat natuurlijk ontzettend veel. In de aandelenhandel vindt al meer dan vijftig procent van de transacties online plaats."
Wat zou hij in 2000 aan zijn boek willen toevoegen? De Hond antwoordt zonder aarzelen: "Eigenlijk niets."
Thijs Chanowski: ‘Doorbraak over twintig jaar’
Dertig-plussers, die volgens hem al te laat zijn geboren om de digitale omslag te maken, kennen Thijs Chanowski vooral als bedenker van het kinderprogramma de Fabeltjeskrant. De zeventigjarige Chanowski heeft zich in de loop der jaren ontpopt als iemand die een geheel eigen licht op de digitale snelweg werpt. Als directeur/eigenaar van het Medialab, voorheen onderdeel van BSO Origin, en hoogleraar multimedia aan de Universiteit van Amsterdam, wijst hij er op dat bedrijven, techneuten en sommige internetgoeroes onvolledig gebruik maken van de beschikbare technologie. "De toegevoegde waarde van de digitale techniek is dat het nieuwe mogelijkheden biedt. Dat is heel wat anders dan het vertalen van papieren informatie naar de computer. Het probleem is dat de meeste mensen denken vanuit het oude model. Er zijn nog maar weinig mensen die wel het juiste inzicht hebben. Zielsverwanten van Galileï, dat als eerste stelde dat de aarde om de zon draait en niet andersom. En wat zie je dan? Dat anderen dat verneinen." Deze visie uitte Chanowski al vijf jaar geleden, toen hij zijn oratie als hoogleraar uitsprak.
Op een groot scherm dat verbonden is met zijn notebook, projecteert Chanowski ter illustratie de beginpagina van zoekmachine Ilse. "Als je nou zegt: dit is de nieuwe wereld. Ik word daar ontzettend gek van. Veel te veel tekst." Als alternatief toont hij zijn eigen vindmachine. Bij ieder gezocht woord tovert die een web van verwante woorden op het scherm. Dit breidt de vindmogelijkheden aanzienlijk uit.
"Je moet mensen niet leren met computers om te gaan maar computers met mensen." Dat vergt dat computers verder ‘denken’ dan alleen de ingevoerde data en een zeker ‘menselijk begrip’ krijgen. "De doorbraak zal over zo’n twintig à dertig jaar komen, als de huidige generatie jongeren volwassen wordt. Het is zinloos energie te steken in het bijscholen van mensen in het zakenleven en de technologie die al zo’n twintig jaar lang bezig zijn."
Doordat bedrijven vastzitten in oude denkpatronen, hebben hun verwoede pogingen om de moderne technieken te benutten volgens hem nog weinig opgeleverd. In het verlengde daarvan ziet hij e-commerce voorlopig nog geen succes worden. "Het ene na het ander e-commerce bedrijf gaat failliet. Het gaat alleen goed met de verkoop van producten die makkelijk via de digitale weg kunnen worden aangeboden: diensten, muziek en boeken."
Voor grote bedrijven van de oude economie ziet Chanowski echter nog weinig problemen. Hij denkt dat consumenten het gros van hun producten voorlopig in de winkel blijven kopen. "Wat Albert Heijn doet vind ik onbegrijpelijk. Ik vind het prachtig dat ze nadenken over internet. Maar stel: ik woon op de Prinsengracht in Amsterdam en bestel boodschappen die ik tussen twee en drie uur ’s middags wil ontvangen. Als AH op dat tijdstip zeg bij 2000 huishouden in die buurt producten moet bezorgen, dan weet ik zeker dat dat mis gaat."
Ondanks zijn scepsis ziet Chanowski wel degelijk een nieuw soort economie opdoemen. Wat dat betreft weerspreekt hij de critici die menen dat de nieuwe economie een wassen neus is omdat de miljardenverliezen van e-commerce bedrijven uiteindelijk wel tot faillissement moeten leiden. "Amazon.com maakt verlies, maar is van belang voor andere bedrijven, zoals koerier DHL. En als ze naar de beurs gaan, halen ze veel geld op van beleggers die vertrouwen in hen hebben. Ik denk dat het economisch denken verandert."