Twee weken geleden hekelde ik op deze plek de keuze van Larry Ellison om tijdens zijn bezoek aan Nederland alleen de financiële pers te woord te staan. De vertegenwoordigers van de vakbladen waren niet welkom, omdat de Oracle-topman slechts de financiële wereld wilde overtuigen van het nut van zijn ambitieuze bezuinigingsprogramma. De vakpers zou de aandacht maar afleiden met lastige vragen over productstrategieën en de concurrentie.
De klacht bleek niet voor dovemansoren. Daags voor de bijeenkomst werd bekendgemaakt dat de vakbladen alsnog mochten aanschuiven in het Amstel Hotel. De mediagenieke Ellison, die blijkbaar op de hoogte was van de gevoeligheden, had zijn verlies genomen. Ter inleiding van het vragenvuur opende hij met: ‘Ok, what ever you guys wanna talk about.’
En dus ging het over de interessante schermutselingen tussen systeem-integratoren en bouwers van geïntegreerde bedrijfsbrede software. ‘The guy with the glue-guns’ die ongelijksoortige software tegen pittige tarieven aan elkaar plakken, versus de elegante aanpak van de bouwers van echt geïntegreerde software. Vanzelfsprekend positioneert Ellison zijn bedrijf in het laatste kamp. Weg met de gekunstelde softwareschillen en terug naar de tekentafel in de ontwikkellaboratoria, was zijn stelling. Daar moet het probleem worden opgelost.
Het doet me goed te zien dat Oracle in dit geval de honderduizenden lezers van vakbladen niet in de kou heeft laten staan. Zij willen horen hoe het bedrijf de komende jaren software gaat bouwen. Het is het bewijs dat Ellison zelf het lijmpistool goed hanteert. De breuk was zo geplakt.