De onzekerheid over de Amerikaanse verkiezingen en de overwaardering van de technologiesector heeft de koersontwikkeling op de Nasdaq negatief beïnvloed.
De Nasdaq Composite index moest met 5,4 procent terug naar 3231,70 punten.
In afwachting van de uitkomst van de hertelling van de stemmen in Florida, blijft het beursklimaat op de Amerikaanse technologiebeurs instabiel. Veel investeerders hebben volgens analisten daarom hun geld voor de zekerheid ondergebracht in minder risicovolle aandelen. Maar niet alleen de onzekerheid over de verkiezingsuitslag hadden een negatief effect op de koersontwikkeling van de technologie-aandelen. Ook de zorg over de tragere economische groei en de terugval van bestedingen in de techsector speelden de Nasdaq parten.
Doordat de eerdere verkiezings-overwinningsclaim van George W. Bush moest worden ingetrokken, konden sommige technologiefondsen niet profiteren van het zogeheten Bush-effect. Belangrijkste voorbeeld daarvan was Microsoft dat in eerste instantie terrein won, maar aan het slot toch 1,06 dollar moest inleveren op 69,44 dollar. De verwachting is dat Bush eerder dan Gore geneigd zal zijn de antitrust-claim tegen het softewareconcern af te zwakkken of te laten vallen.
Ook Internetnetwerk-leverancier Cisco moest inleveren nadat First Allied Securities had gemeld dat het bedrijf te optimistisch is geweest over zijn toekomstige groeiperspectieven. De winst van Cisco over het derde kwartaal oversteeg weliswaar de verwachtingen, maar beleggers blijven bezorgd over de groeiperspectieven voor de gehele technologiesector. In het spoor van Cisco daalden ook opnieuw de aandelen van producenten van communicatiechips.
De Nasdaq verloor overigens over vrijwel de gehele linie terrein. Ook toonaangevende aandelen, zoals Oracle, Worldcom, Intel, Sun Microsystems, Broadcom en Dell moesten fors inleveren.