HAARLEM – Nederland scoort op een aantal punten onder het Europees gemiddelde van een kennissamenleving. Daarom is extra stimulering van ICT-toepassing nodig.
Afgelopen maandag heeft minister Jorritsma de notitie `De Digitale Delta; e-Europe voorbij’ gepubliceerd. Deze volgt de internationale ICT-Toets 2000 op waarin Nederland matig uit de bus is gekomen.
Het kabinet geeft in de notitie aan dat als Nederland hoge ambities wil hebben op het gebied van de informatiemaatschappij verdere stimulering van ICT geboden is.
Voor deze acties stelt het kabinet 932 miljoen gulden extra beschikbaar. Het geld is reeds in de begroting voor 2001 opgenomen.
Extra inspanningen zijn aangekondigd voor het onderwijs, de (semi-) publieke sector, ICT-onderzoek en innovatie, veiligheid en integratie van netwerken en communicatie, bevordering van ICT-toepassingen in het bedrijfsleven (mkb) en e-cultuur en content.
Uit de internationale ICT-Toets 2000 komt Nederland matig uit de bus. Als sterkte komen vooral de moderne en kwalitatief goede elektronische- en telecominfrastructuur en de hoge mate waarin Nederlanders op deze netwerken zijn aangesloten. De zwakten zijn echter op meerdere gebieden te vinden. Hier wordt het lage aantal wetenschappelijke publicaties en octrooien genoemd. Dit wordt gezien als een bedreiging voor een toekomstig sterke kennispositie in ons land. Verder komt naar voren dat het gebruik van ICT en Internet in het onderwijs en het mkb lager ligt dan het Europese gemiddelde. Ook kampt Nederland met een groot tekort aan informatici, ondanks een relatief grote IT-beroepsbevolking.
Het ministerie van economische zaken is van mening dat het ICT-beleid naar een hoge versnelling moet. Het blijkt dat uitvoering van de agenda uit de Digitale Delta van 1 juli 1999 niet voldoende is om de Nederlandse positie ten opzichte van andere internationale top ICT-landen te versterken. Met het versturen van de notitie wil Minister Jorritsma de overheid aanmoedigen om ’de lat hoger te leggen’.
Tania Veldkamp