Stel je werkt op een farmaceutisch laboratorium waar nieuwe medicijnen worden ontworpen. Medicijnen waar later veel geld mee verdiend moet worden. Het laatste dat je wilt, is dat de concurrentie voortijdig weet wat je precies aan het uitspoken bent. Daarmee zouden miljoenen investeringen in onderzoek en ontwikkeling immers op het spel worden gezet. Wanneer je erachter komt dat derden hebben rondgeneusd in de mappen waar de nieuwe medicijen in staan beschreven, ben je goed zuur.
Stel je werkt bij de ontwikkelafdeling van de grootste software producent ter wereld en je komt er achter dat hackers geruimte tijd diep in het heilige der heiligen van een softwarebouwer – de bestanden met broncodes – hebben kunnen kijken. Dit blijkt half oktober bij Microsoft te zijn gebeurd. Topman Ballmer kennende zal hij zijn stembanden stuk hebben gescholden toen hij van de inbraken vernam.
Immers het incident toont aan dat Microsoft onvoldoende in staat is zijn kroonjuwelen te beschermen. Tevens versterkt het voorval de toch al twijfelachtige reputatie van Microsoftproducten waar het de veiligheid van netwerken betreft. En daar is het bedrijf nu zelf slachtoffer van.
De inbreker die Microsoft bezocht, trof het bedrijf in het hart. Dat verklaart ook waarom het hele bedrijfsnetwerk, waar duizenden mensen op werken, is platgelegd. Tientallen veiligheidsdeskundigen zijn aan het werk gezet om tot op de bodem uit te zoeken hoe dit heeft kunnen gebeuren.
Wanneer het hier een geval van bedrijfsspionage betreft, weten malicieuze concurrenten nu van de hoed en de rand. En Microsoft zelf? Dat staat nu behoorlijk in zijn hemd. Ze zullen zich realiseren dat het uitbrengen van een patch – de gebruikelijke aanpak van Microsoft – niet meer is dan een doekje voor het bloeden. Zo krijgt het bedrijf een koekje van eigen deeg.