Wie een baan zoekt in de automatisering moet het boek ‘De wereld als markt en strijd’ van de Franse schrijver Michel Houellebecq niet lezen. De auteur schetst hierin een beklemmend beeld van het leven van werknemers van een softwarebedrijf.
Niks glitter en glamour. Somberheid is troef. De contacten met klanten bestaan vooral uit eindeloze vergaderingen die tot niets leiden. Collega’s deugen evenmin, want ze zijn er vooral op uit elkaar tegen te werken. Borrels en feestjes zijn van een grote saaiheid.
Deze debuutroman van Houellebecq verscheen in 1994 bij een kleine uitgeverij onder de titel Extension de domaine de la lutte, en zette alle marketingwetten voor schut. Zonder reclame groeide het uit tot een cultboek met hoge verkoopcijfers. Bovendien raakte de Franse literaire wereld niet uitgepraat over dit merkwaardige boek. Het wordt beschouwd als een van de boeken die ‘Frankrijk hebben gemaakt’. Dat bleek uit een onderzoek in 1997 dat de Franse zondagskrant Le Journal du dimanche hield onder vooraanstaande schrijvers, intellectuelen, uitgevers en journalisten. In de top honderd die de krant uiteindelijk presenteerde, stond één levende schrijver: Michel Houellebecq. Hij had toen nog maar één roman op zijn naam staan, die in augustus 2000 in Nederland in vertaling werd uitgegeven als ‘De wereld als markt en strijd’.
Toen de tweede roman van Houellebecq uitkwam, Les Particules élementaires, pakte de uitgeverij de zaken anders. De schrijver werkte mee aan een grote promotiecampagne. Bovendien kreeg dit boek veel publiciteit door het proces dat de schrijver aan zijn broek kreeg van de camping L’Espace du Possible en omdat hij uit de redactie van een literair tijdschrift werd gezet. In Frankrijk leidde de tweede roman tot een grote controverse. Die spitste zich toe op de vraag of de auteur een visionair is of een reactionaire gek. In dit boek geeft hij een beeld van de generatie van ’68 aan de hand van de totaal verschillende levens van twee halfbroers. In Nederland werden er van de vertaling van ‘Elementaire deeltjes’ ongeveer 40.000 exemplaren verkocht. Ook hier zijn de meningen van critici verdeeld.
Het verhaal van ‘De wereld als markt en strijd’ is eenvoudig. De hoofdpersoon is een dertigjarige werknemer van een softwarebedrijf. Na zijn studie voor ingenieur heeft hij een prima baan als systeemanalist bij een softwarebedrijf. Met zijn salaris is hij dik tevreden. Er ligt een flinke salarisverbetering in het verschiet. Op seksueel gebied is het minder. Hij heeft verschillende vrouwen gehad, maar allemaal voor korte tijd. Sinds zijn scheiding, twee jaar geleden, heeft hij geen verhouding meer gehad. De pogingen die hij in die richting heeft ondernomen, hebben tot een fiasco geleid. Hij wijt dat aan zijn idee dat hij niet mooi en aantrekkelijk is en regelmatig depressief. Om de avonden door te komen schrijft hij diervertellingen over thema’s als ‘Dialoog tussen een koe en een merrieveulen’.
In het weekend gaat hij bijna nooit bij iemand op bezoek. "Ik zit thuis, ik ruim wat op; ik zit rustig een beetje depri te zijn." Deze stijlfiguur (drie keer ik) is kenmerkend voor Houellebecq. De auteur heeft een voorliefde voor schokeffecten. Zo begint hij het tweede deel van het boek met een verhandeling over de haaidichtheid in de buurt van de zeestraat Bab el Mandeb. Deze verhandeling gaat moeiteloos over in een beschrijving van de reis naar Rouen waar hij met zijn collega Raphaël Tisserand cursussen moet gaan geven aan werknemers van het ministerie van Landbouw. Een ongebruikelijke overgang die het lezen spannend maakt.
Tisserand (28) is lelijk. Houellebecq beschrijft dat als volgt. ‘Hij heeft precies de gelaatsuitdrukking van een brulkikvors – grove, ruwe, brede, vervormde trekken, het exacte tegendeel van schoonheid. Uit zijn glimmende, door acne aangetaste huid lijkt voortdurend een vettig sap te sijpelen. Hij draagt een bril met dubbele focus, want hij is ook nog eens zeer bijziend – maar als hij contactlenzen had zou dat niet veel oplossen, ben ik bang.’ Tisserand probeert uit alle macht een van de cursisten in bed te krijgen, maar dat lukt niet.
Het geven van de cursus gaat de twee docenten goed af. De meeste leerlingen zijn niet zo geïnteresseerd in informatica, maar zijn van goede wil en volgen braaf de theoretische lessen en de praktijkoefeningen. Alleen Schnäbele, het hoofd van de op te richten afdeling automatisering, probeert aan te tonen dat de docenten onbekwaam zijn. Maar dat weten ze te doorstaan.
Ik heb het boek (175 pagina’s) in één ruk uitgelezen. Daarna had ik het gevoel of ik de nieuwe Franse Gerard Reve had ontdekt. Een en al somberheid, maar ook veel om te lachen. Zwak vind ik hoe je de afloop al lang ziet aankomen. De vertaling is goed, hoewel je wel merkt dat vertaler niet thuis in de techniek. Zo heeft hij het over iemand die is opgehouden door een ‘aanpassing op de centrale server’ en vertaalt hij een piekbegrenzer als een ondulator. Toch is dit boek een aanrader voor een regenachtige zondagmiddag. En dan maandag weer vrolijk aan het werk.
De wereld als markt. Vertaald uit het Frans door Martin de Haan, Arbeiderspers, 2000. ISBN 90 295 21902/ NUGI 30, prijs: f 34,95
Wim Amerongen Freelance Medewer