"Je krijgt in feite een heel jaar om uit te proberen of het zelfstandig ondernemerschap ook iets voor jou is," zegt Jann van Benthem, coördinator van de TOP-regeling van de Universiteit Twente. TOP staat voor Tijdelijke Ondernemersplaats. Voor startende ondernemers met innovatieve ideeën.
Als afgestudeerde ICT’er ben je natuurlijk niet verplicht om ergens te solliciteren naar een betrekking in loondienst. Je kan ook heel goed voor jezelf beginnen, als zelfstandig ondernemer. Uiteraard heeft dat alleen een kans van slagen als er ook vraag is naar de producten of diensten die je op de markt wil zetten. Maar aangenomen dat dat wel snor zit, dan nóg heb je als startende ondernemer te maken met heel wat drempels en obstakels.
De Regio IT Talent steekt zijn licht op in de regio. Wat gebeurt er in Groningen? Hoe profileert Twente zich? En is het nog leuk werken in de Randstad? Of kies je toch voor het Brabantse leven? |
Denk je hulp nodig te hebben bij het uit de weg ruimen – of omzeilen – van dergelijke hindernissen, dan kan het geen kwaad je licht op te steken in Twente. In Enschede hebben ze al meer dan vijftien jaar ervaring met het op weg helpen van startende ondernemers. En met veel succes, gezien het feit dat mensen vanuit alle windstreken in de voormalige textielstad komen kijken of een dergelijke aanpak ook in hun land kan werken.
De Technische Universiteit Twente (UT) in Enschede presenteert zich al jaren als de ‘ondernemende universiteit’. In dat kader heeft de universiteit TOP’s in het leven geroepen, ofwel Tijdelijke Ondernemersplaatsen. De regeling bestaat sinds 1984 en is bedoeld voor beginnende ondernemers die de kennis van de Technische Universiteit goed kunnen gebruiken bij het opzetten van hun bedrijf. De TOP’er wordt ondergebracht bij een bepaalde leerstoel. De leerstoel neemt daarmee gedurende één jaar iemand in huis die wordt begeleid en ondersteund met kennis, onderzoek en faciliteiten als huisvesting, het snelle universiteitscomputernetwerk (voor ICT’ers natuurlijk érg interessant) en secretariaat. De hoogleraar maakt als het ware deel uit van het startende bedrijf, zonder dat het de starter iets kost. Daarnaast kan de starter een renteloze lening van dertig mille krijgen. Hij of zij hoeft dus zelf nauwelijks iets te investeren in dat eerste jaar en kan zich helemaal wijden aan het product en de markt.
Valide technologie
Belangstellenden voor zo’n TOP-plaats kloppen aan bij de Liaison Groep van de UT. Deze houdt zich bezig met de samenwerkingsverbanden tussen de UT en het bedrijfsleven. "Met de marktkansen van een beginnend bedrijf houden wij ons niet zozeer bezig. Ons gaat het erom dat de producten of diensten van de nieuwe onderneming aansluiten op de activiteiten van één van de vakgroepen op de UT. De door de starter gebruikte technologie moet valide zijn," aldus Jann van Benthem, coördinator TOP-regeling van de Liaison Groep.
"Ik benader alle gegadigden voor een TOP-plaats positief", vervolgt hij. "Natuurlijk moeten ze een eigen bedrijf beginnen! Natuurlijk zit de wereld te wachten op hun product! Vervolgens raad ik ze aan eens met de Kamer van Koophandel te gaan praten, met de Belastingdienst en met de bank. Daar kunnen ze veel informatie krijgen over de haken en ogen die er zitten aan het zelfstandig ondernemerschap. Indien ze dan nog steeds gemotiveerd zijn – en meestal is dat het geval – geef ik ze een model-bedrijfsplan, waarna ze op maximaal vier A4’tjes hun eigen plan mogen opschrijven. We kijken dan samen in welke vakgroep dit bedrijf het beste past, waarna die vakgroep kan kijken of de technologie valide is. Eventueel kunnen we ook nog samen op zoek naar risicokapitaal en kunnen we contacten leggen met grote bedrijven."
"Bij al die stappen speelt de vraag of het bedrijf succesvol kan zijn, geen enkele rol", benadrukt de coördinator. "Ik heb daarvoor immers geen maatlat. Die bestaat er ook niet voor beginnend ondernemerschap. De markt is de maat. Die bepaalt het succes. En de starter moet zich zelf een beeld vormen van die markt. In het hele voorbereidingsproces wordt hij regelmatig gedwongen daarover na te denken. Als hij er aan het eind van dat proces nog steeds mee verder wil, mag je er dus vanuit gaan dat hij geen onverantwoord risico neemt. Alhoewel het starten van een eigen onderneming natuurlijk altijd een bepaald risico in zich draagt, bepaalt een sterk geloof in de eigen kracht vaak al de helft van het succes."
ICT-infrastructuur
Van Benthem wordt daarin geruggensteund door de cijfers. Die zijn ronduit positief. De slagingskans van TOP’ers is goed: het overlevingspercentage na vijf jaar is tachtig procent, landelijk is dat van alle startende bedrijven maar vijftig procent. "Uit onderzoek in 1997 bleek 78 procent van de sinds 1984 gestarte bedrijven nog te bestaan. En in die ondernemingen waren in totaal 1400 mensen aan het werk", meldt Van Benthem enthousiast. Die werkgelegenheid is er vooral in de regio Twente, want zo’n tachtig procent van de bedrijven blijft daar ‘hangen’.
Dat gegeven, gevoegd bij het feit dat ongeveer eenderde van de TOP’ers op ICT-gebied actief is, maakt dat er in Twente een zeer goede ICT-infrastructuur is ontstaan. Die infrastructuur trekt op haar beurt weer andere bedrijven aan. In het ‘business and science park’ in Enschede is inmiddels een aantal grote bedrijven neergestreken met hun R&D-afdelingen. Ericsson, Lucent en CMG zijn aangelokt door het gunstige ondernemersklimaat, de goede ICT-infrastructuur en het potentieel aan gekwalificeerde onderzoekers.
De startende ondernemers die na het TOP-jaar verder willen met hun bedrijf, en dat willen ze volgens Van Benthem vrijwel allemaal, kunnen letterlijk de straat oversteken naar het Twinning Center, dat is ondergebracht in het al langer bestaande Bedrijfstechnologisch Centrum (BTC), tegenover de universiteit. Het BTC is overigens ook een ‘doorstroomhuis’. Veel van de succesvolle ondernemers vestigen zich na drie à vier jaar op het business and science park.
Voor iedereen
"Deelname aan het TOP-programma staat open voor iedereen," zegt Van Benthem. "De opleiding speelt geen rol en je hoeft ook niet aan de UT gestudeerd te hebben. Het gaat erom dat je innovatieve ideeën hebt en in staat bent om daarover te communiceren met een universitaire vakgroep. In de praktijk wordt het grootste deel van de huidige veertig TOP-plaatsen weliswaar opgevuld door afgestudeerden van de UT, maar de deur staat ook open voor mensen van buiten. Persoonlijk vind ik dat we bijvoorbeeld best wat meer vrouwelijke ondernemers mogen binnenhalen."