In de traditionele rekencentra zijn mainframes beeldbepalend. Daarentegen lijken de veel grotere Internet-datacenters, die overal uit de grond worden gestampt, op elektriciteitscentrales. Een rondleiding door het nieuwe webhostingcenter van PSInet in Amsterdam leert dat een indrukwekkende batterij aan transformatoren, generatoren en blus- en koelapparaten de levensader vormt van de opgestelde PC’s, servers en routers.
Infrastructuur-aanbieder PSInet opende vorige week zijn webhosting-center in Amsterdam-Zuidoost. Het datacenter heeft een oppervlakte van 10.000 vierkante meter en biedt plaats aan 70.000 tot 90.000 computers. Het bestaat uit zogeheten colocatie-ruimtes, waar klanten aan hun computerapparatuur mogen sleutelen, en niet-publieke computerzalen, waar PSInet de Internetsites en applicatie-omgevingen van klanten beheert.
Het pand wordt echter pas half februari geheel opgeleverd. Op dit moment is de bezettingsgraad – met 500 vierkante meter in gebruik – nog slechts 5 procent. Eind van het jaar komt daar 1000 vierkante meter bij. PSInet hevelt dan de webhosting-activiteiten, die nu nog in Hoofddorp worden uitgevoerd, over naar Amsterdam. Momenteel werken bouwvakkers en technici van bedrijven als Holec, GTI en Imtech aan het gebruiksklaar maken van de meeste computerzalen. Zelfs de oude eigenaar van het pand op industrieterrein Amstel I – staaldistributeur Avesta Sheffield – houdt er nog kantoor, tot de verhuizing naar Helmond in november – is geregeld. Aan Nico Zuidam, facility & operations manager PSInet, de vraag waarom niet gewacht is met de opening totdat alles klaar is. "De reden dat wij reeds diensten aanbieden, is de grote vraag van klanten", zegt Zuidam. "Zij kunnen niet wachten."
Strippen
Zuidam – die na ruim dertig jaar bij Sheffield te hebben gewerkt overstapte naar PSInet ("als rasechte Amsterdammer zag ik de overstap naar Helmond niet zitten") – vertelt dat een groot deel van de verbouwing van het oude pand achter de rug is. "Daar hebben we zo’n acht maanden over gedaan. Het bestaande gebouw van Sheffield, dat dienst deed als opslagloods voor roestvrijstalen halffabrikaten, hebben we volledig laten strippen. Daarna is het opnieuw ingericht. Het pand heeft bijvoorbeeld een nieuwe staalconstructie gekregen, waarvoor 120 palen in de grond geheid zijn."
Wie thuis aan energiebeheer doet door spaarlampen te gebruiken, is na een rondleiding door een Internet-datacenter een illusie armer. Deze computerkrachtcentrales vreten namelijk stroom. De stroomhoeveelheid in het PSInet-gebouw is bijna 19 megawatt. Dat is ruim voldoende om een stad met 20.000 gezinnen van energie te voorzien. Mocht de stroom uitvallen, dan vangt het UPS (Uninterruptible Power Supply)-systeem dit direct op. Duurt de stroomstoring langer, dan kan PSInet terugvallen op elf dieselgeneratoren die garant staan voor een stroomvoorziening van 20 megawatt gedurende 24 uur. Het bedrijf heeft hiervoor twee dieseltanks met elk 54.000 liter dieselolie tot zijn beschikking, plus per generator een dagtank van 2000 liter.
Geluidswerend
De computerapparatuur zal ook een enorme hoeveelheid warmte afgeven. Daarom is er een koeling- en klimaatsysteem aangelegd dat de gemiddelde temperatuur op 22 graden Celsius moet houden. Op het dak staan grote koelwatermachines en ventilatoren, gescheiden door geluidswerende wanden. "Stel dat het koelsysteem één uur niet draait en we hebben alle apparatuur voluit staan, dan stijgt de temperatuur met 15 graden", zegt Zuidam. Hij wijst ook nog op een overdruktank om temperatuurschommelingen in de hand te houden. Het is een koelmachine met 54000 liter glycol, waarmee de temperatuur tot -32 graden kan worden teruggebracht.
Zuidam noemt nog een paar andere zaken op die nodig zijn bij de inrichting van een Internet-hosting-center, zoals de kilometers kabel, schakelsystemen voor elektriciteitsverspreiding, een gebouwbeheersysteem voor de controle van alle installaties, camera- en signaalbeveiliging en brandbeveiliging. De brandblussers zijn gevuld met argon, in plaats van het giftige halon van vroeger. Argon is namelijk een edelgas dat niet reageert met andere stoffen. De gebouwbeheerder houdt het technisch onderhoud het liefst in eigen huis. "Hiervoor hebben we eigenlijk werktuigbouwkundigen nodig uit de scheepvaart of het leger die ervaring hebben met dit soort grote technische installaties."