Intel en AMD beginnen een prijzenoorlog om de tegenvallende vraag in Europa en de Verenigde Staten naar hun x86-processors tegen te gaan. Beide chipfabrikanten hebben te maken met een minder snel groeiende vraag en – daardoor – inzakkende aandelenkoersen. Het is echter met name Intel dat hiermee worstelt.
De deze week vrijgegeven financiële resultaten van de Pentium-producent voor het derde kwartaal vallen lager uit dan het bedrijf zelf oorspronkelijk had verwacht. Intel wijt dit aan een tegenvallende vraag naar PC’s in het algemeen, wat vooral in Europa speelt. Vorige maand liet het bedrijf al waarschuwingen voor zijn omzet- en winstcijfers uitgaan, die de beurskoers hebben gehalveerd.
Hinder
Concurrent AMD heeft minder last van dit fenomeen; de halfgeleiderfabrikant rapporteerde vorige week winstcijfers die hoger uitpakten dan verwacht (zie pagina 15). Toch maant ook AMD tot matigheid. De voortdurende prijsdruk hindert de expansieplannen voor zowel de bedrijfs- als de consumentenmarkt.
Beide producenten van PC-processors grijpen dan ook naar prijsverlagingen, zowel voor huidige als nieuwe processors. Zo ligt AMD’s adviesprijs voor zijn nieuwste 1,2 GHz Athlon ongeveer tien dollar lager dan voor de 1,1 GHz voorganger. De daadwerkelijke verkoopprijs voor de chips pakt veelal nog lager uit. Intel verkoopt ook in toenemende mate onder zijn eigen prijzen. JB